Cultuureducatie Enschede
(Ondersteunend) lesmateriaal bij culturele educatieve Enschedese activiteiten.

Klas 1, Les 3 Verhaal


Les 3: Verhaal
1 / 9
next
Slide 1: Slide
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 9 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Les 3 Verhaal Voor het maken van een film heb je een verhaal nodig. In de filmwereld moeten ze dit een 'plot' De 'plot' is de verhaallijn in een film oftewel de opeenvolging van gebeurtenissen waarbij elke gebeurtenis een andere veroorzaakt. In deze les maken jullie de leerlingen een eigen verhaallijn De opdrachten in deze les helpen de leerlingen met een kritische blik te kijken en betekenis te geven aan wat ze zien. Daarnaast stimuleren ze een onderzoekende houding met name in het vertalen van het eigenverhaal naar beeldtaal.

Instructions

Benodigdheden
  • Werkboek film online (invulbaar) of print versie, les 1
  • Docentenhandleiding, les 1
  • Bijlage filmbegrippen en filmberoepen, les 1
  • Bijlage Apps en materialen, les 1
  • Digibord
  • Mobile telefoon (opgeladen) of laptop
Lesopbouw
  • Verkenning
  • Informatie
  • Oefenen
  • Reflecteren

Voorbereiding:
Bekijk de bijbehorende LessonUp-les en zet deze voor aanvang van de les klaar. Als u de werkboeken niet digitaal laat invullen zorg dan dat elke leerling een geprinte versie van het werkboek vlog heeft. 

Leerdoelen:
De leerling leert om een idee om te zetten in een verhaal De leerling leert het verhaal om te zetten naar een storyboard en een film scenario. De leerling maakt kennis, krijgt handvatten en voert uit, alle processen die met het film maken te maken hebben.  

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen een verhaallijn maken en hebben ze kennis gemaakt met film-acteren.

Overzicht van de opdrachten.

Opdracht 1 (slide 2 - pagina 17 werkboek)
De leerlingen bekijken het schoolTV filmpje 'Hoe is het verhaal van een film opgebouwd?' en beantwoorden dan de volgende vragen.
Noteer de titel van een film waarvan jij het verhaal goed vindt:
  • wie is in deze film de hoofdpersoon?
  • Welk doel heeft deze hoofdpersoon?
  • Wie/wat werkt dat doel tegen. wie of wat is de tegenkracht?

Opdracht 2 (slide 3 - pagina  18 werkboek)
Laat de leerlingen in hetzelfde groepje werkt waarmee zij het woordweb hebben gemaakt in de vorige les. Laat hen het woordweb erbij pakken en aan de handhiervan de volgende vragen beantwoorden 
  • Waar gaat het verhaal over?
  • Welke personages komen er in het verhaal voor?
  • Wat is er aan de hand?
  • Waar speelt het verhaal zich af
  • Bedenk een onverwachte wending?
  • Titel van het verhaal
Opdracht 3 (slide 4 - pagina 19 werkboek)
In de vorige opdracht hebben de leerlingen een verhaal bedacht aan de hand van de woordweb die ze in de vorige les hebben gemaakt. Laat de leerlingen hun verhaal delen met de klas of een ander groepje. Het is de bedoeling dat de leerlingen feedback krijgen op hun verhaal en dit gebeurd aan de hand van de volgende checklist. 
  • Is het duidelijk welk onderwerp het verhaal heeft?
  • Zijn er spannende, verrassende momenten te bedenken bij dit verhaal?
  • Past het verhaal bij het groepje?
  • Is het haalbaar om het verhaal in 1 les te filmen?
  • Wat vind je goed aan de film?
  • Heb je nog een leuke tip?
Opdracht 4 (pagina 20 werkboek)
Deze opdracht is een vervolg op opdracht 3. Nu de leerlingen feedback op hun verhaal hebben gehad kunnen ze hun verhaal ordenen in begin - midden - eind. Dit zorgt ervoor dat ze een coherent krijgen.

Opdracht 5 (slide 5 - pagina 20 werkboek)
Bekijk met de leerlingen het filmpje van Bobby en luister goed naar haar tips over film acteren. 

Opdracht 6 (slide 6 - pagina 21 werkboek)
Laat de leerlingen de emoties oefenen met de sleepvraag, welke herkennen ze. Na het doen van de sleepvraag kunnen ze met de emoties oefenen.
Laat de leerlingen tegenover elkaar zitten en om beurt een emotie spelen. De ander raad welke emotie er gespeeld wordt. 
Laat de leerlingen de emotie alleen met het gezicht spelen (klein spelen). De leerlingen kunnen ook uitproberen of door alleen aan de emotie te denken de ander de emotie kan raden.

Extra opdracht (slide 8 - pagina 21)
Als er leerlingen eerder klaar zijn of er is nog ruimte in de les, laat de leerlingen dan naar het you tube kanaal KORT gaan en een korte Nederlandse speelfilm uitzoeken. Je kunt dit ook klassikaal doen. Het is een goede oefening voor de leerlingen om te zien hoe filmverhalen zijn opgebouwd en of ze het herkennen.
https://www.youtube.com/c/KORTomroepntr

Items in this lesson


Les 3: Verhaal

Slide 1 - Slide

In deze les
  • Het verhaal in een film
  • Bedenk je verhaal
  • check je filmverhaal
  • Begin - midden - eind
  • Acteeroefening

Slide 2 - Link

Verhaal opbouw

Bekijk met de leerlingen het filmpje van schooltv.

Stel de volgende vragen aan de leerlingen:
  • Noteer de titel van een film waarvan jij het verhaal goed vindt
  • Wie is in deze film de hoofdpersoon?
  • Welk doel heeft deze hoofdpersoon?
  • Wie/wat werkt dat doel tegen, wie of war is de tegenkracht?
Het begin
Het midden
Het einde
De hoofdpersoon wordt voorgesteld
Er gebeurt iets (onverwachts) en de hoofdpersoon moet problemen overwinnen
Hoe loopt het af? Lukt het de hoofdpersonen alle problemen te overwinnen?

Slide 3 - Slide

Verhaalopbouw - informatie blokje

Een verhaal bestaat uit drie onderdelen.

  1. Begin – Over wie gaat het en waar speelt het zich af? In het begin worden de hoofdpersonen voorgesteld, met vaak elk hun doel (droom of wens). Vaak is er een goede hoofdpersoon (de ‘protagonist’), en een slechte hoofdpersoon (de ‘antagonist’). Ook wordt duidelijk waar het verhaal zich afspeelt (locatie en tijdsperiode, bijv. in het bos, de middeleeuwen, etc.) en wat de sfeer van de film is (spannend, grappig, etc.). 
  2. Midden – Wat gebeurt er en waarom? In het midden wordt de goede hoofdpersoon vaak tegengewerkt door de slechterik. Soms moet de goede hoofdpersoon wat oplossen of onderzoeken, om zijn/haar droom of wens uit te kunnen laten komen. In het midden is het vaak nog onduidelijk of het zal lukken. Dit maakt het verhaal spannend. 
  3. Eind – Hoe loopt het af? In het eind wordt duidelijk of de hoofdpersonen hun dromen of wensen hebben vervuld. Dat bepaalt of het verhaal goed of slecht afloopt. 

In een film gaat het verhaal bijna altijd om tegenstellingen. De hoofdpersoon heeft een wens, wordt door omstandigheden of mensen (obstakels) tegen gehouden. En uiteindelijk overwint de hoofdpersoon de obstakels. 
Waar gaat het verhaal over?
Wat is het thema of het onderwerp? Moet de wereld gered worden, een dier of een schoolklas. Gaan we opzoek naar een schat of brengen we mensen weer bij elkaar?
Welke personages komen er in het verhaal voor?
wie heeft de hoofdrol en wat wil hij bereiken?
Is er een slechterik of een redder?
Waar speelt het zich af?
Wat is de locatie; schoolplein, een bos, in de auto?
Bedenk een onverwachte wending
Wat kan er gebeuren met je hoofdpersoon of de locatie iets dat niemand verwacht? Mischien schrik je daardoor wel of moet je als keihard lachen.
Titel van het verhaal
Een titel moet de aandacht trekken en het publiek het gevoel geven dit wil ik zien. Denk maar eens als jij zelf iets opzoekt op you tube, google netflix of andere streaming dienst dan scan je op titel!
Check je verhaal bij een ander groepje van de klas
checklist voor de andere groep:
  • Is het duidelik welk onderwerp het verhaal heeft?
  • Zijn er spannende  verrsssende momenten te bedenken bijd dit verhaal?
  • past het verhaal bij het groepje?
  • Is het haalbaar om het verhaal in 1 les te filmen?
  • Wat vind je goed aan de film?
  • Heb je nog een leuke tip?
Wat is er aan de hand?
Moet er iemand of iets geholpen of gered worden?
komt er een nieuwe leerling in de klas?
is iemand verliefd of is er een epidemie?
Wil je ergens naar toe maar je hebt geen vervoer?

Slide 4 - Slide

Opdracht - 'verhaal vragen' en checken

Laat de leerlingen in hetzelfde groepje werken waarmee zei het woordweb hebben gemaakt in de vorige les.

En laat ze aan de hand van de 'verhaal vragen' hun filmverhaal maken. Als ze klaar zijn met de verhaal vragen laat hen dan het verhaal checken op duidelijkheid bij een ander groepje.

Optie
Het checken van het verhaal kun je ook klassikaal doen!

Laat de leerlingen na het checken het verhaal indelen in: begin, midden en eind

zie ook pagina 18, 19 en 20 van je werkboek

Slide 5 - Video

bekijk het filmpje

boos
bang
blij
verliefd
chagrijnig
zenuwachtig

Slide 6 - Drag question

Opdracht Emoties - Acteren

herkennen de leerlingen de verschillende emoties?

Laat ze na deze oefening tweetallen vormen en om de beurt elkaar de verschillende emoties laten zien. De ander raadt de emotie.  

Laat ze het zo klein mogelijk spelen dus alleen met het gezicht zoals in de voorbeeld foto's. 
Door aan een van de emoties te denken lukt het vaak al om het goed uit te beelden.

Vragen
Vonden ze het gemakkelijk om de emotie te spelen?
Waarom wel/niet?
zie ook pagina 21 van het werkboek


volgende les
storyboard

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Extra opdracht
ga naar het you tube kanaal KORT
https://www.youtube.com/c/KORTomroepntr
kies een filmpje uit
en kijk of de opbouw duidelijk is
begin - midden - eind

Slide 8 - Slide

Extra opdracht

Als er leerlingen eerder klaar zijn of er is nog ruimte in de les, laat de leerlingen dan naar het you tube kanaal KORT gaan en een korte Nederlandse speelfilm uitzoeken. Je kunt dit ook klassikaal doen. 
De Beeldbastards is gemaakt door
met dank aan:

Slide 9 - Slide

This item has no instructions