Chronisch 4.1: Hypertensie en CVRM

Doelen chronisch 4.1
- Herkennen risicofactoren, diagnostiek en behandeling, hypertensie en hypercholesterolemie
- Gericht aanvullend onderzoek en verwijzen op indicatie

1 / 70
next
Slide 1: Slide
GeneeskundeBeroepsopleiding

This lesson contains 70 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doelen chronisch 4.1
- Herkennen risicofactoren, diagnostiek en behandeling, hypertensie en hypercholesterolemie
- Gericht aanvullend onderzoek en verwijzen op indicatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leervragen?
Ervaringen 
CVRM/Hypertensie?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welk percentage van de bevolking heeft chronische nierschade?
A
4%
B
8%
C
12%
D
16%

Slide 3 - Quiz

• Chronische nierschade komt in Nederland voor bij ongeveer 12% van de bevolking en gaat gepaard met een verhoogd risico op (zie Details):
o overlijden
o hart- en vaatziekten
o acute nierschade
o eindstadium nierfalen
• Van de algemene bevolking heeft ongeveer 9% chronische nierschade met een mild, 2% met een matig en minder dan 1% met een sterk verhoogd risico op hart- en vaatziekten en eindstadium nierfalen.
• In de huisartsenpraktijk is een percentage patiënten met chronische nierschade van 5,7% gevonden (zie Details). Van de patiënten met chronische nierschade heeft ongeveer de helft een verminderde nierfunctie en de andere helft een verhoogde albuminurie.

Wanneer is er sprake van chronische nierschade?
A
eGFR < 60 ml/min/1,73 m2
B
Verhoogde albuminurie
C
Urinesedimentsafwijkingen zoals dysmorfe erytrocyten en/of celcilinders
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Een patient op jouw spreekuur heeft een verhoogd creatinine. Wat vraag je hem?

Slide 6 - Open question

Anamnese
NAAR SAMENVATTING ›
Ga door anamnese en in het dossier na:
bij nierfunctievermindering of er sprake is van:
een eventuele over- of onderschatting van de eGFR (te weinig spiermassa of spierhypertrofie)
eerdere bepalingen van de nierfunctie en het eventuele beloop – een significante daling (> 15%) van de nierfunctie in korte tijd kan wijzen op acute nierschade
bij verhoogde albuminurie of er sprake is van een niet-nefrogene oorzaak: contaminatie van de urine (met bloed of fluor), koorts, urineweginfectie, ontregelde diabetes mellitus, manifest hartfalen, zware lichamelijke inspanning, recentelijk doorgemaakt epileptisch insult
(aanwijzingen voor) mogelijk etiologische factoren:
diabetes mellitus en/of een verhoogde bloeddruk
een bekende nierziekte, recidiverende pyelonefritis en vesico-ureterale reflux, nefrectomie of een auto-immuunziekte in de voorgeschiedenis (zie Details)
familiaire nierziekten (bijvoorbeeld de ziekte van Alport, cystenieren) (zie Details Etiologie en prognose)
medicatiegebruik dat mogelijk nierschade geeft of de nierfunctie kan verminderen (bijvoorbeeld NSAID’s en RAS-remmers)
dehydratie 
Welke stelling is waar (meerdere antwoorden mogelijk)
A
chronische nierschade is een onafhankelijke risicofactor voor HVZ
B
Op 30-jarige leeftijd is een GFR van 80 ml/min normaal
C
Bij een bodybuilder kan je de nierfunctie overschatten
D
Een huisarts is wettelijk verplicht een afwijkende nierfunctie door te geven aan de apotheek

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wanneer vraag je een echo nieren/urinewegen?

Slide 9 - Open question

Echografie
• Verricht echografie van de nieren en urinewegen bij vermoeden van (zie Details):
o een retentieblaas
o hydronefrose bij nefrolithiasis
o cystenieren (bijvoorbeeld bij een positieve familieanamnese)
• Licht patiënten met cystenieren voorafgaand aan echografie voor dat een eventuele diagnose mogelijk consequenties kan hebben voor het afsluiten van verzekeringen.

Slide 10 - Slide

De komende 3 dia's zijn een mooie samenvatting van therapie, voor mij kapstok om therapie door te nemen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wanneer vraag je een teleconsult nefrologie aan?

Slide 14 - Open question

Via ZD, let op gaat wel van het eigen risico van het patient, dus toestemming vragen
Vragen tav diagnose? AOZ? Afwijkend beloop, medicatie (als oorzaak van nierschade, dosering kiezen, behandeling) Ook bij ouderen /immobielen nuttig. Veel gegevens systematisch delen en je krijgt gedocumenteerd advies
Nog vragen over chronische nierschade?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke stelling is juist ten aanzien van hypertensie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
20% van de mannen tussen de 30 en 70 jaar heeft hypertensie
B
in 20% van de gevallen is er sprake van secundaire hypertensie
C
Alle soorten bloeddrukmedicatie zijn gelijkwaardig
D
Hypertensie geeft een hoger risico op dementie

Slide 16 - Quiz

In de Nederlandse bevolking van dertig tot zeventig jaar heeft 37% van de mannen en 26% van de vrouwen een bloeddruk ≥ 140 mmHg systolisch en/of gebruikt bloeddrukverlagende middelen. In de leeftijdsklasse boven de zestig jaar heeft 60 tot 70% een verhoogde bloeddruk (www.volksgezondheidenzorg.info).
Circa 5 tot 15% van alle patiënten heeft naar schatting een secundaire hypertensie.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welk aanvullend onderzoek doe je bij iemand met hypertensie?

Slide 18 - Open question

Alg lab: na, k, creat en urine (sed en ACR) 
CVRM
Gericht onderzoek naar sec hypertensie
Gericht onderzoek naar schade van hypertensie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Nog vragen over hypertensie?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

welke stelling is waar bij een verhoogd cholesterol?
A
Rode rijst is een goed alternatief voor patiënten die geen medicatie verdragen
B
Visolie is een goed alternatief voor patiënten die geen medicatie verdragen
C
Peesxanthomen kunnen wijzen op een familiaire hypercholesterolemie
D
De startdosis van simvastatine is 40 mg

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Bij wie stellen we een CVRM risicoprofiel op?
Belaste familieanamnese voor HVZ
Diabetes Mellitus
Hypertensie
Hypercholesterolemie
Obesitas
Roken
Man> 40 jr, Vrouw> 50 jr
Wie nog meer.............

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Bij welke groepen patiënten stel ik ook een risicoprofiel op?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Ook bij:
Arthritis psoriatica
COPD
Jicht
Reumatoïde arthritis
Na kanker en behandeling
Pre-eclampsie en zwangerschapsdiabetes
OSAS

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met 2 casus!

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Casustiek
Casus 3: Hypertensie
Casus 4: Hypercholesterolemie

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

Antwoord 3
Tav anamnese:  mogelijk etiologische factoren: diabetes mellitus en/of een verhoogde bloeddruk 
een bekende nierziekte, recidiverende pyelonefritis en vesico-ureterale reflux, nefrectomie of een auto-immuunziekte in de voorgeschiedenis (zie Details) 
familiaire nierziekten (bijvoorbeeld de ziekte van Alport, cystenieren)
medicatiegebruik dat mogelijk nierschade geeft of de nierfunctie kan verminderen (bijvoorbeeld NSAID’s en RAS-remmers) 
dehydratie 
LO: rr, l, g, spiermassa
Lab: eerst < 1 week creat herhalen met event ACR/sediment, aanvullend lab overbodig

Slide 35 - Slide

Mild tot matige nierinsufficientie met matig verhoogde albuminurie en mogelijk erythrocyturie. CVRM/nierfalen risico categorie: oranje
DD?
Waarschijnlijk IgA-nefropathie? Misschien ook een keer nuchter glucose bepalen

Slide 36 - Slide

Antwoord 2
DD? IgA nefropathie? Anders? Overleg/teleconsultatie nefroloog mag zeker!

Slide 37 - Slide

Voorlichting
de aard en het normale beloop van chronische nierschade 
het verhoogde cardiovasculaire risico 
het belang van een gezonde leefstijl, dieet/ zoutintake
geneesmiddelen die nierschade veroorzaken, met speciale aandacht voor zelfzorgmiddelen (zoals NSAID’s) 
het belang van dosisaanpassing bij bekende en nieuwe medicatie en bij dreigende dehydratie 
het doorgeven van de nierfunctie door de arts aan de apotheker 
de rol die de patiënt zelf heeft om ervoor te zorgen dat diens zorgverleners op de hoogte zijn van de nierfunctie 
de jaarlijkse influenzavaccinatie 
controleafspraken (en de eventuele rol van de praktijkondersteuner en apotheker) 
Goed noteren in eigen HIS!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

Antwoord 2, GFR mag na start RAS remmer max 20% dalen

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Casus vraag 3A
Antwoord C: Een 24 uurs RR meting
Toelichting:
- Diagnose mag niet op 1 su meting gesteld worden
- De thuismetingen zijn niet geprotocolleerd (zie thuisarts)
- Geen polsmeter bij geprotocolleerde thuismeting
- 30 min meting geeft geen info over nachtelijke HT
- > 24 uurs RR meter. 


Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

1. Witte jas hypertensie: 1e en laatste RR 165/115 en 170/90 Nachtelijke hypertensie: RR tot 170/85 PM Nachtelijk hypertensie heeft een sterkere relatie met HVZ dan hypertensie overdag.

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Witte Jassen HT+ Nachtelijke HT
Nachtelijke hypertensie heeft een sterkere relatie HVZ dan overdag

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

2. Gemaskeerde hypertensie. Hypertensieve non-dipper. Op spreekuur lage tensies: 140/90, zie 1e en laatste meting curve.

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Gemaskeerde HT, HT non dipper
Op spreekuur lage tensies

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Slide

Normotensieve dipper. Early morning surge +

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Normotensieve Dipper
Early Morning surge+ : 4-6 uur > 25 mmHg hoger dan gedurende slaap > Verhoogd risico HVZ

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Vraag 4B: Allen juist
- Leefstijl =  langdurige gedragspatronen
- Gedragsaanpassing moeilijk, echter:
- Effect van gedragsveranderingen kan groot zijn

Begin gedragsverandering : Exploratie achterliggende gedachten

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Frisbeeen: 
Geef brokjes informatie en pas aan op referentiekader patient

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Motiverende gespreksvoering
Belangrijkste principes & aannames:
- Iedereen is ambivalent tav gedragsverandering
- Niemand is volledig ongemotiveerd
- De hulpverlener kan motivatie beinvloeden
- Hulpverlener heeft een accepterende empatische houding
- Menselijke natuur verzet zich tegen dwang en bevoogding

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Slide 69 - Slide

24-uursmeting al gedaan

Slide 70 - Slide

This item has no instructions