V5 Thema 4 DNA B2 DNA-replicatie

Thema 4 DNA

B2
DNA-replicatie

Les 1

1 / 65
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 65 slides, with interactive quizzes, text slides and 11 videos.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Thema 4 DNA

B2
DNA-replicatie

Les 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoel B2
  • Je kunt het proces van DNA-replicatie toelichten en beschrijven hoe DNA-replicatie plaatsvindt. (les 1)

  • Je kunt uitleggen op welke manieren de basenvolgorde in het DNA kan worden bepaald en hoe met de verkregen gegevens door DNA-analyse de graad van verwantschap van soorten kan worden vastgesteld. (les 2)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Herhaling Basisstof 2 (2)
DNA-replicatie

DNA begint bij een replicatiestartpunt, de waterstofbruggen tussen de basenparen wordt verbroken door het enzym helicase. Als de twee strengen uit elkaar gaan ontstaat een replicatiebel.


Slide 6 - Slide

DNA-replicatie (1)
Celdeling vindt plaats om onder andere cellen te vervangen of te kunnen groeien. Het kopiëren van DNA oftewel DNA-replicatie is nodig tijdens de celdeling, specifieker tijdens de S-fase (zie afbeelding hiernaast). 

DNA begint bij een replicatiestartpunt, de waterstofbruggen tussen de basenparen wordt verbroken door het enzym helicase. Als de twee strengen uit elkaar gaan, ontstaat een replicatiebel.




Slide 7 - Slide

DNA-replicatie (2)
Wanneer helicase de basenparing openbreekt, binden SSBP's (speciale eiwitten) aan de twee strengen. Dit houdt de replicatiebel open. 
Replicatie begint met een primer, waarvan het enzym DNA-polymerase langs de keten kan schuiven en dATP, dTTP, dGTP en dCTP binden. Twee fosfaatgroepen splitsen af en deze geven de energie af voor de binding.
DNA-polymerase heeft een afleesrichting van het 3'-uiteinde naar het 5'-uiteinde. De nieuwe streng wordt dus gemaakt van 5' naar 3'.

Slide 8 - Slide

DNA-replicatie (3)
De leidende streng (leading strand) is gemaakt. 
Zoals gezegd kan DNA-polymerase alleen van het 3'-5' uiteinde aflezen,  in de andere richting kan DNA-polymerase alleen kleine stukjes DNA (Okazaki fragmenten) synthetiseren.  De RNA primers worden vervangen door DNA-nucleotiden. Het enzym DNA-ligase koppelt ten slotte de Okazaki-fragmenten aan elkaar. Hierdoor wordt de volgende streng (lagging strand) gevormd.

Slide 9 - Slide

Herhaling Basisstof 2 (3)
DNA-replicatie

Slide 10 - Slide

Oude keten - nieuwe keten

Slide 11 - Slide

Paar vragen...

  • wat is de functie van de SSBP's?
  • wat doet primase daar?
  • hoe heet het enzym dat de Okazaki-fragmenten aan elkaar verbindt? 
  • Welke Binas- tabel bevat veel informatie over DNA-replicatie?
71D

Slide 12 - Slide

Zet de 7 stappen van replicatie in de juiste volgorde 
1
2
3
4
5
6
7
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.
RNA-primers worden vervangen door DNA-nucleotiden
replicatie start bij een ori (replicatie startpunt)
single strand binding proteins voorkomen dat het dna weer dubbelstrengs wordt.
Helicase verbreekt de waterstofbruggen en maakt van dsDNA ssDNA
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde.

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Video

DNA-replicatie (4)
Het DNA-molecuul wordt bij elke celdeling korter.
Om te voorkomen dat de genen in het DNA worden beschadigd, hebben de  chromosomen van eukaryoten telomeren: niet-coderend DNA ('5-TTAGGG-3') dat is ingekapseld in beschermende eiwitten.
Na ongeveer 50 celdelingen is de telomeer zo kort dat de cel zich niet meer kan delen en overgaat tot apoptose (geprogrammeerde celdood).

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

5'-TTAGGG-3'

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Maak opdracht 6 t/m 9

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Wat was je procentuele score?

Slide 21 - Open question

Les 2
PCR, sequensen, gelelektroforese, DNA-fingerprinting en restrictie-enzymen

Slide 22 - Slide

Leerdoel B2
  • Je kunt het proces van DNA-replicatie toelichten en beschrijven hoe DNA-replicatie plaatsvindt. (les 1)

  • Je kunt uitleggen op welke manieren de basenvolgorde in het DNA kan worden bepaald en hoe met de verkregen gegevens door DNA-analyse de graad van verwantschap van soorten kan worden vastgesteld. (les 2)
Maar eerst even een kort herhalingstestje...

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Wat was je procentuele score?

Slide 25 - Open question

DNA-replicatie (5)
DNA-analyse gebeurt bijvoorbeeld bij de corona-test. Het DNA dat uit de cellen van het virus wordt geïsoleerd is meestal te weinig voor onderzoek. 
Met PCR kunnen een of meer specifieke gedeelten uit het DNA in een PCR-machine worden gekopieerd. 
Vervolgens kun je een DNA-profiel of DNA-fingerprint maken d.m.v. gelelektroforese. Je bepaalt daarmee de nucleotidevolgorde van het DNA (sequensen).

Voor het bepalen van een DNA-profiel worden beide allelen van minimaal tien onafhankelijk overervende loci met repetitief DNA onderzocht (zogenaamde repeats). Repetitief DNA (bijv. CACACACA) bevindt zich in bepaalde loci van niet-coderend DNA. Dit is voor elke persoon zo uniek, waardoor je er iemand mee kunt identificeren.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Animatie PCR
Polymerase Chain Reaction

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Binas 71M2

Slide 30 - Slide

Maak opdracht 10
5 minuten...
timer
5:00

Slide 31 - Slide

Antwoorden opdracht 10
10a: De waterstofbruggen tussen de twee DNA-ketens worden verbroken.
10b: De primer is het startpunt voor DNA-polymerase. Wanneer een primer op meerdere plaatsen aan het DNA kan hechten, begint DNA-polymerase op verschillende plaatsen met DNA-replicatie waardoor verschillende DNA-fragmenten worden gevormd.
10c: bovenste: C-G-G en onderste A-C-T
10d: Wanneer een primer uit drie nucleotiden bestaat, is de kans groot dat de nucleotidevolgorde complementair is aan meerdere delen van het DNA.
10e: Bij PCR wordt Taq-polymerase gebruikt, omdat het werkzaam is bij de hoge temperaturen die voor PCR noodzakelijk zijn. Andere enzymen denatureren bij deze hoge temperaturen en kunnen daardoor niet meer werkzaam zijn.

Slide 32 - Slide

DNA-sequensen
Techniek waarmee je specifieke nucleotidenvolgorde van een stuk DNA kunt bepalen en op grootte kunt scheiden m.b.v. PCR en gelelectroferese

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Slide 35 - Link

extra uitlegvideo nodig?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Maak opdracht 11
2 minuten...
timer
2:00

Slide 38 - Slide

Antwoorden opdracht 11
11a: Doordat een didesoxynucleotide een OH-groep mist aan het 3'-uiteinde. Het volgende nucleotide kan daardoor niet binden.

11b: Eén soort primer, want alleen de leidende strengen worden gebruikt bij deze reactie.

Slide 39 - Slide

DNA-fingerprinting en restrictie-enzymen
- DNA profielen van organismen vergelijken om zo afkomst te kunnen bepalen of organismen te kunnen identificeren 
- enzymen die specifieke DNA sequentie herkennen en hier op een unieke manier het DNA knippen

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

DNA-fingerprinting
  • Repetitief DNA in niet-coderend DNA, aantal herhalingen verschilt per persoon
  • DNA eerst isoleren uit de kern van de cel
  • PCR om DNA te vermeerderen
  • Restrictie-enzymen knippen loci met repetitief DNA uit DNA
  • alle geproduceerde stukjes DNA scheiden, sorteren op grootte en zichtbaar maken/op lengte van elkaar gescheiden d.m.v. gel elektroforese) 

Slide 43 - Slide

Restrictie-enzymen
2 typen: 
  • exonucleasen
  • endonucleasen

Exonucleasen knippen aan buitenkant het DNA, endonuclease knipt binnen in het DNA.
Vaak wordt niet exact middendoor geknipt, maar krijg je 'overhangende' delen DNA: sticky ends

Slide 44 - Slide

Extra informatievideo over 
restrictie-enzymen

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

Afsluiter Les 2
timer
5:00

Slide 47 - Slide

Zet de 7 stappen van replicatie in de juiste volgorde 
1
2
3
4
5
6
7
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.
RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
replicatie start bij een ori (replicatie startpunt)
single strand binding proteins voorkomen dat het dna weer dubbelstrengs wordt.
Helicase verbreekt de waterstofbruggen en maakt dsDNA ssDNA
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde.

Slide 48 - Drag question

Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase

Slide 49 - Drag question

Wat is een primer?
A
Stukje DNA gemaakt door ligase
B
Stukje RNA gemaakt door primase
C
Stukje RNA gemaakt door polymerase
D
Stukje DNA gemaakt door helicase

Slide 50 - Quiz

Hoe wordt een DNA molecuul altijd afgelezen?
A
Van 5' uiteinde naar 3' uiteinde
B
Van 3' uiteinde naar 5' uiteinde

Slide 51 - Quiz

In DNA vormen de basen A, G, C en T vaste paren.
Welke paren zijn dat?
A
A - G en T - C
B
A - T en G - C

Slide 52 - Quiz

Op internet staan veel plaatjes van DNA. Heeft de tekenaar van dit plaatje de basen goed getekend?
A
Ja
B
Nee

Slide 53 - Quiz

voor replicatie is/zijn benodigd
A
DNA
B
DNA polymerase
C
vrije nucleotiden
D
alle drie

Slide 54 - Quiz

In welk deel van de celcyclus vind DNA replicatie plaats?
A
G1 fase
B
G2 fase
C
S fase
D
M fase

Slide 55 - Quiz

Doelstelling 10, vraag 1
-Bep zegt dat DNA-replicatie plaatsvindt tijdens de interfase.
-Pieter zegt dat na DNA-replicatie een chromosoom uit twee chromatiden bestaat.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Geen van beiden
B
Alleen Bep
C
Alleen Pieter
D
Beiden

Slide 56 - Quiz

DNA-profiel 
  • verwantschap familie
  • forensisch onderzoek

Wie is de dader?

Slide 57 - Slide


Slide 58 - Open question

DNA fingerprints die gebruikt worden in de rechtszaal lijken een beetje op de streepjescodes zoals je die op produkten in de supermarkten aantreft. Het patroon van de streepjes in een fingerprint komt overeen met
A
de aanwezigheid van DNA-fragmenten van verschillende grootte
B
de volgorde van de genen op bepaalde chromosomen
C
de aanwezigheid van dominante en recessieve allelen voor bepaalde eigenschappen
D
de volgorde van basen in een bepaald gen

Slide 59 - Quiz

Wat is een restrictie-enzym?
A
Is gelabeld nucleotide gebruikt bij sequencen
B
Verbreekt waterstoffenbruggen bij replicatie
C
Kan Okazaki-fragementen aan elkaar koppelen
D
Herkent specifieke nucleotidesequentie en knippen DNA daar door

Slide 60 - Quiz

Organismen van verschillende soorten kunnen veel overeenkomsten vertonen in de samenstelling van stoffen, bijvoorbeeld van DNA. Waarom is deze overeenkomst een argument voor de evolutietheorie?
A
Omdat deze overeenkomst aantoont dat soorten veranderen, doordat mutanten blijven voortbestaan en individuen van de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Omdat hieruit kan worden afgeleid hoe lang geleden de verschillende soorten zijn ontstaan.
C
Omdat deze overeenkomst het aannemelijk maakt dat verschillende soorten een gemeenschappelijke voorouder hebben.

Slide 61 - Quiz

Maak opdracht 12 t/m 14
Klaar?
Neem de context 'Ion proton sequencing' door
en maak opdracht 15 en 16

Oefen de flitskaarten en controleer de leerdoelen met Test Jezelf

Slide 62 - Slide

Slide 63 - Video

Slide 64 - Video

Slide 65 - Video