De student is zich bewust is van zijn eigen leefstijl. Hij kan gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk inschatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes maken en onderneemt activiteiten die bijdragen aan een gezonde leefstijl.
(Aspecten: bewegen, sport, voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit.)
De student heeft kennis over en inzicht in:
• de kenmerken van een gezonde leefwijze waaronder de nationale norm gezond bewegen
• de aard, plaats en organisatie van gezondheidsbevorderende activiteiten in de samenleving en in het arbeidsproces.