woensdag 20-1

Rekenen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 4 min

Items in this lesson

Rekenen

Slide 1 - Slide

             Blok 4 les 13
Doelen:
Ik kan rekenen met een verhoudingstabel.
Ik kan rekenen met een verhoudingstabel met de tussenstap 1.
Ik kan zo samengestelde grootheden omrekenen.

Slide 2 - Slide

Even kijken wat jullie nog weten:
De trein rijdt 120 km/uur.
Hoe lang doe ik over 24 km?
A
6 minuten
B
2 minuten
C
12 minuten
D
24 minuten

Slide 3 - Quiz

Uitleg:

Slide 4 - Slide

1. In 2025 wonen in de VS ongeveer 342 miljoen mensen. De oppervlakte van de VS is ongeveer 9,5 miljoen km2. Hoeveel mensen zijn dat per km2?
Rekenmachine mag.

Slide 5 - Open question

Als deze al lukte, mag je aan de slag met som 2t/m 6. Vond je het moeilijk of lukte het niet, doe dan nog even mee!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

2. In Onderdam staan ongeveer 400 huizen en er wonen ongeveer 1400 mensen. Hoeveel mensen wonen er gemiddeld in 1 huis?
A
3,5
B
4
C
7
D
3

Slide 8 - Quiz

huizen
400
1
mensen
1400
?
Stappenplan:
1. Maak een verhoudingstabel en schrijf erin wat je al weet.
2. Schrijf achteraan wat je wilt weten.
3. Ga delen / vermenigvuldigen.

Slide 9 - Slide

Maak som 2 t/m 6 .Succes!

Slide 10 - Slide

Begrijpend lezen

Slide 11 - Slide

Schaken
dit weet ik al

Slide 12 - Mind map

Wat verwacht ik te lezen?
denksport /schaakspel
Queen's Gambit /Nl kampioenschappen
slimmer

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Slide

Wat wist ik nog niet?

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide

zoek het goed geschreven woord.
A
abonnoment
B
abbonetment
C
abonement
D
abonnement

Slide 17 - Quiz

zoek het goed geschreven woord.
A
maatschapije
B
maatschapij
C
maatschappij
D
maatschapei

Slide 18 - Quiz

zoek het goed geschreven woord.
A
intressen
B
interessen
C
interese
D
interesse

Slide 19 - Quiz

zoek het goed geschreven woord.
A
bommenexpert
B
onverschilig
C
tereur
D
perons

Slide 20 - Quiz

zoek het goed geschreven woord.
A
probaganda
B
propagenda
C
propaganda
D
progampand

Slide 21 - Quiz

Maak les 4.10 .Succes!

Slide 22 - Slide