Betoog verbeteren

Agenda
Vorige week: 
- Structuur betoog opzetten + tegenargumenten toevoegen 
Deze week:
- Oefenen met zinsconstructies
- Uitleg argumentenstructuur
- Verbeteren betoog
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Agenda
Vorige week: 
- Structuur betoog opzetten + tegenargumenten toevoegen 
Deze week:
- Oefenen met zinsconstructies
- Uitleg argumentenstructuur
- Verbeteren betoog

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les weten  jullie hoe je door te spelen met taal heldere zinsconstructies kunt bouwen en hoe je met het AUB model duidelijke argumenten kunt geven.

Slide 2 - Tekstslide

Kortere, actieve zinnen
Door te rijden onder invloed word je reactiesnelheid vertraagd, daardoor wordt het inschatten van een auto voor je veel lastiger en ben je dan misschien wel niet op tijd met remmen, dit komt omdat je blikveld (het stukje in je ogen/ hersenen) versmald wordt. 

Slide 3 - Tekstslide

Bijvoorbeeld
Door te rijden onder invloed vertraagt je reactiesnelheid. Het inschatten van een auto voor je wordt veel lastiger en dan ben je misschien niet op tijd met remmen. Dit komt omdat je blikveld versmalt. 

Slide 4 - Tekstslide

En eigenlijk
Rijden onder invloed vertraagt jouw reactiesnelheid en versmalt jouw blikveld. Hierdoor wordt afstanden inschatten lastiger en kan je misschien niet op tijd remmen. 

Slide 5 - Tekstslide

Komma's
Een caissière heeft ook verantwoordelijkheden maar minder dan een chirurg.
Het zou niet eerlijk zijn als iedereen hetzelfde uurloon zou verdienen, en dat terwijl er voor elk vak andere opleidingseisen gelden.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste om te doen als
je een stuk hebt geschreven?

Slide 7 - Woordweb

AUB:

Argument: je noemt je argument.

Uitleg: je geeft uitleg bij het argument. Dit kun je doen door twee stappen te volgen. 1. Leg uit waarom het zo is. 2. Leg uit waarom het goed of slecht is dat het zo is.

Bijvoorbeeld: Een voorbeeld dat je argument duidelijker maakt. Dit kunnen ook cijfers of feiten (bewijs) zijn die je op het internet hebt opgezocht.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je een goed argument?
In een debat is het belangrijk dat je je argumenten goed kunt uitleggen. Dat doe je door het nemen van drie stappen. Eerst zeg je wat het argument (A) is, dan leg je het argument uit (U) en tot slot geef een voorbeeld. Bijvoorbeeld/Bewijs... (B)

Je kunt dat onthouden met het ezelsbruggetje AUB:

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Als je AUB gebruikt om een argument voor de stelling

'Schooluniformen moeten worden verplicht'

uit te leggen, ziet dit er zo uit:

Slide 10 - Tekstslide

'Schooluniformen moeten worden verplicht'
Argument: 
Het dragen van schooluniformen zorgt ervoor dat er minder gepest wordt.

Uitleg: 
Vaak wordt iemand gepest, omdat hij er anders uit ziet. Met een schooluniform ziet iedereen er hetzelfde uit en valt die reden weg. Dat is goed, want pesten heeft grote en nare gevolgen.

Bijvoorbeeld: 
Het is bekend dat gepeste kinderen minder gelukkig zijn en soms zelfs depressief. Kijk maar naar het nieuws; sommige gepeste kinderen willen zelfs niet meer leven.

Slide 11 - Tekstslide

Afkijken van een pro
Filmpje van Zondag met Lubach uit 2015 over waarom we minder vlees moeten eten

Let op de volgende argumenten en hoe hij sommige weerlegt of bijstaat:
- Gezondheid
- Dierenleed
- Klimaatvervuiling

Slide 12 - Tekstslide

2

Slide 13 - Video

01:27
Wie probeert Lubach met dit filmpje te overtuigen?
A
Vegetariers
B
Groenlinksstemmers
C
Vleeseters
D
Biefstukbitches

Slide 14 - Quizvraag

11:34
Wie is Wilma Mansveld?
A
Een politicus die moest aftreden in 2015
B
Boeiend gast, laat me Lubach kijken

Slide 15 - Quizvraag

Hoe weerlegde Lubach het argument dat we minder vlees moeten eten, omdat het kankerverwekkend is?

Slide 16 - Open vraag

Hoe weerlegde Lubach het argument dat we geen vlees mogen eten, omdat het zielig is voor de dieren?

Slide 17 - Open vraag

Wat was Lubach zijn hoofdargument waarom we toch minder vlees moeten eten?

Slide 18 - Open vraag

Hoe ziet Lubachs AUB model eruit voor de stelling: 'We moeten minder vlees eten'?

Slide 19 - Open vraag

Opdracht
Wissel jouw betoog uit met een klasgenoot en verbeter met Track Changes bij elkaar:
1. Herstructureer 2 zinnen tot kortere, actieve zinnen
2. Pas volgens het AUB model iemands argument aan. 
                          Zet daarbij duidelijk A:.... U:.... B:....
3. Lever het document met de verbeteringen in Track Changes in op Teams voor het einde van de les. 
                                                                                       AUB = Argument - Uitleg - Bijvoorbeeld/Bewijs 

Slide 20 - Tekstslide

Geen laptop of betoog ingeleverd? Geen zorgen.

Slide 21 - Open vraag

1. Gebruik nooit een beeldspraak, vergelijking of andere stijlfiguur die je regelmatig tegenkomt.
Maak dat de kat wijs.
2. Gebruik nooit een lang woord waar een kort voldoet.
Met een desastreuze inefficientie benadrukte de ballotagecommissie haar incapabiliteit. = De leden van vereniging bewezen telkens weer er niets van te begrijpen.
3. Als een woord kan worden weggelaten, laat het dan weg.
In de hele zin van het gebeuren, vind ik heel erg dat het niet goed is. 
4. Gebruik nooit de passieve vorm als je ook de actieve kunt gebruiken.
Er kan nooit en te nimmer worden ontkent dat dit een slecht idee was. = Dit was een goed idee.
5. Gebruik nooit jargon, een benaming uit een vreemde taal of een wetenschappelijk begrip wanneer je het alledaagse equivalent weet te bedenken. (Zie regel 6)
6. Laat deze regels vallen zodra je iets volstrekt onwelluidends dreigt te zeggen. = Laat deze regels vallen zodra je iets dreigt te zeggen dat niet klopt. (zie regel 5)

Orwell's 6 schrijfregels

Slide 22 - Tekstslide

3 stappen van schrijven van een verslag van 350-600 woorden
1. Stel het skelet op van jouw tekst: (ongeveer 20 woorden)
                            - Bedenk in grote lijnen de inhoud en zoek online                                                                        
                            - Schrijf stelling op papier + deelonderwerpen met korte uitleg voor jezelf     

2. Vul het skelet op met inhoud
                            - Schrijf in volzinnen jouw stuk uit. (400-650 woorden)

3. Maak de tekst samenhangend en in correct Nederlands
                            - Lees het stuk voor jezelf hardop en verbeter de zinnen die niet zo lekker lopen
                            - Loop het na op spelfouten

Slide 23 - Tekstslide

1. Stel het skelet op van jouw tekst: (ongeveer 25 woorden)
- Bedenk in grote lijnen de inhoud en zoek online
- Schrijf stelling op papier + 3 argumenten met korte uitleg voor jezelf

Slide 24 - Open vraag