Les 5: Suprapubiskatheter/urine onderzoek

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les anders dan gepland
Omdat...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Suprapubisch katheter
Urine onderzoek


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dulon-online
Zondag 8 november om 23:59 stappen af in dulon-online

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SP Katheter

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een SP katheter

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

SP Katheter
Dat is een katheter via de buikwand

Vlak boven het os pubis

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicatie voor een sp?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties
  • urineretentie die niet door urethrale katheterisatie (via plasbuis) kan worden opgelost
  • prostaatontsteking
  • ondoorgankelijkheid of afwijkingen aan de urethra
  • bekkentrauma
  • complicaties bij langdurige katheterisatie
  • uitgebreide operaties in de schaamstreek
  • fecale incontinentie die de urethrale katheter continu bevuilt

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de indicatie voor een SP?
A
Als het inbrengen via de urethra niet lukt Als het inbrengen via de plasbuis niet lukt
B
Als de cliënt langere tijd een CAD nodig heeft
C
Steeds terugkerende urineweginfecties
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een contra indicatie?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Contra indicaties
Blaascarcinoom/ blaastumor
  •  Wanneer er een tumor in de blaas aanwezig is, bestaat het risico dat deze tumor tijdens de ingreep geraakt wordt. In dat geval kunnen tumorcellen vrijkomen en dit kan leiden tot lymfe- of hematogene metastasen 

Onderbuikchirurgie in de medische geschiedenis
  •  Het risico bestaat dat er verklevingen zijn of dat een darmlus boven op de blaas gelegen is. Deze andere interne organen kunnen in dit geval geperforeerd worden tijdens de plaatsing van de sonde.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contra indicaties
Stollingsstoornis (verworven)
  • Bij een stollingsstoornis kan de patiënt tijdens of na de operatie te veel bloed verliezen. 
  • Als de patiënt 20% of meer van zijn totale bloedvolume verliest, bestaat de kans dat er een hypovolemische shock optreedt.

Huidletsels aan de suprapubisch streek
  • Wanneer de zorgvrager een wond heeft ter hoogte van de insteekplaats waar de 
suprapubische sonde moet komen, kan de arts de operatie indien mogelijk uitstellen of een
ander alternatief zoeken. 

Slide 14 - Tekstslide

De voornaamste verworven stollingsstoornissen zijn leveraandoeningen en verworven
hemofilie. De lever is verantwoordelijk voor de productie van stollingsfactoren, waaronder
vitamine K. Bij een verminderde werking van de lever door bepaalde aandoeningen, daalt
het aantal stollingsfactoren waardoor de stollingscascade wordt verlengd. Ook bij inname
van bepaalde medicatie zoals vitamine K-antagonisten (marevan®, marcoumar®) wordt de
stolling vertraagd. De resultaten van het bloedonderzoek worden besproken met de arts en
deze zal de verdere aanpak beslissen. De waarden van de aPTT en INR zijn overeenkomstig
met deze van de aangeboren stollingsstoornissen (Gans, et al., 2009).
Contra indicaties
Obesitas
  • Bij zorgvragers met obesitas is er een grotere afstand tussen de blaas en het huidoppervlak,
waardoor de plaatsing van de suprapubische sonde moeilijker kan verlopen. 
  • Problemen optreden na de plaatsing. Zo kan de sonde afgeklemd worden door een huidplooi, waardoor de urine niet kan afvloeien en lekkage kan optreden

Blaasatrofie
  • Een blaas die (door littekenweefsel) sterk verkleind is, wordt een schrompelblaas genoemd.
Aangezien de blaas zo veel kleiner is dan normaal, zou de plaatsing van een suprapubische
katheter te veel risico inhouden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijzonderheden volgende video
  • Algehele narcose
  • Scope 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suprapubisch wordt onder gehele narcose geplaatst?
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Juridische kaders
  •  plaatsen van een suprapubisch sonde mag enkel gebeuren door een arts. 
  • De eerste wissel, na zes tot twaalf weken, gebeurt eveneens door de arts. 
  • Wanneer er zich een fistel (een onnatuurlijke verbinding van een lichaamsholte met de huidheeft gevormd) mag de verpleegkundige de katheter vervangen (duur tot fistel is 10 dagen tot 4 weken).
  • Voorbehouden handeling:  dat ze enkel uitgevoerd mag worden mits er een medisch voorschrift is. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is urineincontinentie een belangrijke indicatie voor het plaatsen van een SP katheter?
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen SP katheter
Letsel
  • minder kans op beschadiging van de meatus of urethra.--> uitscheuren van de plasbuis
  • minder kans op het ontstaan van een urethrastrictuur --> plasbuisvernauwing 

Grotere Charrière
  •  verhogen van de Charrière minder ingrijpende gevolgen. 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen SP katheter
Minder infecties
  • in vergelijking met een blaaskatheter . Wanneer er minder infecties ontstaan, zal er minder antibiotica toegediend worden, wat bijdraagt tot de bestrijding van antibioticaresistente bacteriën.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen SP katheter
Comfort
  • Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij patiënten die zowel een blaaskatheter als een suprapubische sonde hebben gehad, 89% deze laatste optie verkiest. 
  • makkelijker te hanteren 
  •  wisselingen relatief pijnloos verloopt
  •  ok postoperatief (na prostatectomie) worden er lagere pijnscores genoteerd . 
  • seksuele activiteit aangenamer en minder pijnlijk in vergelijking met een transurethrale katheter

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen

  • De suprapubische katheter kan afgeklemd worden, waardoor de patiënt toch via transurethrale weg kan urineren. 
  • Wanneer overwogen wordt om de suprapubische katheter te verwijderen, zal de patiënt eerst moeten urineren via transurethrale weg. 
  • Direct hierna kan het residu dat in de blaas achter blijft bepaald worden 
  • Meestal mag de sonde verwijderd worden indien het residu minder dan 100 ml bedraagt (wisselend per zorginstelling).



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen aan een sp?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen SP katheter
Operatie
  • Het plaatsen is een invasieve, meestal chirurgische behandeling met verdoving, en hier gaan altijd risico’s mee gepaard. 
  • Risico: bloeding of inwendig letsel zoals een darmperforatie.

Urineverlies
  • langs de katheter of via transurethrale weg. 
  •  door een verstopping of omdat de Charrière te klein is.
  • Bij vlokkerige urine in combinatie met een te kleine Charrière zal de katheter namelijk sneller verstoppen. Ook blaasspasmen een veelvoorkomende oorzaak van urineverlies.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen
Veranderd lichaamsbeeld
  • Het hebben van een katheter verandert steeds het lichaamsbeeld, onafhankelijk of het een
suprapubische of een transurethrale katheter is. (Langdurig)
  • Emotioneel zeer moeilijk mee hebben.  Meer zelfbewust van hun lichaamook op seksueel  vlak
  • Bespreek dit onderwerp helpt bij bij het aanvaardingsproces 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwisseling SP katheter
  • Vier tot twaalf weken verwisseld. De periode tussen twee wissels is afhankelijk van de instelling, fabricant en van de patiënt zelf.
  • Door preventief de  SP te vervangen om complicaties zoals infectie, obstructie, blaasstenen, encrustatie, etc. te voorkomen. 
  • Zo kan een obstructie leiden tot reflux van urine naar de nieren, waardoor pyelonefritis kan ontstaan. 
  • Het verwisselen van de katheter moet relatief snel gebeuren, want binnen één tot zes uur groeit de fistel dicht. (Egbert)
  • Controleer in het zorgdossier hoeveel vloeistof er bij het vullen in de ballon is gespoten. Het is belangrijk om te weten dat het huidige volume hiervan kan afwijken, doordat sommige ballonnetjes wat vloeistof kunnen lekken (dit is vooral bij siliconen katheters het geval).
  • Zet voor het verwijderen een streepje op het slangetje waar het uit de opening komt., hoe diep de katheter was ingebracht.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moet je de suprapubisch katheter draaien of dompelen?
A
Draaien wel maar Dompelen mag niet meer
B
Afhankelijk van voorschrift arts, echter dompelen mag niet meer
C
Dagelijks draaien en dompelen
D
Wekelijks draaien en dompelen.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mogelijke complicaties bij wisselen SP (door VP)
  • De zorgvrager heeft pijn tijdens het inbrengen: spuit wat extra glijmiddel in de fistelopening en laat dit drie tot vijf minuten inwerken. Het kan nuttig zijn om glijmiddel met lidocaïne te gebruiken, omdat deze stof een verdovende werking heeft.
  • Abnormale weerstand tijdens het inbrengen: stop met de katheterisatie en neem contact op met de verantwoordelijke arts.
  • De fistelopening begint te bloeden: ga niet verder met katheteriseren en neem contact op met de arts.

Slide 32 - Tekstslide

Je verwijdert minder ballonvloeistof dan het ingespoten volume: als de katheter bij licht trekken los blijkt te zitten, kan deze normaal verwijderd worden.
Na hoeveelheid sluit het fistel weer als de SP katheter eruit is?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond jij niet goed gaan in dit filmpje?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de voordelen van een SP i.p.v een "gewone"katheter

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
Eerste 5 dagen afdekken met een splitgaas (droog en steriel)
Daarna dagelijks reinigen met water
Observeer de insteekopening op ……..
Desinfecterende zalf (betadinezalf) alleen op voorschrift arts
Draaien op voorschrift arts
Katheter mag “niet trekken”.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Jansen heeft vandaag in het ziekenhuis een 
suprapubsich katheter gekregen.
Jij hebt vanavond dienst en gaat even langs bij meneer.
Meneer Jansen vraagt aan jou waar hij allemaal op moet letten bij de verzorging van zijn katheter!

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten SP

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pH
Geconcentreerde urine: Als de PH-waarde van de urine hoger is, wordt de blaaswand sneller geprikkeld.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwit
Bij gezonde mensen worden in de glomerulus kleine eiwitten  gefiltreerd. Deze worden grotendeels in de proximale tubuli weer terug opgenomen in het bloed. Een klein deel belandt desondanks in de urine.


Bij proteïnurie is er een discrepantie tussen uitscheiding en terugresorptie. Door een verhoogde eiwitfiltratie respectievelijk een verlaagde terugresorptie kan een abnormaal hoge hoeveelheid eiwit via de urine worden uitgescheiden. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glucose
Glucosurie treedt op indien de concentratie van glucose in bloed groter is dan 180 mg/dL en wijst vooral op diabetes mellitus.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nitriet
De aanwezigheid van nitriet in de urine duidt op een bacteriële urineweginfectie. Het is belangrijk om te weten dat niet alle bacteriën in staat zijn om nitriet te produceren. Dit betekent dat afwezigheid van nitriet een bacteriële urineweginfectie niet kan uitsluiten.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leukocyten
Leukocyten zijn witte bloedcellen, deze horen normaal gesproken niet in urine thuis. Als er wel witte bloedcellen in de urine zitten, kan dat duiden op een blaasontsteking of urineweginfectie.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ketonen
Abnormale hoeveelheden ketonen in de urine of teveel ketonen in de urine staat bekend als 'ketonurie'. Hiermee wordt de aanwezigheid bedoeld van aceton, acetoacetaat en betahydroxyboterzuur in de urine. Ketonen zijn in water oplosbare moleculen die door de lever worden aangemaakt door de afbraak van vetzuren. Abnormaal hoog keton-gehalte van de urine. wijst erop dat je lichaam een ​​alternatieve energiebron gebruikt, een veel voorkomend verschijnsel tijdens verhongering of bij diabetes type 1-patiënten die lijden aan ketoacidose (verzuring van het bloed). Ketonen kunnen gemeten worden via het bloed of urine.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bilirubine
De aanwezigheid van bilirubine in de urine wordt meestal veroorzaakt door aandoeningen van de lever. Bij leverziekten raken de levercellen vaak beschadigd. Hierbij kan bilirubine vanuit de levercellen in het bloed terechtkomen. Als het bilirubine gehalte van het bloed boven een bepaalde grens uitkomt zal een deel ervan worden uitgeplast in de urine. Zo ontstaat bilirubinurie.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dulon-online
Zondag 8 november om 23:59 stappen af in dulon-online

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze les?

Slide 53 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Goede vakantie &
De les na de vakantie de toets

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies