Test jezelf lessen 9 t/m 15

Test jezelf!
Lessen 9 t/m 15
1 / 40
next
Slide 1: Slide
ChineesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Test jezelf!
Lessen 9 t/m 15

Slide 1 - Slide

Familie

Slide 2 - Slide

Welk woord komt op de stippellijn?
我是荷兰人,... 他是法国人。
Wǒ shì Hélánrén, ... tā shì Fǎguórén.
A
有, yǒu
B
没有, méiyǒu
C
可是, kěshì
D
不, bù

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Drag question

Hoe zeg je:
"Ik heb geen (oudere) broer"?
A
我不有哥哥, wǒ bù yǒu gēge
B
我没有哥哥, wǒ méi yǒu gēge
C
我不有弟弟, wǒ bù yǒu dìdi
D
我没有弟弟, wǒ méiyǒu dìdi

Slide 5 - Quiz

Vertaal in karakters of pinyin:
"Ben jij een Nederlander?"
Gebruik 是不是, shì búshì。

Slide 6 - Open question

Wat betekent het woordje
姐姐, jiějie?
A
broer
B
zus
C
broertje
D
zusje

Slide 7 - Quiz

Woordenkennis: wat betekent
名字, míngzi
A
Naam
B
Moeder
C
Tante
D
Leeftijd

Slide 8 - Quiz

Zet de familieleden van oud naar jong. 
Begin altijd met de man en dan de vrouw. 
Dus vader, moeder, broer, zus.. etc.
姐姐
妹妹
爸爸
弟弟
妈妈
哥哥

Slide 9 - Drag question

Hoe zeg je:
"Ik heb geen katten,
maar ik heb wel honden."
A
我不有猫, 可是我有狗。
B
我没有猫, 可是我有狗。
C
我不有狗, 可是我有猫。
D
我没有狗, 可是我有猫。

Slide 10 - Quiz

Vertaal naar karakters of pinyin:
"Mijn gezin bestaat uit 2 personen."

Slide 11 - Open question

Maak een goede vraagzin!
喜欢
德文

Slide 12 - Drag question

Type de vertaling van,
of zoek een plaatje met:
四只猫!Sì zhī māo!

Slide 13 - Open question

Zet in de juiste volgorde: 
号码
什么
手机

Slide 14 - Drag question

Vul de karakters die het best in de zin passen in.
1.  你叫什么                 ?

2.  他是你的                  吗?

3.  你是                 ?

4.  我有两                  猫。

5.  她是                 是你姐姐?
男朋友
名字

Slide 15 - Drag question

Vertaal:
"Mijn vriendin heeft twee katten."
A
我姐姐有两只猫。
B
我姐姐有二只猫。
C
我的女朋友有两只猫。
D
我的女朋友有二只猫。

Slide 16 - Quiz

Kloktijden

Slide 17 - Slide

Hoe laat is het hier?
十二点零五分
shí'èr diǎn líng wǔ fēn:
A
20.50 uur
B
12.50 uur
C
20.05 uur
D
12.05 uur

Slide 18 - Quiz

Hoe zeg je: "7 uur" ?
(type in pinyin of karakters)

Slide 19 - Open question

现在几点钟?
现在
十二

Slide 20 - Drag question

Hoe zeg je: "4:45 uur" ?
(type in karakters of pinyin).

Slide 21 - Open question

现在几点钟?
十一
五十三

Slide 22 - Drag question

Hoe zeg je 2:30 uur?
(type in karakters of pinyin)

Slide 23 - Open question

现在几点钟?
十二

Slide 24 - Drag question

Eten

Slide 25 - Slide

面包, miànbāo is:
A
B
C
D

Slide 26 - Quiz

Schrijf op (vertaling), of zoek een plaatje van een 菜单, càidān

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Drag question

鸡肉
牛肉
羊肉
羊肉串儿

Slide 29 - Drag question

块, kuài is de munteenheid in schrijftaal
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Vertaal:
"Ik eet niet."
A
我也吃。
B
我也吃饭。
C
我不吃。
D
我不吃饭。

Slide 31 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
咖啡
喜欢

Slide 32 - Drag question

Vul in:
"您好,... ?"
A
几位
B
打包
C
请坐
D
位子

Slide 33 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
我们
服务员
点菜

Slide 34 - Drag question

Welke zin klopt NIET?
A
他点中国菜。
B
他不点菜。
C
他点菜中国。
D
他也点菜。

Slide 35 - Quiz

Vertaal:
"你喜欢吃羊肉吗?"
A
Eet jij graag kip?
B
Eet jij graag lamsvlees?
C
Eet jij graag varkensvlees?
D
Eet jij graag rundvlees?

Slide 36 - Quiz

服务员:

李先生:

服务员:

李先生:

服务员:
你们有没有菜单?
有。请稍等。
五位。
好。请坐。
你好,几位?

Slide 37 - Drag question

Bij welke van de onderstaande zou
je het klassewoord 位 gebruiken?
A
三 ... 人。
B
三 ... 老师。
C
三 ... 猫。
D
三 ... 弟弟。

Slide 38 - Quiz

买单 mǎidān
betekent:
A
eten bestellen
B
restjes meenemen
C
de rekening betalen
D
de menukaart vragen

Slide 39 - Quiz

2627 in karakters is:
A
二千六百二十七
B
二千六百两十七
C
两千六百二十七
D
两千六百两十七

Slide 40 - Quiz