Module 2: Hoe geef jij jouw geld uit? - Start, uitgaven, verleidingen en geldtypen

Welkom 
bij het LEF-lesprogramma
Module 2: Hoe geef jij jouw geld uit?
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom 
bij het LEF-lesprogramma
Module 2: Hoe geef jij jouw geld uit?

Slide 1 - Slide

  • Schrijf je naam op een naamsticker en plak de sticker op.
  • Geef de studenten bij binnenkomst allemaal een blanco naamsticker.
  • Vraag de leerlingen hun naam erop te schrijven en op te plakken.
Introductie

Slide 2 - Slide

Duur: 5 minuten

De introductie bestaat uit een korte terugblik, toelichting op module 2 en centrale inleidende vraag.

Welkom!
  • LEF = Leven en Financiën
     
  • Een lesprogramma voor MBO-studenten 
     
  • Het LEF-lesprogramma:
      - Module 1: Hoe krijg jij jouw geldzaken op orde?
      - Module 2: Hoe geef jij jouw geld uit?
      - Module 3: Hoe kom jij aan geld?


Slide 3 - Slide

  1. Blik kort terug op de vorige module en vraag of de deelnemers al iets hebben gedaan met wat ze hebben geleerd.
  2. Vertel dat vandaag in het teken staat van waar je je geld aan uitgeeft.
  3. Vertel dat de les via lessonup draait. Op de volgende pagina kunnen de deelnemers een QR code scannen om in te loggen.
  4. Vertel waarom de haai vandaag op zijn kop staat: deze module gaat over geld uitgeven (geld uit de spaarpot).
Heb jij vandaag al geld uitgegeven?
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

  1. Stel inleidend de vraag: heb jij vandaag al geld uitgegeven?
    Tip: is dit de eerste les van de dag (bijvoorbeeld al om 8.30 uur)? Vraag dan of ze gisteren geld hebben uitgegeven.
  2. En vraag door: wat heb je vandaag al gekocht?
  3. Maak een bruggetje naar de onderwerpen van de les (zie volgende pagina).
Deze LEF-les
• Waar geef jij je geld aan uit?

• Hoe word jij verleid? 

• Welk geldtype ben jij? 

• Keuzeonderwerpen:
  - Wat moet je regelen als je op jezelf gaat wonen? 
  - Een huis kopen of huren?

Slide 5 - Slide

Vertel waar de les vandaag over gaat. 

Jouw uitgaven
Waar geef jij je geld aan uit?

Slide 6 - Slide

Vorm: Geldblunder gedeeld door influencer, geldwolk over goede aankoop en open vraag over miskoop. Reflectie op uitgaven en bespreking aan de hand van het namenrad. 

Duur: 10 minuten
Leerdoelen:
• De jongeren kunnen prioriteiten stellen in hun uitgaven.
• De jongeren kunnen hun koopgedrag aanpassen aan het beschikbare budget.

Met welke uitgave
ben je echt blij?

Slide 7 - Mind map

  1. Vraag de deelnemers of ze na willen gaan waaraan zij de afgelopen week geld hebben uitgegeven (bijvoorbeeld door hun bankapp erbij te pakken.
  2. Stel de vraag: Met welke uitgave ben je echt blij?
  3. Vraag bij een aantal studenten door.
Welke uitgave had je beter niet
kunnen doen?

Slide 8 - Open question

  1. Vraag de deelnemers of ze spijt hebben van een aankoop.
  2. Vraag aan hen of ze het willen delen (in woord of met een foto).
  3. Bespreek een aantal antwoorden na.
Jouw uitgaven
Denk eens na over de volgende vragen:

1. Wat valt op in jouw uitgavenpatroon?
2. Hoe houd je rekening met verplichte uitgaven?
3. Wat moet beter en wil je echt anders doen?
4. Wat gaat goed en wil je zo houden?


timer
4:00

Slide 9 - Slide

  1. Nodig de deelnemers uit om na te denken over de vragen.
  2. Geef ze vier minuten de tijd om de vragen te beantwoorden (zelf op papier op te schrijven).
Jouw uitgaven
Wil jij iets delen over jouw antwoorden?

1. Wat valt op in jouw uitgavenpatroon?
2. Hoe houd je rekening met verplichte uitgaven?
3. Wat moet beter en wil je echt anders doen?
4. Wat gaat goed en wil je zo houden?


Slide 10 - Slide

Draai aan het rad en vraag aan de deelnemer of hij/zij antwoord wil geven op één of meerdere vragen.

Vragen:
1. Wat valt op in jouw uitgavenpatroon?
2. Hoe houd je rekening met verplichte uitgaven?
3. Wat moet beter en wil je echt anders doen?
4. Wat gaat goed en wil je zo houden?

Verleidingen
Hoe word jij verleid?

Slide 11 - Slide

Vorm: Discussie over uitgaven, de invloed van reclame en groepsdruk/ sociale druk.

Duur: 10 minuten
Leerdoelen:
• De jongeren kunnen zich weerbaar opstellen tegen de invloed van reclame.
• De jongeren zijn in staat om bij het vergelijken van producten en abonnementen rekening te houden met alle kosten (vaste, variabele en bijkomende kosten) die aan het product zijn verbonden.
• De jongeren zijn in staat om bij hun keuze voor een product of abonnement niet alleen op prijs en kwaliteit te letten, maar ook op de voorwaarden en hun eigen persoonlijke situatie en wensen.
0

Slide 12 - Video

  1. Speel het filmpje af. Het filmpje gaat over hoe je wordt beïnvloed door reclames.
  2. Het filmpjes stopt vanzelf na 39 seconden. Klik op volgende (het pijltje naar rechts) om door te gaan naar de vraag. 
Werkt reclame ook op jou?
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

  1. Stel de vraag: Werkt reclame ook op jou?
  2. Bespreek de impact van reclame en geef ruimte voor discussie tussen voor- en tegenstanders.
  3. Ga ook in op hebzucht: herken je dat?
0

Slide 14 - Video

  1. Start de video. Hierin is de inleiding van een experiment van MindFuck te zien.
  2. Na 21 seconden stopt het filmpje vanzelf. Klik dan op het pijltje naar rechts om de vraag te laten zien.
Waar kies jij voor?
Koffie voor € 1,-
Koffie met muffin voor € 4,-

Slide 15 - Poll

  1. Stel de vraag: waar zou jij voor kiezen?
  2. Vertel dat iedereen in het filmpje (ook) koos voor de koffie van € 1,-.
1

Slide 16 - Video

  1. Klik op de startknop.
  2. Het filmpje start vanaf 1.56 minuut waarna een nieuw alternatief wordt toegevoegd: een muffin voor €3,95.
  3. De vraag verschijnt vanzelf.
Wat denk je?
Hoeveel klanten kiezen nu voor de combideal?
A
Nog steeds niemand
B
De helft van de klanten
C
Iedereen

Slide 17 - Quiz

Het juiste antwoord is c, Belastingdienst.
Verleidingen
Ben jij weleens verleid iets te kopen dat je helemaal niet nodig had?


Slide 18 - Slide

  1. Laat iedereen nadenken over de vraag: Ben jij weleens verleid iets te kopen dat je helemaal niet nodig had?
  2. Draai aan het rad en vraag aan de deelnemer of hij weleens verleid is en zo ja, tot wat.
  3. Vraag door: hoe werd je verleid?
Geldtypen
Welk geldtype ben jij?

Slide 19 - Slide

Vorm: Geldtypetest in vogelvlucht
Nabespreking over overtuigingen vanuit vier hoeken in het lokaal. Gesprek over overtuigingen en over de rol ouders/ opvoeding
 
Duur: 30 minuten

Leerdoelen:
• De jongeren begrijpen wat de verschillen zijn in geldtypes en waarom ze zelf soms “zo” handelen.
• De jongeren weten hoe ze zichzelf in de hand kunnen houden als ze gemakkelijk of impulsief geld uitgeven.
Pak een papier en neem de tabel over:

LG
TS
RE
TP
Vul hier straks je punten in.
Hier tel je na de 21 stellingen je punten op.
Geldtypetest

Slide 20 - Slide

  1. Laat de deelnemers voordat je start met de stellingen de tabel overnemen zonder te vertellen waar ze voor staan.
  2. Hebben ze geen pen en papier bij zich? Laat ze dan hun scores in hun telefoon bijhouden.
  3. In het middelste vak zetten de deelnemers straks de punten en in het onderste vak tellen ze alle punten op.
  4. Er volgen in vogelvlucht 21 stellingen.
  5. Per stelling hebben de deelnemers 5 seconden bedenktijd.
Ik verwacht later rijk te worden





Helemaal mee eens = 6 TS
Meer eens dan oneens = 3 TP
 Meer oneens dan eens = 2 RE
Helemaal mee oneens = 6 LE

timer
0:05

Slide 21 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Vertel dat de deelnemers de punten moeten opschrijven die bij hun antwoord hoort.
    - Ben je het bijvoorbeeld helemaal eens met deze stelling dan schrijf je 6 punten bij TS.
    - En ben je het helemaal oneens dan uiteraard 6 punten bij LE.
  3. Start de denktijd en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Lenen voor een vakantie moet kunnen





Helemaal mee eens = 4 RE
Meer eens dan oneens = 1 LG
Meer oneens dan eens = 1 TS
Helemaal mee oneens = 1 TP


timer
0:05

Slide 22 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Geld interesseert me niet zoveel





Helemaal mee eens = 6 TS
Meer eens dan oneens = 3 TP
Meer oneens dan eens = 2 RE
Helemaal mee oneens = 1 LG

timer
0:05

Slide 23 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik betaal mijn rekeningen op tijd






 Helemaal mee eens = 4 RE
 Meer eens dan oneens = 1 LG
Meer oneens dan eens = 1 TS 
 Helemaal mee oneens = 2 TP

timer
0:05

Slide 24 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik vind het moeilijk om te sparen







 Helemaal mee eens = 5 LE
Meer eens dan oneens = 3 TS
Meer oneens dan eens = 2 TP
 Helemaal mee oneens = 1 RE



timer
0:05

Slide 25 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik word graag geholpen bij geldzaken








 Helemaal mee eens = 2 RE
 Meer eens dan oneens  = 5 LG
Meer oneens dan eens = 9 TP
Helemaal mee oneens = 8 TS




timer
0:05

Slide 26 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Als je moet lenen 
kun je niet goed met 
geld omgaan









Helemaal mee eens = 0 TS
Meer eens dan oneens = 0 TP
Meer oneens dan eens = 3 LG
Helemaal mee oneens = 4 RE





timer
0:05

Slide 27 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik vind het leuk om veel spullen te kopen










Helemaal mee eens = 4 LG
Meer eens dan oneens = 3 TS
Meer oneens dan eens = 2 TP
Helemaal mee oneens = 1 RE






timer
0:05

Slide 28 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Geld maakt gelukkig











Helemaal mee eens = 6 TS
Meer eens dan oneens = 3 TP
Meer oneens dan eens = 2 RE
Helemaal mee oneens = 2 LG






timer
0:05

Slide 29 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Als ik geld tekort kom ga ik besparen











Helemaal mee eens = 3 RE
Meer eens dan oneens = 2 LG
Meer oneens dan eens = 1 TS
Helemaal mee oneens = 0 TP







timer
0:05

Slide 30 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Geldzaken regel ik het liefste zelf












Helemaal mee eens = 1 RE
Meer eens dan oneens = 2 LG
Meer oneens dan eens = 3 TS
Helemaal mee oneens = 5 TP








timer
0:05

Slide 31 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Als ik geld heb, geef ik het direct uit













Helemaal mee eens = 5 LG
Meer eens dan oneens = 5 TS
Meer oneens dan eens = 2 TP
Helemaal mee oneens = 1 RE









timer
0:05

Slide 32 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik hou van luxe














Helemaal mee eens = 6 TS
Meer eens dan oneens = 3 TP
Meer oneens dan eens = 2 RE
Helemaal mee oneens = 1 LG









timer
0:05

Slide 33 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Lenen voor een dure aankoop moet kunnen















Helemaal mee eens = 4 RE
Meer eens dan oneens = 2 LG
Meer oneens dan eens = 1 TS
Helemaal mee oneens = 1 TP










timer
0:05

Slide 34 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik zou me ervoor schamen als ik schulden zou hebben
















Helemaal mee eens = 0 TS
Meer eens dan oneens = 0 TP
Meer oneens dan eens = 4 LE
Helemaal mee oneens = 5 RE










timer
0:05

Slide 35 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik vind het belangrijk om geld te sparen

















Helemaal mee eens = 5 RE
Meer eens dan oneens = 2 LG
Meer oneens dan eens = 1TS
Helemaal mee oneens = 1 TP












timer
0:05

Slide 36 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik zou het aan zo min mogelijk mensen vertellen als ik geld geleend had



















Helemaal mee eens = 3 TS
Meer eens dan oneens = 2 TP
Meer oneens dan eens = 3 LG
Helemaal mee oneens = 2 RE












timer
0:05

Slide 37 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik neem adviezen van mijn ouders/verzorgers
altijd serieus



















Helemaal mee eens = 5 RE
Meer eens dan oneens = 2 LG
Meer oneens dan eens = 1 TS
Helemaal mee oneens = 1 TP













timer
0:05

Slide 38 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik wil later vooral rijk worden




















Helemaal mee eens = 6 TS
Meer eens dan oneens = 3 TP
Meer oneens dan eens = 2 RE
Helemaal mee oneens = 1 LG














timer
0:05

Slide 39 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Als ik wat geld krijg denk ik meteen
aan wat ik daarvan kan kopen





















Helemaal mee eens = 7 LG
Meer eens dan oneens = 6 TS
Meer oneens dan eens = 2 TP
Helemaal mee oneens = 1 RE














timer
0:05

Slide 40 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Ik wil graag sparen zodat ik wat geld
achter de hand heb




Helemaal mee eens = 5 RE
Meer eens dan oneens = 2 LG
Meer oneens dan eens = 1 TS
Helemaal mee oneens = 1 TP

timer
0:05

Slide 41 - Slide

  1. Lees de stelling voor.
  2. Start de timer en ga vervolgens meteen door naar de volgende slide.
Geldtypetest
Wat is jouw score?

LG
TS
RE
TP
?
?
?
?

Slide 42 - Slide

  1. Op het einde tellen de deelnemers per code de punten op. De code met de meeste punten is het geldtype dat hen het meest typeert.
Geldtypen
LG
Levensgenieter:
  • Impulsief
  • Geen statuszoeker
  • Geldzaken niet interessant
  • Niet materialistisch
  • Weinig merkgericht
TS
Trendsetter:
  • Statusgericht
  • Merkgericht
  • In behoorlijke mate impulsief
  • Weinig focus op bijhouden geldzaken

TP
Toekomstplanner:
  • Wil onafhankelijk zijn
  • Statusgericht
  • Weinig impulsief
  • Houdt van luxe
RE
Regelaar:
  • Weinig impulsief
  • Geldzaken goed op orde
  • Realistisch
  • Weinig gehecht aan luxe

Meer
impulsief

Meer
status-gericht
Minder 
impulsief

Minder 
status-gericht

Slide 43 - Slide

  1. Op basis van de verdeling in meer/minder impulsief gedrag enerzijds en meer/minder statusgericht anderzijds ontstaan 4 vakken: de geldtypen.
  2. Klik op de vraagtekens om te laten zien waar de afkortingen voor staan.
  3. Bespreek de afkortingen.
    Licht toe: Natuurlijk ben je nooit voor 100% één geldtype en dit kan ook verschillen bij wat je koopt (bijvoorbeeld bij een scooter of een broodje)
LE = Levensgenieter
  • Impulsief
  • Geen statuszoeker
  • Geldzaken niet interessant
  • Niet materialistisch
  • Weinig merkgericht
TS = Trendsetter
  • Statusgericht
  • Merkgericht
  • In behoorlijke mate impulsief
  • Weinig focus op bijhouden geldzaken
RE = Regelaar
  • Weinig impulsief
  • Geldzaken goed op orde
  • Realistisch
  • Weinig gehecht aan luxe
TP = Toekomstplanner
  • Wil onafhankelijk zijn
  • Statusgericht
  • Weinig impulsief
  • Houdt van luxe

Geldtypen
Levens-genieter
Trend- setter
Regelaar
Toekomst- planner
Links achter
Links voor
Rechts voor
Rechts achter

Slide 44 - Slide

Nodig iedereen uit om in een hoek van het lokaal te gaan staan:
  • Links voor = Levensgenieter
  • Rechts voor = Trendsetter
  • Links achter = Regelaar
  • Rechtsachter = Toekomstplanner
2. Open de dialoog door de volgende vragen te stellen:
  • Herken je jezelf in de omschrijving?
  • Wat vind je ervan dat je op dit geldtype het hoogst scoort?
  • Staan jouw ouders ook zo in het leven? En zo niet, hoe ben jij er anders over gaan denken?
  • Welke tips heb je voor de andere geldtypen?
  • Wat zouden je valkuilen kunnen zijn?
  • Wat zou je kunnen leren van de andere geldtypen?
Keuze onderwerpen:
Huis kopen of huren
Wil jij een huis kopen of huren? In dit onderdeel leer je wat de voor- en nadelen van beiden zijn.
Op jezelf wonen
Wil jij binnenkort op jezelf gaan wonen? In dit onderdeel leer je wat je allemaal kunt regelen voordat je op jezelf gaat wonen.

Slide 45 - Slide

  1. Vertel dat de deelnemers mogen kiezen welk onderwerp ze aan bod willen laten komen.
  2. Licht de onderwerpen kort toe door op het plusje te klikken.
Over welk onderwerp wil jij
meer leren?
Op jezelf wonen
Huis kopen of huren

Slide 46 - Poll

  1. Vraag aan iedereen om te klikken op het onderwerp dat hun grootste voorkeur heeft.
  2. Maak het winnende onderwerp bekend en klik op de volgende pagina het betreffende onderwerp aan.

Slide 47 - Slide

  1. Klik op het keuze onderwerp dat de meeste stemmen kreeg.
  2. Er zal een nieuwe les openen waarin het keuze-onderwerp behandeld wordt.