1.3 GB2E-VIG1 Tekstdoelen en soorten - grammatica missers

Agenda periode 2
14 t/m 18 nov
21 t/m 25 nov
28 t/m 1 dec
6 t/m 10 dec
13 t/m 17 dec
20 t/m 24 dec
Kerstvakantie
Kerstvakantie
10 t/m 14 jan
17 t/m 21 jan
24 t/m 28 jan
31 t/m 3 feb

Kennismaking + uitleg vak 
Werkwoordspelling
Moeilijke ww & 1 minuut praten
Tekstsoorten en doelen
Samenhang
....
Kerstvakantie
Kerstvakantie
...
...
...
...



1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Agenda periode 2
14 t/m 18 nov
21 t/m 25 nov
28 t/m 1 dec
6 t/m 10 dec
13 t/m 17 dec
20 t/m 24 dec
Kerstvakantie
Kerstvakantie
10 t/m 14 jan
17 t/m 21 jan
24 t/m 28 jan
31 t/m 3 feb

Kennismaking + uitleg vak 
Werkwoordspelling
Moeilijke ww & 1 minuut praten
Tekstsoorten en doelen
Samenhang
....
Kerstvakantie
Kerstvakantie
...
...
...
...



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les:
1. Kan je 5 tekstdoelen benoemen.
2. Herken je aan de tekst welk doel de schrijver had. 
3. Kan je zelf een tekst schrijven en herschrijven volgens een bepaald doel.  
4. Heb je d/t-fouten herhaalt en kan je als/dan correct toepassen. 

Slide 2 - Slide

De herhaalt heb ik expres fout gedaan. 
TT = Stam + t-en

VT = Stam + t/d-en ('T SeXY FoKSCHaaP)

Let op: 
1. In welke tijd staat het?
2. Staat er nog een ander werkwoord in de zin? (VT-DLW)
3. Enkelvoud of meervoud? (Ook als het een lange zin is)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wij ...(melden) ons gisteren al vroeg.
A
melde
B
meldde
C
melden
D
meldden

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het ... (gebeuren) vaak dat d/t fouten gemaakt worden met werkwoorden die beginnen met ge-, be-, her & ver.
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Als hij het boekje ...(bewaren) dan is het voor iedereen ...(bewaren).
A
bewaart, bewaart
B
bewaard, bewaard
C
bewaart, bewaard
D
bewaard, bewaart

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Structuur achter
de tekst?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Tekstsoorten en doelen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Nut
- Het herkennen van een tekstsoort is belangrijk voor het begrijpen van een tekst.

- Als je weet wat het doel van een tekst is, word je minder snel op het verkeerde been gezet. -> Bv. herkennen tussen informerende en overtuigende tekst 

- De inhoud, de vormgeving en de opbouw worden er o.a. door bepaald.

- Bij de examens kan aan jullie elk tekstdoel gevraagd worden om te schrijven. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke tekstsoorten en
doelen kennen jullie?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Tekstdoelen?

  • Wat wil de schrijver bereiken?


Tekstsoorten?
  • Met wat voor soort tekst wil hij dit bereiken?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Informeren, instrueren, overtuigen, activeren/overhalen, amuseren

Slide 13 - Open question

Bedenk een aantal teksten die bij deze schrijfdoelen horen. 
Informeren
- De schrijver wil dat je iets te weten komt.
Er zijn verschillende informatieve tekstsoorten om de lezer te informeren:

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Instrueren/instructies geven
  • De schrijver zegt hoe je iets moet doen
  • Hij gebruik hiervoor instructieve tekstsoorten



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Overtuigen
  • De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening.
  • Hij gebruikt hiervoor 
overtuigende teksten.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Activeren/overhalen
  • De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen
  • Hij gebruikt hiervoor activerende teksten

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Amuseren
- De schrijver wil de lezer vermaken met zijn tekst.
Hij doet dit met amuserende teksten

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Alles op een rijtje:

Beschouwing, nieuwsbericht, studieboek, uiteenzetting

Gedicht, cabarettekst, toneelstuk

Handleiding

Ingezonden brief, betoog, recensie, discussiestuk 

Folder, reclame, verkiezingsaffiche

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Analyseer de volgende tekst
Aan welke zinsdelen kan je herkennen dat het hier om een betoog gaat?
Schrijf ze voor jezelf even over als je de tekst doorneemt en vul het in de slide erna in. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De sociale media

Je kunt er je voordelen mee doen, echter zijn er meer nadelen aan verbonden dan gedacht wordt. Er worden dagelijks 5 nieuwe jongeren aangemeld met anorexia, dit vanwege de voorbeelden die zij zien op de sociale media waar zij zelf ook aan willen voldoen. Het is tijd dat we sociale media scherper onder controle krijgen. 

De sociale media zorgen voor te veel opnames van anorexia patiënten.

Ten eerste maakt de sociale media pubers onzeker. Dit komt door de gefotoshopte foto’s die influencers op hun pagina’s plaatsen. Het lijkt wel een wedstrijd om jezelf van de mooiste kant te laten zien. Echter wordt vergeten dat er niet alleen mooie kanten zitten aan het leven. Over de lichamelijk oneffenheden worden niet gesproken. Sterker nog, deze worden met een filter verborgen.

Bovendien zijn de pubers meer bezig met de kilo’s op de weegschaal. Zij worden onzeker van de slanke, schaars geklede en zelfverzekerde influencers. Hierdoor krijgen gevoelige pubers een slecht zelfbeeld en zullen zij er alles aan doen om er ook bij te kunnen horen. ‘Dun’ is daarom nooit dun genoeg en eten, gewicht, calorieën en de angst om aan te komen beheersen hun leven. Hierdoor ontstaat er een onnatuurlijk mager lichaam.  

Alhoewel sociale media voordelen heeft, weegt dat niet op tegen het nadeel dat onze pubers onzeker worden door het veelvoudig gebruik ervan. Zij blijven afvallen tot dit in veel gevallen leidt tot tot anorexia. De sociale media zullen een realistischer beeld moeten gaan tonen om verdere toename van het aantal anorexiapatiënten te voorkomen.   



















Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan welke zinsdelen kan je herkennen dat het hier om een betoog gaat?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Opdracht
Schrijf een korte tekst over een zelfgekozen onderwerp met één van de volgende doelen: 
- Informeert 
- Instrueert 
- Overtuigt
- Amuseert 
- Activeert

                                                                           Benoem ook wat voor tekstsoort je hebt geschreven. 

timer
15:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Vervolgopdracht
Wissel de tekst uit met een klasgenoot.

Herschrijf de tekst om er een ander doel mee te bereiken.

Laat het aan mij lezen. 

Lever de herschreven versie in op de opdrachten in Teams.
timer
15:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hongeriger ... een Viking schrokte hij de kippenpoot weg.
A
als
B
dan

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Suriname is vier keer groter ... Nederland.
A
als
B
dan

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Nederland is vier keer zo klein ... Suriname
A
als
B
dan

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Het verschil tussen als en dan is makkelijker ... je denkt.
A
als
B
dan

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat vonden jullie van deze les qua opdeling in uitleg en daarna een aantal opdrachten in de les?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions