Aardrijkskunde!
Lessen aardrijkskunde voor Vmbo onder- en bovenbouw.

Factoren die van invloed zijn op de temperatuur

Factoren die van invloed zijn op de temperatuur
Factoren die van invloed zijn op de temperatuur
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Factoren die van invloed zijn op de temperatuur
Factoren die van invloed zijn op de temperatuur

Slide 1 - Slide

Kennen
  • Wat is de invloed van de breedteligging op de temperatuur?
  • Welke invloed heeft de wind op de temperatuur?
  • Welke invloed heeft de zee op de temperatuur?
  • Welke invloed hebben gebergten op de temperatuur?

Slide 2 - Slide

Begrippen
  • Hoge breedte
  • Lage breedte
  • Aanlandige wind
  • Aflandige wind
  • Zeestromen
  • Golfstroom


Slide 3 - Slide

Breedteligging en temperatuur
Weet je het nog? De aarde is verdeeld in breedtegraden.
Er zijn twee helften vanaf de evenaar: noorderbreedte ten noorden van de evenaar, zuiderbreedte ten zuiden van de evenaar.
Breedtegraden drukken we uit in graden van 0 tot 90 graden.

=> Onthouden:
  • Hoge breedte = dichtbij de Noord/Zuidpool (90 graden) = koud 
  • Lage breedte = dichtbij de evenaar (0 graden) = warm

Slide 4 - Slide

Invloed van de zon speelt bij de breedteligging een grote rol. 

Ook de  windrichting in een gebied is van belang.
De invalshoek van de zon en de breedteligging op aarde zijn van invloed op de temperatuur.
Ligt een gebied dicht bij de evenaar, dan ligt het op lage breedte.
De zon schijnt hier loodrecht op aarde => het is warm
Ligt een gebied dichter bij de Noord- of Zuidpool, dan ligt het op hoge breedte. De zon schijnt hier schuin op aarde, moet met dezelfde warmte een groter gebied opwarmen => het is koud.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Wat is wind?

Slide 8 - Mind map

Wind + zeestromen en temperatuur
  • Wind = bewegende lucht
  • De zon schijnt op de aarde en verwarmt het aardoppervlak. Hierdoor ontstaat warme lucht.
  • Warme lucht stijgt op en wordt verplaatst door de wind.
  • Maar die opwarming is niet overal hetzelfde -> Landen rond de evenaar krijgen meer zonnestralen dan landen op de polen.
  • Doordat de aarde ook nog eens draait, ontstaan er overal op de wereld stromingen van warme en koude lucht -> Wind dus. 
  • Wind- en zeestromen bepalen voor een groot deel de temperatuur op aarde: zij transporteren warmte wereldwijd...

Slide 9 - Slide

Invloed warme Golfstroom in Europa: deze warme zeestroom zorgt ervoor dat warme lucht via zee in Europa komt. Zo zie je dat de Golfstroom langs Noorwegen gaat.... en dat heeft gevolgen!
Een koude zeestroom stroomt langs de kust van Canada. Dit zorgt voor koude lucht in dit gebied...
Wind en zeestromen kunnen zorgen voor temperatuurverschil tussen plaatsen die op dezelfde breedteligging liggen!

Slide 10 - Slide

Vergelijk twee plaatsen op dezelfde breedteligging  met elkaar en zie wat het verschil is.
  • Wat valt je op aan de temperatuur?
  • Hoe kan dit denk je? (volgende dia kun je antwoord geven)

Je kunt Google Earth hierbij gebruiken:
- Hammerfest in Noorwegen 
            vergelijken met
- Inuvik in Canada 


Slide 11 - Slide

Twee plaatsen, dezelfde breedteligging... temperatuurverschil: hoe kan dat?

Slide 12 - Open question

Kust of binnenland -> verschil in temperatuur
  • Kaart NL 
  • Temperatuur in juni
  • Kustgebieden: lagere temperatuur
  • Binnenland: hogere temperatuur

Waarom is er verschil?
  • aanlandige en aflandige wind
  • land warmt sneller op dan zeewater
  • aan de kust is het koeler

Slide 13 - Slide

Zeewind = Aanlandige wind,   
                westenwind in NL

  • zeewater warmt langzaam op, de wind is koel. In de zomer is het daarom koeler aan zee.
  • zeewater koelt langzaam af, de wind brengt warme lucht. In de winter is het warmer aan zee.

Slide 14 - Slide

Landwind = Aflandige wind
  • Wind van land naar zee is koud, land koelt sneller af dan water.
  • In de zomer is het bij aflandige wind (oostenwind) warm. 
  • In de winter bij aflandige wind (oostenwind) koud.

Slide 15 - Slide

Bergen en temperatuur
  • Bergen kunnen van invloed zijn op de temperatuur
  • Ze vormen een scheiding tussen warme en koude lucht
  • Wind kan tegengehouden worden door een gebergte.
  • Bijvoorbeeld de Alpen, dit gebergte beschermt als een soort muur Zuid-Europa tegen de koude noordenwind. Aan de noordkant van de Alpen is het dus kouder aan de zuidkant. 

Slide 16 - Slide

Hoogteligging en temperatuur
  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m -6 °C kouder
  • De hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!

De vegetatiezones op een berg zijn afhankelijk van de hoogteligging. De boomgrens (punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Onthouden: naaldbomen kunnen beter tegen de kou, je vindt de zone met naaldbomen daarom op grotere hoogte dan de zone met loofbomen.

Slide 17 - Slide

Exit? 


  • Check eerst of je alles begrijpt!

  • Maak de oefentoets bij deze les

  • Vragen?
 
  • Tot de volgende keer...!







Slide 18 - Slide