Wijzer in geldzaken
Leren omgaan met geld

Hoe ben jij je GELD de BAAS?

Hoe ben jij je GELD de BAAS?
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BurgerschapskundeMentorles+1MBOMiddelbare schoolLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Introduction

Deze interactieve les is bedoeld als introductie op de geld challenges en gaat in op het thema ‘Hoe ben jij je GELD de BAAS?’. Met dit thema zet de Week van het geld jongeren in hun kracht door ze te leren hoe ze een ware ‘baas’ worden over hun eigen financiën. De lesduur is tussen de 30 minuten tot 50 minuten. Door middel van de interactieve elementen worden de leerlingen uitgedaagd na te denken over de vraag: hoe ben jij je GELD de BAAS?.

Instructions

Met deze lessen behandel je onderwerpen als: financiële verleidingen, rekeningen, geldcriminaliteit en toekomst en daag je leerlingen uit om een jongerencampagne te bedenken. Het beste campagne-idee van jouw klas kun je insturen voor de Week van het geld Awards! Kijk voor meer informatie op: weekvanhetgeld.nl/awards

Deze les kan zowel met als zonder devices gegeven worden.

Met devices:
- Klik op 'Geef les'
- Zet in het scherm linksonder de vinkjes aan bij 'devices in de klas' en bij 'toon bij student'
- De leerlingen kunnen dan op hun eigen device de opdrachten maken

Zonder devices:
- Open vragen: In de klas vragen naar de verschillende meningen en/of ervaringen
- Sleepvragen: Haal om de beurt leerlingen naar voren om de opdracht op het digibord met elkaar te maken
- Poll: Laat leerlingen in plaats van de poll in te vullen hun hand opsteken, het antwoord op wisbordjes schrijven, etc.
- Quizvragen: Laat de klas het breedst gedragen antwoord kiezen en vul dat in

Instructions

Items in this lesson

Hoe ben jij je GELD de BAAS?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Legenda
Hotspot
Sleepvraag
Open vraag
Poll
Woordweb
Quizvraag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ben jij je GELD de BAAS?
Tijdens de week van het GELD gaan we het gesprek aan over financiële onderwerpen, zoals geldcriminaliteit, influencers en achteraf betalen.
GELD challenges
We dagen je uit om een eigen jongerencampagne te bedenken rondom één van de 4 GELD-challenges: verleidingen, rekeningen, de toekomst en geldcriminaliteit.
Week van het Geld Awards
Tijdens een spetterende awardshow strijden klassen uit het vo en mbo om de Week van het GELD Award. De groep met de beste jongerencampagne voor één van de GELD-challenges wint.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

 jouw financiële
VERLEIDINGEN
jouw (toekomstige)
REKENINGEN

de werkwijze van
GELDCRIMINELEN
jouw invloed op 
je TOEKOMST
Na deze les ben jij je meer BEWUST van...

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Weet jij hoeveel GELD er nú op jouw rekening staat?

Slide 5 - Poll

Voor de docent

Instructie
Met devices:
  • De leerlingen klikken het antwoord aan wat het dichtst bij de waarheid ligt.
  • Hebben alle leerlingen geantwoord, klik dan door naar de volgende slide. Hier zal een diagram de aantallen per antwoord aangeven.
Zonder devices:
  • Werken de leerlingen zonder devices, dan zou je de handen per antwoord op kunnen laten steken. 
  • Schrijf de aantallen per optie op, zodat het inzichtelijk is voor de leerlingen wat de verdeling in de klas is.
Bespreek met de leerlingen dat het vaak lastig is overzicht te houden op je geldzaken. 
Veel leerlingen (maar ook volwassenen) weten niet wat zij (nog) te besteden hebben. 
  • Wat zegt de poll over de klas? Hebben zij een goed beeld van het geld dat zij te besteden hebben?
  • Hadden zij dit resultaat verwacht? Waarom wel/niet?
  • Zijn er leerlingen die uitleg willen geven bij hun keuze?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Het is zo verleidelijk om alles te willen hebben.
Hoe beslis jij wat je wel en niet koopt?

Slide 7 - Open question

Voor de docent
DOEL:
Met deze vraag worden de leerlingen bewust gemaakt van hun koopgedrag. Is het impulsief of denken ze vooraf na. En wat maakt dat ze impulsieve aankopen doen (of juist niet!)?

Instructie
Met devices:
  • De leerlingen typen het antwoord in op hun mobiel of laptop. 
  • Alle antwoorden verschijnen op het bord.
Zonder devices:
  • Deel briefjes uit en laat de leerlingen daarop hun antwoord schrijven.
  • Geef leerlingen een beurt en laat hen vertellen hoe zij hun aankoopgedrag beschrijven.
Bespreek de antwoorden op deze vraag met de groep.
Vragen die je zou kunnen stellen n.a.v. de antwoorden:
  • Hoe vaak koop je iets dat je eigenlijk niet nodig hebt?
  • Heb je achteraf spijt van impulsieve aankopen?
  • Hoe vaak kies jij er bewust voor iets níet te kopen? Wat is dan de reden dat je het niet koopt?
  • Hoe voelt het om iets te kopen waar je langer voor hebt gespaard? Voelt dat anders en waarom?
  • Geldt dat voor jou als docent hetzelfde? Of ben jij gevoeliger voor ander soort aankopen?
Tips:
  • Je kunt leerlingen ook in tweetallen over de vraag laten overleggen. Vraag vervolgens diverse tweetallen naar de strekken van het gesprek.

?
Waar geef jij het meeste GELD aan uit?

Slide 8 - Poll

Voor de docent
Deze opdracht toont aan waar leerlingen het meeste geld aan uitgeven. 

Afbeeldingen in de opdracht:
- Koptelefoon = accessoires
- Controller = Games
- IJsje = Snacks/Eten
- Zwaard = In game aankopen
- Schoen = Kleding
- Tasjes = Shoppen
- Pot met geld = Sparen
  • Hadden de leerlingen deze uitslag verwacht?
  • Als er werd gekozen voor de '...' waar geven die leerlingen dan hun geld aan uit? Herkennen andere leerlingen dat?
  • Hebben de leerlingen een idee hoeveel geld ze per maand aan deze 'verleiding' uitgeven?

?
Herken jij jouw financiële VERLEIDINGEN?
Sleep jouw verleidingen naar de min-munt. 
Games
Kleding
Shoppen
In game/-app aankopen
Influencers
Aanbiedingen
Snacks
(Vul zelf in...)

Slide 9 - Slide

Voor de docent
Deze opdracht helpt leerlingen bewust te worden van de verleidingen waar zij gevoelig voor zijn. 
Vermeld duidelijk dat er geen goed of fout antwoord is.

Instructie
Met devices: 
  • Laat de leerlingen op hun device die verleidingen waar zij gevoelig voor zijn naar de min-munt verslepen. 
  • Laat hen vervolgens in tweetallen of groepjes de verleidingen vergelijken. 
  • Laat hen vragen stellen als: Wat maakt dat de één wel gevoelig is voor bijvoorbeeld influencers en de ander niet? Begrijpen zij elkaars verleidingen? Wat zou er gebeuren als zij er niet aan toegaven?
  • Bespreek de uitkomsten van de gesprekken in de klas. 
Zonder devices: 
  • Haal steeds een leerling voor het digibord en laat zijn of haar grootste verleiding naar de munt slepen. Is dit te confronterend voor de leerlingen in jouw groep, kies dan voor de volgende optie.
  • Je kunt er ook voor kiezen per hotspot de vingers op te laten steken wie wordt overgehaald door de verschillende verleidingen. Dit is minder confronterend voor de inviduele leerling.
  • Ga het vervolgens het gesprek aan: Wie snapt deze verleiding? Wat maakt het zo verleidelijk? Wat gebeurt er als er niet aan de verleiding wordt toegegeven?
Naar aanleiding van het gesprek kan de conclusie zijn dat de leerlingen ervaren dat ze al snel veel geld uitgeven aan kleine dingen. Het zijn geen grote bedragen, maar alles bij elkaar tikt het snel aan.




Hoe komt het dat je wordt verleid tot kopen?
?

Slide 10 - Open question

Voor de docent

Bespreek de antwoorden op deze vraag met de groep.
Stel daarbij aanvullende vragen:
  • Hoe zouden zij die verleidingen de baas kunnen zijn? Hebben zij daar zelf ideeën bij? 
  • Hoe zouden zij andere leeftijdsgenoten hierbij willen helpen?
Dit is de uitdaging van Challenge 1 (zie de op een na laatste slide van deze les).


Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Wordt jij wel eens verrast door het saldo van je bankrekening?

Slide 12 - Poll

Voor de docent

Bespreek met de leerlingen dat het vaak lastig is overzicht te houden op je geldzaken. 
Veel leerlingen (maar ook volwassenen) weten niet wat zij (nog) te besteden hebben. 

  • Wat zegt de poll over de klas? Hebben zij een goed beeld van het geld dat zij te besteden hebben?
  • Hadden zij dit resultaat verwacht? Waarom wel/niet?

Voordelen
Voordelen
Nadelen
Hoe komt het dat je wel eens verrast wordt
door jouw banksaldo?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

?
Van welke dienst maak jij wel eens gebruik?
Sleep de logo's naar de portemonnee. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de voor- en nadelen van ACHTERAF BETALEN?
?
Nadelen
Voordelen

Slide 15 - Mind map

Voor de docent
DOEL:
Achteraf betalen heeft zijn voor- en nadelen. Leerlingen worden bij deze vraag uitgedaagd om de beide kant van achteraf betalen te belichten. 

Instructie
Met devices:
  • De leerlingen toetsen hun antwoorden in op hun mobiel of laptop.
  • Deze verschijnen op het digibord
  • Verschuif de antwoorden samen met de leerlingen naar de Voordelen- of de Nadelen-kant.
Zonder devices:
  • Leerlingen kunnen antwoorden schrijven op Post-its.
  • Nadat alle antwoorden gegeven zijn, kunnen deze met elkaar opgeplakt worden aan de voor- of nadelen-kant van de muur/het bord/...
Bespreek:
  • Welke  conclusie trekt de klas na deze opdracht? Is achteraf betalen te allen tijden af te raden?
Als je 18+ bent, welke REKENINGEN moet je dan 
maandelijks betalen?
?

Slide 16 - Mind map

Voor de docent
Voor de leerlingen die 18 jaar worden, komt er best veel op hun pad. Ze worden ook verantwoordelijk voor hun eigen financiën.

Hoe gaan zij zorgen voor voldoende inkomsten? Weten zij deze verantwoord te besteden? Houden zij er rekening mee voorbereid te zijn op onvoorziene gebeurtenissen (verlies van je mobiel, je fiets wordt gestolen, etc). En hoe houd je met al die verantwoordelijkheden overzicht over je geldzaken?

Kortom...Hoe blijven zij hun REKENINGEN de BAAS?
Deze vraag staat centraal bij Challenge 2 (Zie slide 28).

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

GELDCRIMINALITEIT
Waar denk jij dan aan?

Slide 18 - Mind map

Voor de docent
Geldcriminaliteit kent vele verschijningsvormen, zoals geldezels, phishing en whatsappfraude. 

Ga met de leerlingen in gesprek over geldcriminaliteit:
  • Wie is wel eens slachtoffer geworden van een geldcrimineel?
  • Hoe ging dat? Wat heb je gedaan?
  • Wie is zich bewust van het gevaar slachtoffer te worden?
  • Welke ervaringen zijn er in de klas? 
Herken jij de fraudeur?
Sleep een uitroepteken naar ieder kenmerk waar jij een fraudeur aan herkent.
zal je alle tijd geven om na
te denken over het verzoek
neemt onverwachts contact met je op.
heeft een betrouwbaar en verzorgd uiterlijk.
heeft een zielig verhaal over onverwachte geldproblemen.
neemt alle tijd om jouw vertrouwen te winnen.
is een onverzorgd en
onguur type.
probeert aan jouw persoonlijke gegevens te komen.
Een fraudeur...
zet jou onder tijdsdruk. Je moet nú actie ondernemen!
zal je altijd toestaan advies te vragen bij een volwassene. 
zal nooit om je bankrekening,
pin of  inloggegevens vragen.
doet je een aanbod dat 
te mooi is om waar te zijn.
bedreigt je en zegt dat je de politie niet mag waarschuwen.

Slide 19 - Drag question

Voor de docent
Doel:
De leerlingen duidelijk te maken dat fraudeurs geen 'Boze Boeven' zijn.
Het zijn juist mensen die heel slim gebruik maken van hun ogenschijnlijke betrouwbaarheid.

Instructies
Met devices (laptop geadviseerd)
  • Laat de leerlingen individueel of in tweetallen de vraag maken.
Zonder devices
  • Laat één voor één een leerling naar voren komen om een uitroepteken te slepen naar een van de kenmerken.
  • Klik rechtsonder op de knop 'Controleren' om te zien of de uitroeptekens goed versleept zijn.
Na het verslepen:
  • Bespreek de resultaten na.
  • Welk kenmerk verrast jullie? Waar zou jij gevoelig voor zijn? Voor de tijdsdruk? Het aangeboden geld? Of het zielige verhaal over geldproblemen?
  • Heeft een van jullie wel eens met een fraudeur te maken gehad? Hoe heb je dat aangepakt. 
De gegevens uit deze slide zijn afgeleid van de basisles op de site www.zowerktfraude.nl.

In ruil voor een flinke beloning storten geldcriminelen gestolen geld (gekregen via oplichting) voor een korte periode op de rekening van een jongere. Om het bedrag daarna met de bankpas te pinnen. 
Hoe noem je iemand die zijn bankrekening daarvoor laat gebruiken?
A
Een ezelsoor
B
Een muilezel
C
Een pakezel
D
Een geldezel

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Banken zijn alert op het witwassen van geld via bankrekeningen. 
Zij komen in actie als er veel geld op een rekening wordt gestort 
en het snel wordt opgenomen.
Stel jij bent ingezet als geldezel en je wordt gepakt.
Ben jij dan schuldig aan een crimineel vergrijp?
A
Nee, je bent juist een slachtoffer van geldcriminelen. Daar kan je niets aan doen.
B
Ja, je bent schuldig. Je krijgt een waarschuwing dat je het niet nog een keer mag laten gebeuren.
C
Ja, je bent schuldig. Je krijgt een strafblad en de kans is aanwezig dat je het geld terug moet betalen.
D
Nee, je bent niet schuldig. Je moet wel een cursus volgen zodat het niet nog eens gebeurt.

Slide 21 - Quiz

Voor de docent

Het feit dat geldezels niet als slachtoffer, maar als dader worden gezien kan voor reacties zorgen.

Bespreek met de klas:
  • Vinden jullie het eerlijk dat een geldezel gepakt wordt? Waarom wel/niet?
  • Wat zou in jullie ogen moeten gebeuren met een geldezel?
Wat doe jij om niet het slachtoffer te worden van
GELDCRIMINALITEIT?
?

Slide 22 - Mind map

Voor de docent
In dit woordweb kunnen de leerlingen alle mogelijke oplossingen aangeven om zichzelf te beschermen tegen geldcriminaliteit.

De antwoorden kunnen eventueel in categorieën bij elkaar worden gezet; digitale beveiliging (wachtwoorden, blokkeren, firewalls, etc), hulp van derden (praten met vrienden, volwassenen, adviserende instanties), alert blijven, etc.

Bespreek met groep of zij met elkaar voldoende op de hoogte zijn van welke vormen van Geldcriminaliteit er zijn én hoe zij zich er tegen kunnen beschermen.

Wie wil voorkomen dat leeftijdsgenoten trappen in de trucs van geldcriminelen, zou uitgedaagd kunnen worden in Challenge nr. 3 (zie de op een na laatste slide).

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

?
Waar spaar jij voor? Of waar wil je voor sparen?
Klik op de hotspots en sleep ze naar het bij jou
passende vak.
studie
games
pensioen
Shoppen
vakantie
woning
kleding
Nooit
Ooit
Nu
rijbewijs

Slide 24 - Slide

Voor de docent

Instructies klassikaal (zonder devices)
  • Klik op een hotspot en laat de klas vingers op steken per item. Wie kiest voor Nooit, wie voor Ooit en wie voor Nu. Sleep de hotspot naar het vak met de meeste stemmen.
  • Ga vervolgens het gesprek met ze aan. Waarom spaart de ene leerling wel en de ander niet? Hoe bepalen ze de figuurlijke waarde van een item? Hoe lastig is het om je wensen van nu af te wegen tegen jouw belangen later?
  • Als je groep het aan kan, zou je de drie partijen met elkaar kunnen laten discussiëren. 
Instructies met devices
  • Laat de leerlingen ieder voor zich de vraag beantwoorden. 
  • Maak vervolgens tweetallen en laat ze met elkaar de antwoorden bespreken. 
  • Waar zitten de verschillen? Hoe beargumenteren ze hun keuze? Welke vraag zouden ze de ander willen stellen naar aanleiding van de ingevulde vraag?
  • Klassikaal zou je kunnen kijken wat de strekking van de onderlinge gesprekken was.

Ga jij weleens niet mee met vrienden? Of koop jij iets niet om te bereiken waar je voor spaart?

Slide 25 - Poll

Voor de docent
Het resultaat van de poll biedt een mooi startpunt voor een gesprek.
- Hoe gedreven zijn de leerlingen om te sparen? Is de verleiding van dat moment groter dan het in de toekomst liggende doel?
- Zijn de leerlingen zich bewust van hun verantwoordelijkheid nu over hun financiële situatie later? 
- Zijn er leerlingen in de groep die sparen? Zo ja, waar sparen zij voor?

Voordelen
?
Denkend aan later. Waar droom jij van?
Hoe zie jij jouw toekomst voor je?

Slide 26 - Open question

Voor de docent
Daag bij deze vraag de leerlingen uit groot te dromen. 

  • Wat verwachten zij van hun toekomst?
  • Hoe willen ze later wonen?
  • Wat willen ze kunnen doen (en laten)?
  • Wanneer willen zij met pensioen?
Bekijk met elkaar de antwoorden en stel eens de vragen:
  • Hoe haalbaar zijn deze wensen?
  • Wanneer heb je genoeg om goed te kunnen leven? En wat is dat, een goed leven?
  • Kunnen de leerlingen van nu er vanuit gaan dat zij dezelfde zorg en middelen krijgen als de ouderen nu?
  • Wat betekent dat voor het omgaan met geld voor hen? Dromen is mooi, sparen ook, maar waarvoor en hoeveel heb je eigenlijk nu en later nodig? Zo lang je bewust bent van wat je wilt en wanneer je het wilt én je daarop (tijdig) anticipeert dan maak je de goede afwegingen. Jij hebt de regie over je eigen leven. Maar je moet niet je kop in het zand steken.

Wij dagen je uit!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

GELD challenges
Bedenk een campagne voor jongeren om hen te helpen de BAAS te worden 
over hun GELD.
Kies één van de vier onderwerpen: Je verleidingen, 
Je rekeningen, Geldcriminaliteit of Je toekomst. 
Het beste campagne-idee van jouw klas kun je insturen voor de Week van het geld Awards.
Misschien wordt jouw klas wel genomineerd voor het beste idee van Nederland en zijn jullie aanwezig op het 'Week van het geld Awards'-event! 
Challenge 1
Hoe ben jij
VERLEIDINGEN
de BAAS?
Challenge 3
Hoe ben jij
GELDCRIMINELEN
de BAAS?
Challenge 2
Hoe ben jij je
REKENINGEN
de BAAS?
Hoe ben jij je
TOEKOMST
de BAAS?
Challenge 4

Slide 28 - Slide

Voor de docent
Deze challenges zijn een heel belangrijk onderdeel van de Week van het Geld.

Deze les is gemaakt om bewustwording te stimuleren. De challenges zijn ervoor om de leerlingen effectieve opties te laten bedenken om leeftijdsgenoten  te helpen om baas over eigen geld te worden.

Ze duiken dieper in één van de vier onderwerpen en ontwikkelen een uitdagende, passende challenge.
Voor ieder thema is een les ontwikkeld waarin de challenge worden uitgelegd.
De leerlingen kunnen in groepjes zelfstandig met de les aan het werk.

Kijk hier voor meer informatie over de Week van het geld Awards.

Voordelen
?
Waar ben je meer bewust van geworden?
Schrijf drie dingen op die jou gaan helpen om BAAS over jouw geld te worden.

Slide 29 - Open question

Voor de docent
Daag bij deze vraag de leerlingen uit groot te dromen. 

  • Wat verwachten zij van hun toekomst?
  • Hoe willen ze later wonen?
  • Wat willen ze kunnen doen (en laten)?
  • Wanneer willen zij met pensioen?
Bekijk met elkaar de antwoorden en stel eens de vragen:
  • Hoe haalbaar zijn deze wensen?
  • Wanneer heb je genoeg om goed te kunnen leven? En wat is dat, een goed leven?
  • Kunnen de leerlingen van nu er vanuit gaan dat zij dezelfde zorg en middelen krijgen als de ouderen nu?
  • Wat betekent dat voor het omgaan met geld voor hen? Dromen is mooi, sparen ook, maar waarvoor en hoeveel heb je eigenlijk nu en later nodig? Zo lang je bewust bent van wat je wilt en wanneer je het wilt én je daarop (tijdig) anticipeert dan maak je de goede afwegingen. Jij hebt de regie over je eigen leven. Maar je moet niet je kop in het zand steken.


Voordelen
?
Wat vraag jij je af na deze les?
Schrijf twee vragen op die jij nog graag wilt stellen naar aanleiding van deze les.

Slide 30 - Open question

Voor de docent
Daag bij deze vraag de leerlingen uit groot te dromen. 

  • Wat verwachten zij van hun toekomst?
  • Hoe willen ze later wonen?
  • Wat willen ze kunnen doen (en laten)?
  • Wanneer willen zij met pensioen?
Bekijk met elkaar de antwoorden en stel eens de vragen:
  • Hoe haalbaar zijn deze wensen?
  • Wanneer heb je genoeg om goed te kunnen leven? En wat is dat, een goed leven?
  • Kunnen de leerlingen van nu er vanuit gaan dat zij dezelfde zorg en middelen krijgen als de ouderen nu?
  • Wat betekent dat voor het omgaan met geld voor hen? Dromen is mooi, sparen ook, maar waarvoor en hoeveel heb je eigenlijk nu en later nodig? Zo lang je bewust bent van wat je wilt en wanneer je het wilt én je daarop (tijdig) anticipeert dan maak je de goede afwegingen. Jij hebt de regie over je eigen leven. Maar je moet niet je kop in het zand steken.


Wat vind jij deze les waard?
?
Hoe meer geld je uitgeeft, hoe meer je van deze les geleerd hebt.

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

11 t/m 15 maart 2024

Slide 32 - Slide

This item has no instructions