les 3 coronaweken

1 / 45
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

programma
1. Introductie (droogte)
2. Moeilijkheden weektaak?
3. Aan de slag (samen)
4 . Weekopdracht
5. Rondvraag

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Vragen over weektaak
DUOPOLIE

EASYPEN

FORMULES LESSONUP

Slide 4 - Slide

knik

Slide 5 - Slide

opgave 39 (max winst, hoeveel winst, GO lijn bij toetreders erbij, BEP)

Slide 6 - Slide

toets
Markt vraag en aanbod: H2
Marktfalen en -vormen: H1

Slide 7 - Slide

Oefen met integratieopgaven  en herhalingsopdrachten

geen grafische rekenmachine

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

opgave 33 (H1)
lezen (4min)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

VRAGEN?

Slide 17 - Slide

Weekopdracht
Voorbeeld toets (controleer even in SOM, vrijdag 19 juni a.s.)


vragen?

Slide 18 - Slide

Rondvraag
Wat geleerd vandaag?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

slot


wat heb je geleerd?




Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Winstmaximalisatie prijszetters

In deze LessonUp gaat het over waar een prijszetter winst maakt en hoe groot deze winst is. Ook kijken we naar waar de omzet maximaal is.

Het grootste verschil met een hoeveelheidsaanpasser is dat de prijs niet meer vanuit de markt komt en daarom de marginale opbrengsten niet meer gelijk zijn aan de prijs (GO).

Slide 25 - Slide

Endogene prijs

Bij prijszetters kunnen zelf ‘de prijs zetten (vaststellen), dus de prijs wordt bepaald door de individuele aanbieder zelf. Dat betekent dat de prijs endogeen is.


Uiteraard moet de aanbieder er wel rekening mee houden dat de vraag daalt als de prijs stijgt.


Slide 26 - Slide

Prijsafzetlijn
De collectieve vraaglijn naar een bepaald product is ook tevens de prijsafzetlijn van een prijszetter. (De collectieve vraag is de vraag van alle consumenten naar het product van die ene aanbieder.)

Slide 27 - Slide

Voorbeeld
Collectieve vraaglijn: qv = -4p + 80
De prijsafzetlijn staat meestal in deze vorm: p = -0,25q + 20
(qv = -4p + 80       4p = -q + 80      p = -0,25q + 20)

Slide 28 - Slide

Oefenopgave 1: prijsafzetlijn

Geef prijsafzetlijn in de vorm p = -a q + b
qv = -3p + 120


qv = -3p + 120   3p = -q + 120   p = -0,33q + 40

Slide 29 - Slide

Marginale opbrengst (MO)
De marginale opbrengst is de extra opbrengst wanneer je één (eenheid) product meer produceert / verkoopt. Dit is niet meer gelijk aan de verkoopprijs zoals bij hoeveelheidsaanpassers. Prijszetters moeten namelijk voor iedereen de prijs verlagen als ze meer willen verkopen.

Slide 30 - Slide

Voorbeeld
Stel: verkoopprijs v.e. product € 10. De vraag is dan 1 product. De opbrengst is € 10. De aanbieder wil één product meer verkopen. De betalingsbereidheid van de persoon die hij daarmee wil bereiken ligt echter onder de € 10, dus bijv. bij € 9. Hij zal de prijs moeten laten zakken tot € 9. Het eerste product wordt dan ook ‘maar’ voor € 9 verkocht. Opbrengst is nu 2 x € 9 = € 18. De extra opbrengst is dus € 18 - € 10 = € 8 (en dus niet gelijk aan de prijs).

Slide 31 - Slide

GO- en MO-lijn
In een grafiek daalt de MO-lijn 2x zo snel als de prijsafzetlijn (GO-lijn).

Slide 32 - Slide

Oefenopgave 2: tekenen MO-lijn

Gegeven is de volgende vraaglijn: qv = -3p + 120
Teken de GO-lijn en MO-lijn in één grafiek.


Slide 33 - Slide

Maximale omzet
De omzet (TO = p x q) is maximaal als MO = 0.
Uitleg: zolang MO positief is (de extra opbrengst neemt dan toe), zal bij een stijgende afzet de TO toenemen Als MO negatief is, zal TO bij stijgende afzet juist afnemen. De MO is dus maximaal als MO niet positief of negatief is, dus 0.
Let op: de maximale omzet is niet gelijk aan de maximale winst! De winst hangt namelijk ook af van de kosten.

Slide 34 - Slide

Oefenopgave 3: maximale omzet

Gegeven is onderstaande situatie.

Bij welke prijs en hoeveelheid is er sprake van maximale omzet?

De omzet is maximaal wanneer MO = 0.
Dat is bij q = 60 en bij een prijs van p = € 20 (aflezen op prijsafzetlijn)

Slide 35 - Slide

Maximale winst

De winst is maximaal als MO = MK
(Als je bewijs wil zien, kijk dan naar LessonUp ‘winstmaximalisatie bij hoeveelheidsaanpassers'.)


De marginale kosten (MK) zijn de afgeleide van de totale kosten.
(Voor voorbeelden en oefensommen: zie LessonUp ‘winstmaximalisatie bij hoeveelheidsaanpassers'.)

Slide 36 - Slide

Bepalen en berekenen winst grafiek (1)
Om de winst uit een grafiek (van een individuele producent) te bepalen, volg je de volgende stappen:
1) Teken de prijsafzetlijn. Dit is hetzelfde als de qv- of GO-lijn.
2) Teken de MO-lijn. Deze daalt 2x zo snel als de GO-lijn.
3) Bepaal het punt waarop geldt MO = MK. Op dat punt (bij die hoeveelheid = q*) is er maximale winst.

Slide 37 - Slide

Bepalen en berekenen winst grafiek (2)

4) De berekening van de winst zelf kan op twee manieren:
a) Bereken GO (p x q*) en haal hier TK (GTK x q*) van af. Je doet dus TO – TK = TW
b) Bereken eerst winst per stuk: GO – GTK bij q*. Vervolgens vermenigvuldig je dit verschil met q*. Je doet dus TW = (GO – GTK) x q*


Slide 38 - Slide

Bepalen en berekenen winst grafiek (3)

Je krijgt dan het groene vlakje in de grafiek hieronder:


Slide 39 - Slide

Oefenopgave 4: maximale winst grafiek

De situatie van een prijszetter is gegeven:

Bereken de maximale totale winst.






MO = MK bij q = 12 (x 10.000)
De GTK bij q = 12 (x 10.000) is € 12
Winst per product is 15 – 12 = € 3
De maximale totale winst is € 3 x 12 x 10.000 = € 360.000

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Berekenen winst algebraïsch
Om de winst van een individuele prijszetter  te berekenen, volg je vrijwel dezelfde stappen als van het bepalen van de winst uit een grafiek:
1) Bepaal het punt waarop geldt MO = MK. Bij die hoeveelheid (= q*) is er maximale winst.
2) De berekening van de winst zelf: Bereken TO (p x q*) en haal hier TK (GTK x q*) van af. Je doet dus TO – TK = TW

Slide 42 - Slide

Voorbeeld

Gegeven is:                 
qv = -p + 30
MO = -2q + 30
TK = 13q + 45
MK = 13

Bereken maximale winst.

Slide 43 - Slide

Berekenen maximale winst:


1) MO = MK   -2q + 30 = 13   -2q = -17   q = 17 / 2 = 8,5


2) p = -8,5 + 30 = 21,5   TO = 21,5 x 8,5 = € 182,75
TK = 13 x 8,5 + 45 = € 155,50
TW = 182,75 – 155,50 = € 27,25

Slide 44 - Slide

Oefenopgave 5: berekenen max. winst
Gegeven is:
qv = -5p + 200
MO = -0,4q + 40  
TK = 0,2q2 + 4q + 250
MK = 0,4q + 4
Bereken de maximale winst.
afzet
qv = -5p + 200   5p = -q + 200   p = -0,2q + 40
TO = p x q = (-0,2q + 40) x q = -0,2q2 + 40q
MO = -0,4q + 40  
MK = 0,4q + 4
MO = MK   -0,4q + 40 = 0,4q + 4   -0,8q = - 36   q = 36 / 0,8 = 45
winst
p = -0,2 x 45 + 40 = 31
TO = 31 x 45 = € 1395
TK = 0,2 x 452 + 4 x 45 + 250 = € 835
TW = 1395 – 835 = € 560

Slide 45 - Slide