Eieren voor je geld
Economie voor bovenbouw kader & mavo (VMBO)

4.2 Welke wetten werken?

4 MAVO
4.2 Welke wetten werken?
1 / 64
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 64 slides, with interactive quizzes, text slides and 12 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4 MAVO
4.2 Welke wetten werken?

Slide 1 - Slide

Herhaling lesdoelen 4.1
  • Wat is het verschil tussen werken in loondienst en als zelfstandige?
  • Wat voor ondernemingsvormen zijn er?
  • Wat zijn de kenmerken van deze ondernemingsvormen?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 4.2
  • Met welke regels beschermt de overheid de werknemers?
  • Welke zekerheden heb je op het gebied van werk & inkomen?
  • Wat is de invloed van vraag & aanbod op het loon?

Slide 3 - Slide

Welke regel(s) ken jij die de werknemer beschermt?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

ARBOWET
De werkgever moet ervoor zorgen dat werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden. 

ARBO: ARBeidsOmstandigheden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Arbeidstijdenwet
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden:
  • Hoeveel uur je mag werken per dag en hoeveel pauze je dan moet krijgen.
  • Hoeveel nachtdiensten of ploegendiensten je mag draaien.
  • Het verlof voor zorgtaken: zwangerschapsverlof of ouderschapsverlof.

Er is een speciale arbeidstijdenwet voor jongeren:
  • Schooltijd telt als werktijd.
  • Beperkt aantal uren in de avond en het weekend.
  • Regels veranderen per jaar dat je ouder wordt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Nog enkele wetten die het belang van werknemers beschermen


  • Algemene wet gelijke behandeling

Deze wet verbiedt het maken van onderscheid op basis van geslacht, ras, leeftijd of afkomst
  • Wettelijk recht op deeltijdbanen
  • Kinderopvangtoeslag
Werkende ouders hebben in veel gevallen recht op kinderopvangtoeslag om de kosten van kinderopvang voor een deel te betalen. 
Deze toeslag moet je zelf aanvragen via belastingdienst/toeslagen

Slide 11 - Slide

Ongelijke behandeling / discriminatie

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Gelijke behandeling (?)
  • Algemene Wet Gelijke Behandeling
  • gelijkheidsbeginsel, artikel 1 grondwet
  • godsdienst, levensovertuiging, politieke voorkeur, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele geaardheid, ,leeftijd, etc.
  • focus: vrouw, gehandicapt en allochtoon
  • positieve discriminatie mag

Slide 16 - Slide

Inspectie SZW  
Zij houden toezicht op de naleving van:

- Arbowet
- Arbeidstijdenwet

Slide 17 - Slide

Praktijk (?!)
  • AWGB is een papieren werkelijkheid
  • Wat gebeurt er in de praktijk als ik wil werken als kok in een Japans restaurant?
  • Wat als de werkgever weet dat iemand beter is maar het omwille van zijn achtergrond niet wil aannemen. Wat doet een werkgever dan?
  • Is alles wat een werkgever vindt wel ongelijke behandeling? Niet alles is rascisme...
  • Mag jij als jij eigenaar bent van een onderneming  niet zelf weten wie je aanneemt en wie niet?
  • Wat is het nut van de wet?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Arbeidsdeelname (arbeidsparticipatie)
Het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort.

De overheid verwacht een tekort aan arbeidskrachten op de arbeidsmarkt en wil dat een groter deel van de bevolking gaat werken.

Slide 20 - Slide

Arbeidsdeelname bevorderen
Overheid en bedrijven kunnen het bevorderen door bijv.:
  • scholing;
  • kinderopvang.
https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/in-de-klas/actueel/2015/meer-werkende-vrouwen-op-de-arbeidsmarkt

Slide 21 - Slide

formule arbeidsparticipatie

Beroepsgeschikte bevolking (= werkenden + werklozen die willen werken)
-----------------------------------------------------------------------------                            x 100
Totale beroepsbevolking

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Sociale verzekeringen
  • Je werkgever houdt premie in op je loon
  • Doel: verlies van inkomen beperken

  1. Werknemersverzekeringen                                                                                                   
  2. Volksverzekeringen
Voor mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben (voorbeelden WW en WIA)
Voor alle inwoners van Nederland (bijvoorbeeld AOW en ANW)
De hoogte van de uitkering van de werknemersverzekeringen
hangt af van wat je verdiende

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Hoeveel en hoe lang is de WW-uitkering?

De ww-uitkering bedraagt:

  • 1e + 2e maand = 75% van het brutoloon
  • Na 2e maand tot einde WW =  70% van het brutoloon


Hoelang is de ww-uitkering?

- min. 3 maanden en max. 24 maanden → daarna in de bijstand




Slide 26 - Slide

Wet werk en zekerheid (Wwz)
  • Sinds 1/1/15 zijn de regels voor werk, ontslag en WW veranderd.
  • Vanaf 1/7/15 veranderde de WW. 
  • Tijdelijk contract? →  eerder zekerheid
  • 2 jaar of langer in dienst en ontslag? → transitievergoeding (max. €79.000) of een jaarsalaris (indien hoger dan €79.000)
  • Vanaf 2016 is de WW-uitkering in stappen ingekort. 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Loon en Arbeidsovereenkomst
Loon
  • De prijs voor arbeid 
  • Wettelijk minimumloon om te zorgen dat het loon niet zo laag wordt dat je er niet van kunt leven 
  • Voor jongeren minimumjeugdloon
Arbeidsovereenkomst
Sluit je met je werkgever als je een baan krijgt. 
Staan je arbeidsvoorwaarden in (functie, werk-uren per week, loon, etc.).
Berekenen minimumloon
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/rekenhulp-minimumloon-berekenen
Tabel minimumjeugdloon

Slide 29 - Slide

Loon berekenen
(1)  € 693,70 × 12 ÷ 52 = € 160,08     

(2)  € 121,40 × 52 ÷ 12 = € 526,07  
A
€ 139 ÷ 38 × 12 = € 43,92
B
€ 121,40 ÷ 36 × 8 = € 26,96 per week     

Dat is € 26,96 × 52 ÷ 12 = € 116,83 per maand  
C
38 × € 4,21 = € 159,98 per week     

€ 159,98 × 52 ÷ 12 = € 693,25 per maand  → zij is 18 jaar oud.    
(Het verschil met de bedragen in de tabel    
→ afrondingsverschillen)  
D

Slide 30 - Slide

Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent geworden?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW

Slide 31 - Quiz

Wat is geen werknemersverzekering?
A
WW
B
ZW
C
WIA
D
AOW

Slide 32 - Quiz

De WW is een werknemersverzekering.
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

Wat staat er NIET in een arbeidsovereenkomst?
A
werktijden
B
loon
C
pensioen-afspraken
D
vakantiedagen

Slide 34 - Quiz

In welke wet staan regels over werktijden?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsomstandighedenwet
D
Wet Minimumjeugdloon

Slide 35 - Quiz

Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?
A
AOW
B
ABW
C
Arbowet
D
AWBZ

Slide 36 - Quiz

Wat heb je geleerd?

Slide 37 - Slide

Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
A
Wet waarin de regels staan over werktijden
B
Wet waarin de regels staan over rusttijden
C
Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
D
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden

Slide 38 - Quiz

De totale bevolkingsomvang van Alvaland is 1.200.000. Er zijn 620.000 werkenden en 350.000 werklozen die wel willen werken, maar nog niks gevonden hebben.

Vraag: bereken de arbeidsparticipatie
A
29,2%
B
29,1%
C
80,8%
D
81,0%

Slide 39 - Quiz

Arbeidsparticipatie is het percentage van de bevolking dat tot de werkende beroepsbevolking hoort.
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

Als mensen met een beperking ook werk krijgen
A
Stijgt de arbeidsparticipatie
B
Daalt de arbeidsparticipatie

Slide 41 - Quiz

Roberto is in loondienst en verdient bruto €3.000 per maand. Daar houdt hij netto €2.100 aan over. Hij is 16 jaar in dienst. Hij wordt vervolgens ontslagen, omdat er in het bedrijf niet genoeg werk is.

A. Bereken de transitievergoeding.

B. Volgens de WW heeft hij recht op een werkloosheidsuitkering van 75% van zijn loon in de eerste twee maanden, daarna 70%.

Hoeveel is de totale bruto WW-uitkering in het 1e jaar?
A
A. (€10.000 + €9000) = €19.000 B. = (€4.500 + €22.500) = €25.000
B
A. (€10.000 + €8000) = €18.000 B. = (€4.500 + €22.500) = €25.000
C
A. (€10.000 + €9000) = €19.000 B. = (€4.500 + €22.000) = €24.500
D
A. (€10.000 + €8000) = €18.000 B. = (€4.500 + €22.000) = €24.500

Slide 42 - Quiz

Roberto is 16 en werkt 12 uur per week bij Alva en verdient het minimumloon.

De werkweek duurt 38 uur.

Hoeveel verdient Roberto per week?
A
€ 139 ÷ 38 × 12 = € 43,92
B
€ 139 ÷ 4 × 12 = € 34,75
C
€ 121,40 ÷ 4 = € 30,35
D
€ 121,40 ÷ 38 × 12 = € 38,34

Slide 43 - Quiz

Leg uit dat door de verhoging van de arbeidsparticipatie de AOW betaalbaar blijft

Slide 44 - Open question

Met welke regels beschermt de overheid de werknemers?

Slide 45 - Open question

Welke zekerheden heb je op het gebied van werk & inkomen?

Slide 46 - Open question

Wat is de invloed van vraag & aanbod op het loon?

Slide 47 - Open question

Slide 48 - Link

Extra uitleg

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Video

Arbeidsovereenkomst
    Een arbeidsovereenkomst is een contract tussen werknemer en werkgever. Hierin staan afspraken over de werkzaamheden, de beloning en de werktijden.

    Slide 51 - Slide

    Arbeidsovereenkomst eindigd
    * in de proeftijd
    * als ouders van kinderen jonger dan 16 jaar binnen 4 weken bezwaar maken
    * afgesproken eind datum (tijdelijke arbeidsovereenkomst)
    * na een opzegtermijn (bij vaste arbeidsovereenkomst)

    Slide 52 - Slide

    Voorbeeld minimumloon
    Jan verdient 10% meer dan het minimumloon van een 15 jarige.

    Hoeveel verdient hij per jaar?

    Slide 53 - Slide

    Uitleg
    15 jarige → € 465,50 per maand.

    Jan verdient dus 10% meer → 465,50/100 x 110 = € 512,05 per maand

    Dit is per jaar € 512,05 x 12 maanden = € 6144,60

    Slide 54 - Slide

    Slide 55 - Video

    Slide 56 - Link

    Slide 57 - Video

    Slide 58 - Video

    Slide 59 - Video

    Extra oefening

    Slide 60 - Slide

    1. Bekijk opdracht 9 t/m 11 op bladzijde 131 van 'Rekenen' en maak diegene die jij lastig vindt.

    3. Bekijk opdracht 13 t/m 25 op bladzijde 127  van 'oefenopgaven' en maak diegene die jij lastig vindt.

    Slide 61 - Slide

    Extra uitdaging

    Slide 62 - Slide

    Examentraining
    Daag jezelf uit en probeer opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 132 t/m 133 te maken.

    Slide 63 - Slide

    Slide 64 - Link