Les 6 Samenwerken in de MZ

• Deskundigheid
• MBO
• Studiejaar 2

Les 6 Samenwerken in de MZ

Lesdoelen

• Je kunt samen werken met het informele en sociale netwerk van een client. 
• je kunt benoemen wat aandachtspunten zijn voor een goede samenwerking.
• Je kunt de client doorverwijzen op basis van kennis over de sociale kaart en steun systemen.

leermiddelen

uit deze 2 boeken gaan we het meeste werken

check de leswijzer 

voor info 

Rollen eindopdracht

Groepjes van 4 of 5 studenten. Bij 4 studenten worden de volgende rollen verdeeld:

1. Maatschappelijk werker

2. Ambulant begeleider

3. Psycholoog

4. Trajectbegeleider

Bij 5 studenten kan de rol ‘psychomotorisch therapeut’ worden toegevoegd.

Succes met de groepen maken en rollen verdelen, klaar? 1 persoon vult straks alles in via lesson up. 

Wat gaan we doen?

Recap vorige les

Verdieping samenwerkings modellen 

Planning MDO

Werken aan Deelopdrachten 3

Voorbereiden MDO

Navraag ervaringsdeskundige informatie gastbezoek. 

Op welke (4) punten zijn ervaringsdeskundigen waardevol?

Terugblik gastles

- empowerment: vinden en ontwikkelen van eigen kracht. 

- deskundigheid: ziekte en herstel brengen in team. 

- gevoeligheid voor herkenning en erkenning. (minder uitleg nodig)

- nuttige critici: zorg verbeteren. 

Wat zijn mogelijke valkuilen in het werken met ervaringsdeskundigheid?

Terugblik gastles

- negatieve ervaringen uit eigen verleden aanlopen. 

- moeten vechten tegen vooroordelen. (kwetsbaar, minder belastbaar). 

-  onduidelijkheid over de functie. 

- Stabiel genoeg zijn. 

(geen direct professional vanuit opleiding, maar vanuit ervaring)

Mantelzorg 

• Er zijn in Nederland 5 miljoen mantelzorgers. Dit betekent dat 1 op de 3 mensen mantelzorger is. (Rijksoverheid). 
• 25 % van de kinderen en jongeren in NL is jonge mantelzorger. 
• 4 groepen mantelzorgontvangers: mensen met LVB, mensen met tijdelijke ziekte (mentaal/lichamelijk), mensen met chronische ziekte, ouderen. 

Opgroeien met iemand in directe omgeving met chronische ziekte, beperking, psychische problemen of verslaving. (soms tevens ouderrol). 

Wat is het verschil tussen mantelzorg en vrijwilligerswerk?

Tekst

Verschil uitleg: 

Mantelzorg is onbetaalde en vaak langdurige zorg voor een naaste. Mantelzorgers geven die zorg, omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. Vrijwilligerswerk binnen de zorg is ook onbetaald en niet verplicht, maar vindt plaats in een georganiseerd verband. Vrijwilligers werken voor mensen die ze in het begin vaak nog niet persoonlijk kennen.

Mantelzorg valt dus niet onder vrijwilligerswerk omdat het niet binnen een georganiseerd verband is. Een cliënt krijgt in eerste instantie vaak ondersteuning van een mantelzorger en daaromheen staan vrijwilligers die hulp en ondersteuning bieden aan zowel de cliënt als de mantelzorger.

Betrokkenheid 

Een goede afstemming en samenwerking tussen formele en informele ondersteuning is belangrijk. 

Vrijwilligers, mantelzorgers en familie voelen zich serieus genomen als zij worden betrokken bij de keuzes bij de ondersteuning aan mensen en houden het geven van ondersteuning zo ook langer vol.

Wat zou jij kunnen doen in de 

samenwerking 

met informele ondersteuning?

Sofa model samenwerken met mantelzorg

Het SOFA-model  ( Samenwerken, Ondersteunen, Faciliteren en Afstemmen) helpt een goede samenwerking tussen professionals en mantelzorgers te realiseren. Het model gaat uit van de vier verschillende rollen die een mantelzorger kan vervullen:

1. Naaste

2. Hulpvrager

3. Expert

4. Partner in de zorg            Hoe zien deze rollen eruit?

Naaste: vanuit de persoonlijke relatie; navragen (persoonlijke behoeftes m & hv. ). 

Hulpvrager: kan sprake zijn van beginnende overbelasting (checken belasting/energie). 

Expert: passende zorg afstemmen en belangrijk om te weten (advies & betrekken). 

Partner in zorg: medehulpverlener met wie je afstemt. (verw uitspreken in samenwerking, evalueren). 

De 4 verschillende rollen die een mantelzorger heeft aanspreken. 

1. Naaste
2. Hulpvrager
3. Expert
4. Partner in de zorg

SOFA staat voor Samenwerken, Ondersteunen, Faciliteren en Afstemmen. 

Naaste: vanuit de persoonlijke relatie; navragen (persoonlijke behoeftes m & hv. ).

Hulpvrager: kan sprake zijn van beginnende overbelasting (checken belasting/energie).

Expert: passende zorg afstemmen en belangrijk om te weten (advies & betrekken).

Partner in zorg: medehulpverlener met wie je afstemt. (verw uitspreken in samenwerking, evalueren). 

WIFA model vrijwilligers

 Een vrijwilliger zet zich in met als betaling een positieve waardering. Je doel is om de vrijwilliger zo lang mogelijk aan je organisatie te binden, zodat je niet op zoek hoeft naar nieuwe vrijwilligers. Voor jou is het belangrijk te weten wat de vrijwilliger wel en niet prettig vindt aan zijn werk.

Het WIFA-model

De afkorting WIFA staat voor Waarderen, Informeren, Faciliteren en Afstemmen. Het WIFA-model is een manier om de samenwerking tussen professional en vrijwilliger te versterken.

Waarderen: praatje/compliment (als persoon leren kennen). 

Informeren: informatie wanneer de situatie veranderd (client, organisatie;beleid). 

Faciliteren: kennis en informatie bevordering. (inwerkprogramma/kenm)

Afstemmen: taken afstemmen met team (verwachtingen en grenzen vrijwilliger). 

Meerwaarde  Vrijwilligers/Mantelzorgers/  Sociaal netwerk

• 
  

Valkuilen Vrijwilligers/Mantelzorgers/ Sociaal netwerk

• 
  

Sociaal netwerk /kaart

Daar hebben jullie het al veel over gehad natuurlijk. maar:

Wie wat waar wanneer waarom en hoe kunnen we het netwerk van een client nou inzetten?

En hoe kunnen we het netwerk van iemand "versterken"

1. Geef 1 tip hoe jullie het netwerk zouden versterken
2. Wat was ook alweer het nut van de sociale kaart?
3. Waarom is een netwerk noodzakelijk?

Steun systemen

Soms is het netwerk van de client, niet bestaand. Gelukkig zijn er dan alternatieven om in te zetten, bijvoorbeeld een maatschappelijk steun systeem.

Voorbeeld: Haags steun systeem. 

Als MZ'er kun je een client 

hierbij ondersteunen 

en naar doorverwijzen.

Werken aan de deelopdrachten

3. ondersteuningsplan