Frans herhaling hoofdstuk 2
1 / 25
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
La robe
A
Na
B
Tijdends
C
De Jurk
D
Het scherm
Slide 2 - Quiz
Le short de bain
A
De tafel
B
De auto
C
De zwembroek
D
De stoel
Slide 3 - Quiz
Original(e)
A
Origineel
B
De gozer
C
Minder
D
De broek
Slide 4 - Quiz
La pomme
A
De pompoen
B
Het stripboek
C
De appel
D
Het overhemd
Slide 5 - Quiz
L'object
A
Iets
B
Het ding
C
Het object
D
Alles
Slide 6 - Quiz
Chose
Jeu
Couleur
Le
La
Mode
Chapeau
Slide 7 - Drag question
On va en ville, ce weekend?
A
We gaan dit weekend naar de stad
B
Dit weekend gaan we naar het dorp
C
Gaan we dit weekend naar de stad?
D
Gaan we dit weekend naar het dorp?
Slide 8 - Quiz
Oui, je veux acheter un nouveau jean
A
Ja, ik kan een nieuwe spijkerbroek kopen
B
Ja, ik koop een nieuwe spijkerbroek
C
Ja, ik wil een nieuwe spijkerbroek kopen
D
Ja, ik wil een nieuwe trui kopen
Slide 9 - Quiz
Nee hij is te klein
A
Non, il est trop petites
B
Non, il est trop petits
C
Non, il est trop petit
D
Non, il est trop petite
Slide 10 - Quiz
Niet slecht
A
Mal pas
B
Ce n'est pas bien
C
Pas mal
D
Vendredi
Slide 11 - Quiz
Oke, laten we gaan!
A
D'accord, nous faisons
B
D'accord, nous
C
D'accord, on y va!
D
On y va!
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
L'hiver
A
Ces
B
Cette
C
Cet
D
Ce
Slide 14 - Quiz
Les ados
A
Cet
B
Cette
C
Ces
D
Ce
Slide 15 - Quiz
La pomme
A
Ces
B
Cet
C
Cette
D
Ce
Slide 16 - Quiz
La BD
A
Ce
B
Ces
C
Cette
D
Cet
Slide 17 - Quiz
Le chapeau
A
Cette
B
Ces
C
Ce
D
Cet
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Peux
A
Je
B
Tu
C
Tu/Je
D
Nous
Slide 21 - Quiz
Voulu
A
Vous
B
Tu
C
Allemaal
D
Je
Slide 22 - Quiz
Eu
A
Vouloir
B
Pouvoir
C
Être
D
Avoir
Slide 23 - Quiz
Éte
A
Avoir
B
Pouvoir
C
Être
D
Vouloir
