PEP! Infomoment Leren Leren - Deel 3: studeermethodes en technieken: Flashcards 60


Algemeen
1 / 81
next
Slide 1: Slide
Leren lerenSecundair onderwijsBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 81 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Algemeen

Slide 1 - Slide

Opdracht
Onthoud zoveel mogelijk letterwoorden uit het
onderstaande tekst vak. Je krijgt hiervoor 30 seconden de tijd.

timer
0:30
BBC - PHF - VTG 
PXJ - KZQ - ILZ
VXW - OMG - BDU

Slide 2 - Slide

DEEL 2:
Studeermethodes en technieken

Slide 3 - Slide

Opdracht

Neem nu een leeg vel papier én
noteer alle letterwoorden die jij je herinnert. 


Slide 4 - Slide

Welke groep (-jes) uit de lijst kon jij je herinneren?

Slide 5 - Open question

controle
Controle: Welke groep van de woorden uit de lijst kon jij je het gemakkelijkst herinneren? ( zie vorige vraag)

Hoeveel keer was dit "BBC en OMG"?

Waarom deze groep letters? 



Slide 6 - Slide

Verklaring: 
Waarom BBC en OMG
Omdat:
We de combinatie van die letters reeds kennen en gebruiken.
BBC een Engelse radio zender is
OMG een uitspraak is die iedereen gebruikt wanneer hij/zij verbaasd is over  of van iets.

Slide 7 - Slide

Voorzichtige conclusie
Iets "leren" of van buiten kennen: 
1. zorgt ervoor dat je het bij een volgende toets "goed" zal doen.
2. het zorgt er ook voor dat je later sneller én beter nieuwe dingen kunt bijleren. 

Slide 8 - Slide

Kennis van je brein is belangrijk omdat:
Als je weet hoe je werkelijk leert, kun je beter beslissen welke strategieën het beste tot leren leiden.
Dit heeft twee gevolgen:
Op korte termijn: je vergroot je succeskans dit schooljaar
Op lange termijn: je ontwikkelt effectieve studeermethodes die je je hele schoolloopbaan/leven kunt inzetten.  

Slide 9 - Slide

Waarom is "weten hoe je brein werkt" belangrijk?

Slide 10 - Slide

Technieken

Slide 11 - Slide

1. mindmap

Slide 12 - Slide

Mindmap: hoe? bekijk aandachtig het filmpje!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Wat weet je nog over het maken van een mindmap?

Slide 15 - Slide

Nu aan jou!
Los de volgende vragen op!

Slide 16 - Slide

Wat is een mindmap?
A
Een tekening van de hersenen
B
Een plattegrond
C
Een map waar je je aantekeningen in kunt doen.
D
Een soort brainstorm over een onderwerp

Slide 17 - Quiz

Wat is een ander woord voor mindmap ?
A
Hersenspinsel
B
Woord-spin
C
Gedachtegang
D
Opbergmap

Slide 18 - Quiz

Wat kun je met een mindmap?
A
op ideeën komen
B
een schrijfplan maken
C
een samenvatting maken
D
leren

Slide 19 - Quiz

Mindmap: wat is hier NIET van toepassing?
A
beelden
B
complete zinnen
C
kernwoorden
D
een pagina per hoofdstuk

Slide 20 - Quiz

Waar zie je een mindmap?
A
B
C
een foto of tekening
D
tekst: woorden

Slide 21 - Quiz

Waar gebruik je een mindmap voor?
A
Om je gedachten tot rust te krijgen
B
Om een totaaloverzicht te krijgen van jouw probleem/onderzoek
C
Om creativiteit te gebruiken
D
omdat het gewoon leuk is om te maken

Slide 22 - Quiz

Wat is een mindmap?
A
Een hulpmiddel bij het denken
B
Een tekening
C
Een soort tekst
D
Een soort toets

Slide 23 - Quiz

Als je een mindmap maakt, wat zet je dan in het midden?
A
De hoofdzaak
B
De bijzaken
C
een foto of afbeelding
D
een woord

Slide 24 - Quiz

Welke van onderstaande foto's is een mindmap?
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

Hoe maak je een mindmap?
A
je typt alles onder elkaar
B
je maakt een samenvatting
C
je werkt met afbeeldingen en verschillende kleuren
D
je schrijft veel tekst

Slide 26 - Quiz

Waar vind je voorbeelden van een mindmap:

1. ga naar Google: typ de zoekterm" mindmap maken" in.
2. daar zie je verschillende uitgewerkte voorbeelden. (zie volgende slide)
3. voorbeeld met tekst (zie volgende slide)

Slide 27 - Slide

Waar begin je met het maken van je mindmap altijd?
A
links onder
B
in het midden
C
rechts onder
D
links boven

Slide 28 - Quiz

1. Google: zoekterm: mindmap maken

Slide 29 - Slide

Wat is belangrijk bij het maken van een mindmap?
A
alles uitgebreid opschrijven
B
alleen personen en jaartallen opschrijven
C
de hoofdzaken kort en overzichtelijk opschrijven
D
nuttige bijzaken noteren

Slide 30 - Quiz

2. uitgewerkte voorbeelden

Slide 31 - Slide

timer
15:00
3. tekst

Slide 32 - Slide

Korte herhaling:
Wie kan nog op volgende vragen antwoorden:
Hoe begin je eraan?
Wat doe je eerst?
Wat zijn de mogelijkheden?

Slide 33 - Slide

Hoe begin je eraan?
Door de tekst te lezen

Wat doe je eerst?
Wat zijn de mogelijkheden?

Slide 34 - Slide

Wat doe je eerst?
Alle kern en sleutelwoorden aanduiden in de tekst.


Slide 35 - Slide

Waar én met wat start je?
Je start in het midden van je blad.
Met het kernwoord van de tekst.

Wat kan je nog gebruiken?
Een tekening of afbeelding van het kernwoord.

Slide 36 - Slide

Dit was voor deze tekst 1 mogelijkheid:

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Alle voorbeelden die ik van jullie heb gekregen, waren zeer goed!
We hebben deze ook al klassikaal overlopen.
We hebben ook gezien dat het resultaat bij iedereen anders was.

Slide 39 - Slide

  1.  neem nu je map of ga naar Smartschool
  2.  kies 1 hoofdstuk uit PAV thema (of een ander vak -   evt afhankelijk van een komende toets)
  3.  lees dit hoofdstuk grondig door
  4.  neem een blad papier en schrijfmateriaal
  5.  maak nu een mindmap van het gekozen hoofdstuk
  6.  denk aan de tips!
  7.  als je hulp nodig hebt: geen probleem! Steek je hand op en stel gerust vragen!

Slide 40 - Slide

2. samenvatten

Slide 41 - Slide

Bekijk heel aandachtig volgend filmpje!

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Nu aan jou!

Slide 44 - Slide

Wat weet je nog over "samenvatten"?
Los de volgende vragen op!

Slide 45 - Slide

Wat was samenvatten ook alweer?
A
Een leuk verhaal vertellen
B
Kort het belangrijkste uit de tekst opnoemen
C
Iets verzinnen
D
de tekst overschrijven

Slide 46 - Quiz

Wat is een samenvatting?
A
Een korte tekst
B
Een belangrijke tekst
C
Een interessante tekst.
D
Het belangrijkste uit een tekst.

Slide 47 - Quiz

Wat is een samenvatting?
A
het slot van een tekst
B
de inhoud in het kort
C
twee woorden aan elkaar
D
delen van een tekst die met elkaar te maken hebben

Slide 48 - Quiz

Wat doe je bij samenvatten?
A
Je schrijft zoveel mogelijk op.
B
Je schrijft steekwoorden op uit de belangrijkste zinnen.
C
Je geeft voorbeelden van de belangrijkste informatie
D
je schrijft niets op, want je onthoudt het wel.

Slide 49 - Quiz

Wat is het doel van samenvatten?
A
kijken of je het goed begrepen hebt
B
het gesprek structuren
C
laten merken dat je luistert
D
a,b en c zijn goed

Slide 50 - Quiz

In een samenvatting...
A
verwerk je kernzinnen.
B
komen hoofdzaken te staan.
C
zet je veel voorbeelden.
D
komen hoofdzaken en bijzaken te staan.

Slide 51 - Quiz

Wat is GEEN functie van samenvatten?
A
checken of je de ander goed begrepen hebt.
B
de rode draad vasthouden.
C
de ander geruststellen: 'ik luister echt'.
D
feitelijke informatie verzamelen

Slide 52 - Quiz

Wat is een samenvatting?
A
een ander woord voor bewijzen
B
gewiekst, grappig
C
als je iets goed kunt gebruiken, dan is het een ...
D
een verhaal of verslag in het kort

Slide 53 - Quiz

Wat is een samenvatting?
A
Korte weergave van de belangrijkste inhoud van een tekst.
B
Aangeven wat je aan iets hebt en hoe je het kunt gebruiken.
C
Nadenken over wat het beste is.
D
Het resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver.

Slide 54 - Quiz

Wat is het belang van samenvatten?


A
Controle voor jezelf
B
Controle voor de leerkracht
C
Hoofd- en bijzaken onderscheiden van elkaar
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed

Slide 55 - Quiz

Een samenvatting
A
Bestaat uit alle belangrijkste zinnen van de alinea's
B
Zijn alle voorbeelden en uitleg van de alinea's
C
Zijn alle bijzaken onder elkaar
D
Zijn alle deelonderwerpen onder elkaar

Slide 56 - Quiz

Wat is samenvatten?
A
Vragen stellen.
B
Een lange tekst in het kort vertellen.
C
Vertellen waar je denkt dat de tekst over gaat.
D
De betekenis van woorden opzoeken.

Slide 57 - Quiz

Wat is een samenvatting?
A
Wat iemand ergens van vindt.
B
Waardoor iets komt.
C
De inhoud in het kort, dus alleen de hoofdzaken.
D
Waarom iemand iets doet of vindt.

Slide 58 - Quiz

Nu aan jou!

Slide 59 - Slide

  1.  neem je map of ga naar Smartschool
  2.  kies 1 hoofdstuk uit PAV thema (of een ander vak - evt afhankelijk van een komende toets)
  3.  lees dit hoofdstuk grondig door
  4.  neem een blad papier en schrijfmateriaal
  5.  maak nu een samenvatting van het gekozen hoofdstuk
  6.  denk aan de tips!
  7.  als je hulp nodig hebt: geen probleem! stel gerust   vragen!

Slide 60 - Slide

Flash cards

Slide 61 - Slide

Wat zijn: Flash cards?
1. Dit is een kaartje met op de ene zijde een vraag of aanwijzing en op de andere zijde het antwoord.
2. Dit is een leermiddel.


Slide 62 - Slide

we kijken naar een filmpje op you tube over: Flash cards

Slide 63 - Slide

klik hier:

Slide 64 - Slide

Wat kunnen we er mee doen? Wanneer gaan we dat gebruiken?
 Deze zijn vooral handig bij:
het leren van woorden, concepten, geschiedkundige datums, of formules

Slide 65 - Slide

Het maken van Flash cards is een methode die ook de "Leitner leermethode" wordt genoemd.
HOE?
Deze werkwijze verdeelt de flitskaarten in verschillende groepen afhankelijk van hoe goed men elk kaartje reeds kent. 

Het principe werkt als volgt:
1. probeer de oplossing van een flitskaarten te herinneren
2. weet je het antwoord: verplaats je het kaartje naar de volgende groep
3. weet je het antwoord niet: wordt het kaartje terug naar de eerste groep verplaatst.


Slide 66 - Slide

vb: Je maakt 3 groepen:
Groep 1, Groep 2 en Groep 3. 
De kaartjes in Groep 1 zijn degene die u vaak fout beantwoordt
De kaartjes in Groep 3 zijn degene die u zeer goed kent. 
De kaartjes in groep 2 zijn de "twijfelaars".

Je kan dan beslissen om de kaartjes van Groep 1 elke dag te studeren, en de kaartjes van Groep 2 elke week. 

Als u een kaartje uit Groep 1 kent, kan u beslissen om het naar Groep 2 te verplaatsen. Als u een kaartje uit Groep 2 verkeerd beantwoordt, kan u beslissen om het terug naar Groep 1 te verplaatsen, zodat u verplicht wordt om dit kaartje terug vaker te oefenen.



Slide 67 - Slide

Het grote voordeel:

Het voordeel van de Leitner-leermethode is dat u voortdurend kan focussen op de moeilijkste kaartjes, die zich in de eerste groep(en) bevinden. 
DOEL:
is om de leertijd sterk te kunnen inkorten.



Slide 68 - Slide

on line mogelijkheden voor flashcards:

Gelijkaardige ideeën werden geïmplementeerd in computergestuurde leermethodes, die vaak gebruikmaken van elektronische flitskaarten. Er zijn verschillende softwareprogramma's beschikbaar om met flitskaarten te werken.
"Cram" is gratis en vind ik persoonlijk een van de betere.
https://www.cram.com/
Er zijn er natuurlijk nog andere. Gebruik er een waar jij graag mee werkt

Slide 69 - Slide

oefening on line mogelijkheden:

Ga nu zelf eens op zoek naar een online manier om flash cards te maken.
Probeer ze ook eens uit.
zoek er 3

Slide 70 - Slide

5 min

Slide 71 - Slide

Slide 72 - Slide

Slide 73 - Slide

Slide 74 - Slide

Slide 75 - Slide

Slide 76 - Slide

Slide 77 - Slide

Slide 78 - Slide

Slide 79 - Slide

Slide 80 - Slide

Slide 81 - Slide