Maatschappijleer

3. Kranten en tijdschriften

Media

Kranten en tijdschriften
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3-6

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke verschillende soorten kranten en tijdschriften er zijn, en wat hun functie is.

Items in this lesson

Media

Kranten en tijdschriften

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke verschillende soorten kranten en tijdschriften er zijn, en wat hun functie is.

Slide 2 - Slide


Tijdschriften

  • ...worden gemaakt voor een doelgroep
  • ...verschijnen niet elke dag

Slide 3 - Slide


Soorten tijdschriften

  • Jongerenbladen
  • Gezinsbladen
  • Roddelbladen
  • Hobbybladen
  • Vakbladen
  • Tv-gidsen

Slide 4 - Slide


Kranten

  • ...worden gemaakt voor meerdere doelgroepen
  • ...verschijnen elke dag

Slide 5 - Slide


Populaire kranten en
kwaliteitskranten

Slide 6 - Slide

Populaire kranten
Kwaliteitskranten
Doelgroep
Inhoud
Kranten
Opmaak
  • alle lagen van de bevolking
  • hogere sociale klassen (=mensen met een hoge opleiding en hoog inkomen)
  • nadruk op sensatie, misdaad, rampen, sport, bekende personen
  • meer serieus nieuws, politiek en achtergronden van gebeurtenissen.
  • AD (Algemeen Dagblad
  • Telegraaf
  • Parool
  • Trouw
  • Volkskrant
  • NRC (Handelsblad)
  • grote foto’s, koppen met grote letters boven een artikel, korte artikelen, makkelijk taalgebruik
  • ‘saaie’ opmaak, minder foto’s, meer tekst, lange artikelen, moeilijk taalgebruik

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Video
Focus op de maatschappij: Kranten en Internet

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Begrippen uit deze les

  • tijdschriften
  • doelgroep
  • populaire kranten
  • kwaliteitskranten

Slide 11 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 12 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 13 - Open question