OE ENH PV41 - Week 2 - Bronst en cyclus

1 / 36
next
Slide 1: Slide
VoortplantingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting
Bouw en functie

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De bronstcyclus bestaat uit vier fasen. Zet in de juiste volgorde (slepen)
Metoestrus
Oestrus
Pro-oestrus
Anoestrus

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Iedere diersoort heeft een vaste periode waarin ze paren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

In de natuur zie je vaak dat er in een vaste periode jongen worden geboren, bijvoorbeeld het voorjaar. Omstandigheden zoals temperatuur en de beschikbaarheid van voedsel zijn dan optimaal. Om te zorgen dat de jongen in het voorjaar worden geboren, paren de ouderdieren in een vaste periode van het jaar. Dat is het natuurlijke paarseizoen. Maar niet alle dieren leven in de natuur. Veel diersoorten hebben geen seizoensgebonden paarperiode meer. Dat is er bij sommige diersoorten uitgefokt. Ook veel gezelschapsdieren kennen geen jaargetijden meer als je ze binnenhoudt. Denk aan de omgevingstemperatuur die dan constant is. Daarom kan de paarperiode per dier verschillen.
Welke factoren beïnvloeden het bronstig worden van een dier?
A
Hartslag
B
Voeding
C
Hormonen
D
Omgevingsprikkels

Slide 17 - Quiz

Hormonen en omgevingsprikkels, zoals daglengte, lichtintensiteit en temperatuur beïnvloeden het bronstig worden van een dier. De zintuigen nemen de veranderingen in de omgeving waar en stimuleren klieren in de hersenen om bepaalde hormonen aan te maken. Voeding en hartslag van het dier hebben geen invloed op het bronstig worden. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

  1. Pro-oestrus
  2. Oestrus
  3. Metoestrus
  4. Anoestrus

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

  • Eerste keer loops vanaf +/- 6 maanden-1,5 jaar (rasafhankelijk)

  • Mono-/di-oestrisch

  • Cyclus duurt gemiddeld 6 maanden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De duur van de bronstcyclus verschilt per diersoort
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

De duur van een bronstcyclus verschilt per diersoort. Zo heeft een merrie een cyclus van 21 dagen, waarin ze vijf dagen vruchtbaar is. De vruchtbare periode in een cyclus wordt bronstduur genoemd. Een caviazeug heeft een cyclus van zestien dagen, maar is slechts één dag vruchtbaar. De meeste zoogdieren hebben een bronstcyclus die uit vier fasen bestaat. Hoelang iedere fase precies duurt, verschilt per dier en kan ook per cyclus verschillen.
Pro-oestrus: rijping van de eicel (follikel)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oestrus: ovulatie, teef is dekbereid

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Metoestrus: vorming geel lichaam

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Anoestrus: rustfase, eierstok inactief

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Een teef laat zich op ieder moment in de loopsheid dekken door een reu
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

De pro-oestrus en oestrus vormen samen de loopsheid, maar een teef is niet deze gehele periode bereid om te paren. Een teef is alleen dekbereid in de fase waarin de eisprong plaatsvindt, de oestrus. Kort voor of tijdens de eisprong vindt er een snelle stijging plaats van het hormoon progesteron. Deze waarde kan worden gemeten in het bloed van de teef. Het optimale dekmoment kan hierdoor worden bepaald. Je leert meer over het optimale dekmoment in de module Dekking. 
  1. Voor het eerst krols op een leeftijd van 6-12 maanden

  2. Poly-oestrisch

  3. Afhankelijk van het seizoen (februari t/m september)

  4. In seizoen elke 2-3 weken krols afhankelijk van ovulatie

  5. Meerdere vaders mogelijk

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De bronstcyclus van honden is langer dan die van katten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

De bronstcyclus van honden is langer dan de bronstcyclus van katten. Teven zijn eens per zes tot twaalf maanden loops. Poezen zijn vooral in het voorjaar krols. Tijdens deze periode volgen verschillende perioden van krolsheid zich op (dit duurt twee tot negentien dagen), afgewisseld met perioden van interoestus als de poes niet heeft geovuleerd (dit duurt acht tot tien dagen) of metoestrus als ze wel heeft geovuleerd maar niet drachtig is geraakt (dit duurt 40 dagen).
Een kat komt tijdens de bronstcyclus ALTIJD in de metoestrus terecht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

De metoestrus komt niet bij alle diersoorten voor. Bij katten komt deze fase bijvoorbeeld niet altijd voor, maar vindt er meestal een interoestrus plaats, een periode van seksuele inactiviteit. Katten komen doorgaans niet in de metoestrus terecht, omdat er geen eisprong optreedt vanwege geïnduceerde ovulatie. Dit betekent dat katten pas ovuleren als de vaginawand wordt gestimuleerd, dus tijdens de dekking. 
Welke fase van de cyclus heeft de poes extra (t.o.v. de hond)?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions