H5 de overheid

Hoofdstuk 5
Hoe werkt de overheid?
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
Hoe werkt de overheid?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wie doet wat, denk je?
De gemeente
Het rijk
De provincie

Slide 3 - Drag question

Privatiseren
Bij privatiseren verkoopt de overheid een dienst of activiteit aan de particuliere sector.


Redenen om te privatiseren:
  • Geen verantwoordelijkheid meer voor overheid
  • Bedrijven doen het beter en/of goedkoper

Slide 4 - Slide

Privatiseren
Voordelen:
- Minder kosten voor de overheid.
- Prijzen kunnen dalen en kwaliteit verbeteren door  marktwerking (concurrentie).

Nadelen:
- Overheid verliest controle.
- Sommige activiteiten worden te 
  duur (omdat bedrijven winst willen maken) of niet meer aangeboden.

Slide 5 - Slide

Voor- en nadelen van privatiseren
Sleep de zinnen in de juiste kolom
Voordelen
Nadelen
Lagere prijzen door marktwerking
Meer keuzevrijheid voor consumenten
Kans op betere kwaliteit
Overheid heeft geen toezicht meer
Minder kosten voor overheid

Slide 6 - Drag question

Accijns en subsidie
Wil de overheid iets afremmen?


Wil de overheid iets stimuleren?
Accijns
Subsidie

Slide 7 - Slide

Heeft de overheid hier invloed door subsidie te geven of door accijns te heffen?
Subsidie
Accijns
De overheid wil meer zonnepanelen op daken van woningen. 
Het gebruik van alcohol moet omlaag.
Jongeren moeten meer in hun eigen buurt kunnen sporten.
We moeten streven naar een generatie die niet meer rookt.

Slide 8 - Drag question

.....................
.....................
De overheid wil het gebruik van bepaalde producten verminderen en heft daarom                  op die producten. Een voorbeeld van zo’n product is              Een bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen noem je een                     een voorbeeld hiervan is
Subsidie
Huurtoeslag
Accijns
Tabak

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Video

Hoe is de economie in een  land geregeld?

1. Vrije markteconomie

2. Planeconomie

3. Sociale markteconomie

Slide 11 - Slide

Planeconomie
Er zijn landen waar de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs. Van marktwerking is geen sprake. 
Zo’n economie noem je een planeconomie.

China en Cuba waren in het verleden planeconomieën, nu is Noord-Korea dat bijvoorbeeld nog.

Slide 12 - Slide

En Nederland dan?
Veel landen zitten tussen een planeconomie en een vrije markteconomie in: 
gemengde economie = 
sociale markteconomie

Slide 13 - Slide

Economische systemen
Planeconomie
Vrije markteconomie
de overheid bepaalt alles
De markt, dus vraag en aanbod bepaalt alles

Slide 14 - Slide

bbp = bruto binnenlands product
Als de waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in ons land toeneemt en de bbp = Economische groei

Slide 15 - Slide

BBP Bruto Binnenlands Product
= De totale waarde van de productie van een land
  •  Een stijging van het BBP = economische groei
  •  Een daling van het BBP = economische krimp

Slide 16 - Slide

economische crisis / recessie
 Economische crisis: Langere tijd daling van de groei, die onder het gemiddelde is.

Recessie:  Aanhoudende afname van de groei of zelfs krimp van het bbp.

Slide 17 - Slide

economische groei
Recessie
toename productie en stijging bbp
economische groei lager dan vorige perioden lager dan gemiddeld

Slide 18 - Drag question

Economische groei
Economische krimp
Recessie
stijging van het BBP
Er komt minder belasting binnen
Minder werkloosheid
Minder WW-uitkeringen
Hogere sociale premies en loonbelasting nodig

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Video

Verzorgingsstaat
 Nederland wordt een verzorgingsstaat genoemd, omdat het een land is waar veel geld wordt besteed aan onderwijs, gezondheidszorg en uitkeringen.

Slide 21 - Slide

Solidariteitsbeginsel

Slide 22 - Slide

Leer uit je hoofd!

Slide 23 - Slide

Banken
Instellingen voor sociale zekerheid
Lagere overheden

Slide 24 - Drag question

Stelsel van Sociale Zekerheid
Sociale Verzekeringen
Sociale Voorzieningen
Volksverzekeringen
Werknemersverzekeringen

Slide 25 - Drag question

Sociaal minimum en sociale voorzieningen
Sociaal minimum --> 
minimumbedrag dat je nodig hebt om van te leven.

 


Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Rijksbegroting:
overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid voor komend jaar.

De rijksbegroting wordt op Prinsjesdag gepresenteerd samen met de miljoenennota. Dit is de
toelichting op de rijksbegroting.

De Tweede en daarna de Eerste kamer moeten de rijksbegroting goedkeuren.

Slide 28 - Slide

Begrotingstekort
Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, heeft ze een begrotingstekort.

Tegenovergestelde is een 
begrotingsoverschot. 


Slide 29 - Slide

Wanneer er sprake is van een begrotingstekort, heeft de overheid meer                     begroot dan                     . 
Bij een begrotingsoverschot heeft de overheid meer                             begroot dan                      .

 Vul de woorden in op de juiste plek.
inkomsten
uitgaven
inkomsten
uitgaven

Slide 30 - Drag question

Begrotingsoverschot
Begrotingstekort
Lenen
Sparen
Rente ontvangen
Rente betalen

Slide 31 - Drag question

Slide 32 - Slide

Directe / Indirecte belasting

Slide 33 - Slide

Directe belasting
Indirecte belasting
Andere inkomsten

Slide 34 - Drag question

Maken:
Hoofdstuk 5 Examentraining
Opgave 1 t/m 13 blz 162 t/m 165 

Slide 35 - Slide