Gids Nederlands
informatie voor lessen Nederlands

Week 1

1 / 17
next
Slide 1: Slide
School MCMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij het woord afkomstig?

Slide 2 - Mind map

Afkomstig
Betekenis: Waar iemand of iets vandaan komt.

"Onze nieuwe buurman is afkomstig uit Duitsland."

Slide 3 - Slide

Maak nu zelf een zin met het woord afkomstig

Slide 4 - Open question

Waar denk je aan bij het woord beweegbaar?

Slide 5 - Mind map

Beweegbaar

Betekenis: kun je bewegen of verplaatsen.

"De Johan Cruijff Arena heeft een beweegbaar dak: het kan open en dicht."

Slide 6 - Slide

Maak nu zelf een zin met het woord beweegbaar.

Slide 7 - Open question

Waar denk je aan bij het woord communiceren?

Slide 8 - Mind map

Communiceren
Betekenis: informatie uitwisselen

"Gescheiden ouders moeten goed met elkaar communiceren over de kinderen."

Slide 9 - Slide

Maak nu zelf een zin met het woord communiceren.

Slide 10 - Open question

Waar denk je aan bij het woord draagkracht?

Slide 11 - Mind map

Draagkracht
Betekenis: financiële last die iemand kan dragen.

Andere betekenis:
"Deze brug heeft veel draagkracht: er kunnen zelfs vrachtwagens overheen rijden."

Slide 12 - Slide

Maak nu zelf een zin met het woord draagkracht.

Slide 13 - Open question

Waar denk je aan bij het woord aanzienlijk?

Slide 14 - Mind map

Aanzienlijk
Betekenis: behoorlijk groot of veel

"Tijdens de gymles hebben de meisjes gewonnen met aanzienlijk meer punten."

Slide 15 - Slide

Maak nu zelf een zin met het woord aanzienlijk.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide