V4 -H4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement


Adaptief Deltamanagement







H4 Wateroverlast
Leefomgeving
H4.4
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Adaptief Deltamanagement







H4 Wateroverlast
Leefomgeving
H4.4

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Adaptief deltamanagement
Adaptief:
bijv.naamw.Uitspraak: [adɑp'tif] - aangepast voor een bepaalde omstandigheid 

Overheid voert flexibel beleid om waterproblematiek aan te (kunnen) pakken

Slide 4 - Tekstslide

Adaptief deltamanagement
Vooruit kijken en flexibel blijven.

  1. Waterveiligheid: bescherming tegen overstromingen.
  2. Zoet water: voorkomen van tekorten aan drinkwater.
  3. Ruimtelijke adaptatie: rekening houden met klimaat en water.
  4. Rijn-Maasdelta: veiligstellen Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke delta.
  5. IJsselmeer gebied: veiligstellen van zoetwatervoorraad en voorkomen overstromingen.

Slide 5 - Tekstslide

Ruimtelijke adaptie
Watertoets: bij nieuwe bouwlocaties wordt de watertoets uitgevoerd.
De overheid kijkt of rekening is gehouden met:
  • de veiligheid
  • de mogelijke wateroverlast
  • de waterkwaliteit
  • de verdroging
  • of de waterproblemen niet worden afgewenteld op een ander gebied

Middels de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen, afvoeren

Slide 6 - Tekstslide

Vasthouden (retentie)
- Gericht op het überhaupt voorkomen dat water naar laaggelegen gebieden stroomt
- Water moet dus langer vastgehouden worden
(o.a. door waterrijke natuurgebieden en meer groen)

Slide 7 - Tekstslide

Bergen
- Zo lang mogelijk vasthouden van oppervlaktewater, in sloten, meren, en....
--> Denk aan uiterwaarden

Slide 8 - Tekstslide

Afvoeren
- Als de vasthouden en bergen niet meer mogelijk is
- Ervoor zorgen dat het water via kanalen en rivieren naar andere gebieden wordt afgevoerd

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Waarom is afvoeren het minst ideale scenario bij de drietrapsstrategie?

Slide 12 - Open vraag

VASTHOUDEN
AFVOEREN
BERGEN
Sluizen naar zijkanalen openzetten
Natuurgebieden aanleggen
Uiterwaarden dieper of groter maken
Kribverlaging en verwijderen andere obstakels
Rivierdijken verplaatsen
Bestrating en betegeling verwijderen

Slide 13 - Sleepvraag

Ruimte voor de Rivier

Slide 14 - Tekstslide

Dwarsprofiel rivier

Slide 15 - Tekstslide

Buitendijks
Binnendijks

Slide 16 - Tekstslide

Binnendijks / Buitendijks gebied
Binnendijks = de droge landzijde van de dijk die beschermd moet worden tegen het water. Bijvoorbeeld een polder.

Buitendijks = het gebied dat niet door dijken wordt beschermd en dus mag en kan overstromen

Slide 17 - Tekstslide

buitendijks
binnendijks

Slide 18 - Tekstslide

projecten 'Ruimte voor de rivier' in NL
Verschillende maatregelen voor ruimte voor de rivier

Slide 19 - Tekstslide

Ruimte voor de rivier

Slide 20 - Tekstslide

Ruimte voor de rivier

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

De uiterwaarden liggen in binnendijks gebied
A
Juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Wat is binnendijks?
A
Het gebied waar de rivier stroomt en mag overstromen.
B
Het gebied waar wij wonen en veilig zijn.
C
Het gebied tussen de zomerdijk en de winterdijk.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het fluviaal schaalniveau?
A
Lokaal schaalniveau
B
schaalniveau van meerdere steden
C
schaalniveau op van de gehele rivier (stroomgebied)
D
Schaalniveau dat steeds verandert.

Slide 25 - Quizvraag

De hoofddoelstelling van
de projecten Ruimte voor
de Rivier is ..
A
zorgen voor goede kwaliteit van het water
B
zorgen voor veiligheid
C
zorgen voor voldoende water
D
zorgen voor mooie natuurgebieden

Slide 26 - Quizvraag

Welke twee maatregelen van het plan Ruimte voor de rivier worden toegepast
A
Dijk verleggen
B
Nevengeul graven
C
Rivierbed verdiepen
D
Uiterwaard uitgraven

Slide 27 - Quizvraag

Het project Ruimte voor de Rivier bestaat uit verschillende maatregelen.

Wat is de overeenkomst tussen al die maatregelen?
A
De bewoners in het gebied moeten vertrekken.
B
De dijken worden verplaatst.
C
Er wordt veel zand weggeschept.
D
Het rivierwater kan sneller wegstromen.

Slide 28 - Quizvraag

Het project Ruimte voor de Rivier is ontwikkeld na..
A
De waternoodramp van 1953
B
De overstromingen in 1993
C
De bijna overstromingen in 1995
D
Kletsnatte winter van 2019

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen maatregel in
het kader van Ruimte voor
de Rivier?
A
kribverlaging
B
aanleg nevengeul
C
kanaliseren
D
dijkverlegging

Slide 30 - Quizvraag

Wat is zijn nog meer doelen van ruimte voor de rivier (behalve vergroten veiligheid)
A
natuurontwikkeling en recreatie
B
recreatie en zorgen voor extra vaarroutes
C
natuurontwikkeling en zorgen voor extra vaarroutes

Slide 31 - Quizvraag

Welke maatregel uit het project 'ruimte voor de rivier' zie je in de afbeelding
A
Dijkverlegging
B
Uiterwaardafgraving
C
Obstakelverwijdering
D
Nevengeul

Slide 32 - Quizvraag

Bij de aanleg van natuurlijke oevers werken de rijksoverheid en de waterschappen nauw samen.
Welke term hoort hierbij?
A
Adaptatie
B
Fluviaal schaalniveau
C
Integraal waterbeleid
D
Ruimte voor de rivier

Slide 33 - Quizvraag