TisTaal by Dutchily E.E.
Speak Dutch. Live Dutch.

Groep 4 | taal | werkwoorden

Nieuw logo
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsTaal+2BasisschoolGroep 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nieuw logo

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Taal
Doel van deze les: ik weet wat een werkwoord is en ik herhaal de woordsoorten: lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord.

Slide 2 - Slide

Bespreek het doel van de les met de leerlingen. Wat gaan ze deze les oefenen/leren?
Werkwoorden zijn dingen die je kan doen. Daarom noemen we ze ook wel eens doe-woorden.

Slide 3 - Slide

Laat de leerlingen de plaatjes (werkwoorden) benoemen.
Bekijk via het oogje het uitlegblad.

Slide 4 - Slide

Bekijk samen het uitlegblad. Klik op het oogje om het uitlegblad te openen. Daarna heb je de mogelijkheid om de afbeelding te vergroten (inzoomen). 
Bekijk het uitlegfilmpje op de volgende slide

Slide 5 - Slide

Bekijk op de volgende slide het uitlegfilmpje.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke werkwoorden zie je?

Slide 7 - Mind map

Laat de leerlingen in 1 of 2 minuten zoveel mogelijk woorden opschrijven. Daarna worden alle woorden besproken. 


Werkwoorden vertellen ons dat iets gebeurt.
het sneeuwt
het waait
het regent

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen benoemen wat er op de plaatjes gebeurt.
Werkwoorden vertellen ons dat iemand iets is of wordt.
Zij is bakker.
Lexi wordt model.
Lexi is juf.

Slide 9 - Slide

Bespreek de voorbeelden en vraag of de leerlingen nog andere voorbeelden kunnen benoemen.

Wat word jij later?

Slide 10 - Open question

Eigen antwoord, bespreek de antwoorden.

Even herhalen .....
Lidwoord, zelfstandig naamwoord  en bijvoeglijk naamwoord.

Slide 11 - Slide

We herhalen de lesstof van vorige week.
Er zijn drie lidwoorden:
de    het    een
Je zet ze voor een zelfstandig naamwoord
de
auto

Slide 12 - Slide

Leg uit, benoem de verschillende woordsoorten aan de hand van de kleurtjes.
Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over het zelfstandig naamwoord
de
auto
gele

Slide 13 - Slide

Op deze slide komt het bijvoeglijk naamwoord erbij....benoem de verschillende woordsoorten wederom met behulp van de verschillende kleuren. 
Welke zelfstandige naamwoorden zie je?

Slide 14 - Mind map

Geef de leerlingen 5 minuten om zelfstandig naamwoorden te vinden op de afbeelding. Bespreek dit klassikaal.


Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
oranje
C
bus

Slide 15 - Quiz

Antwoord B: oranje.

Wat zijn de lidwoorden in deze zin?
De oude opa zit op het groene bankje.

Slide 16 - Open question

Antwoord: de het.

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in deze zin?
De oude opa zit op het groene bankje.

Slide 17 - Open question

Antwoord: opa, bankje.

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin?
De oude opa zit op het groene bankje.

Slide 18 - Open question

Antwoord: oude, groene.

Wat is het werkwoord in deze zin?
De oude opa zit op het groene bankje.

Slide 19 - Open question

Antwoord: zit.
Liedjeskast dia
Zing mee met het spellinglied! Deze video is niet beschikbaar in de demoversie!

Slide 20 - Slide

Zing mee met de liedjeskast.

Slide 21 - Slide

Deel nu de werkbladen uit. De leerlingen gaan aan de slag met de werkbladen. Je kan de werkbladen ook als huiswerk meegeven.
Reflecteren

Slide 22 - Slide

Laat de leerlingen antwoord geven op de reflectievragen.
Je kan dit mondeling doen, maar je kan er ook voor kiezen om dit te laten invullen op het reflectieblad dat als bijlage is toegevoegd. Dit blad kan daarna ook opgenomen worden in de portfoliomap.

Heb ik het doel van deze les behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Laat de leerlingen zichzelf inscoren, vinden zij dat ze het lesdoel behaald hebben? Je kan aan de hand van de scores een kort evaluatiegesprek voeren in de klas.
Deze les is gemaakt door Tistaal by Dutchily. Op de vermelde bronnen na, alle rechten voorbehouden aan team Dutchily. 



Slide 24 - Slide

This item has no instructions