H4 Inleiding, kern, slot -2

Nederlands 28-3
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel
  2. Uitleg tekstopbouw
  3. Quizje via LessonUp
  4. Zelfstandig werken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 28-3
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel
  2. Uitleg tekstopbouw
  3. Quizje via LessonUp
  4. Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Opbouw van een tekst
Een tekst is opgebouwd uit drie onderdelen:
  1. Inleiding
  2. Kern 
  3. Slot

Alle onderdelen hebben een bepaalde functie.

Slide 2 - Slide

Inleiding 
Het eerste deel van een tekst is de inleiding

Hierin maak je kennis met het onderwerp van de tekst. Vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een (grappig) verhaaltje (anekdote). De inleiding maakt je nieuwsgierig naar de rest van de tekst en bestaat meestal uit één alinea.

Slide 3 - Slide

Kern (middenstuk)

De kern is het middenstuk van de tekst. Hierin staat:

- Verschillende delen van het onderwerp (deelonderwerpen)

- hoofd- en bijzaken


De kern bestaat meestal uit meerdere alinea's.

Slide 4 - Slide

Kern
Stel de hele tekst gaat over Pasen

Dan kunnen eventuele deelonderwerpen zijn:
  1. Oorsprong
  2. Paashaas
  3. (Paas)eieren
  4. Datum

Slide 5 - Slide

Slot

Het slot is het laatste deel van de tekst.


De schrijver kan verschillende dingen doen in het slot:

- een samenvatting geven

- een conclusie geven

- naar de toekomst kijken of een vraag meegeven aan de lezer.

Slide 6 - Slide

1B Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten:
Basis: 1 t/m 3 op blz. 124-128
Kader:

Deze opdrachten zijn huiswerk voor de les van maandag.

Slide 7 - Slide

1A Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten:
basis: 1 t/m 3 op blz. 124-128 (huiswerk voor morgen)
kader: 1 t/m 3 op blz. 96-100 (huiswerk voor donderdag)


Slide 8 - Slide

In de kern staat?
A
De conclusie
B
Het onderwerp
C
De deelonderwerpen

Slide 9 - Quiz

In het middenstuk
A
wordt het belangrijkste uit een tekst herhaald
B
staat de meeste informatie
C
maak je kennis met het onderwerp van een tekst

Slide 10 - Quiz

Wat is de standaard tekstopbouw?
A
inleiding - slot - middenstuk/kern
B
slot - inleiding - middenstuk/kern
C
middenstuk/kern - inleiding - slot
D
inleiding - middenstuk/kern - slot

Slide 11 - Quiz

Een goede tekstopbouw heeft:
A
een inleiding en een slot
B
een titel
C
inleiding, middenstuk en slot
D
deelonderwerpen

Slide 12 - Quiz

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Wat is geen functie van een inleiding?
A
onderwerp aangeven
B
voorbeeld geven
C
vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 13 - Quiz

Wat staat niet in het slot?
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
A
een grappig verhaaltje (anekdote)
B
de conclusie
C
een korte samenvatting
D
een blik op de toekomst

Slide 14 - Quiz

Tekststructuur van een betoog:
A
voor- en nadelen
B
standpunt-argument
C
beschrijving
D
verklaring

Slide 15 - Quiz

Wat hoort NIET bij de kern?
A
het belangrijkste wordt samengevat
B
nieuwe informatie
C
meerdere alinea's
D
deelonderwerpen

Slide 16 - Quiz





Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.

Slide 17 - Quiz

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
chronologisch (tijd)
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 18 - Quiz

Tekstverband: samenvattend
A
want
B
echter
C
al met al
D
zoals

Slide 19 - Quiz

Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten: 
Basis: 1 t/m 5 op blz. 124-131
Kader: 1 t/m 4 op blz. 96-101

Deze opdrachten zijn huiswerk voor de les van morgen.

Slide 20 - Slide