Maandag B3A eerste les

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Wednesday February 24th

Plan of today

• How was your break? Do you have something to tell us?
  
• Inloggen klas in Lesson Up
• Inloggen Quizlet
• Unit 5, lesson 2
• Uitleg Vraagwoorden
• Quiz maken
• Opdrachten maken

Your goals:

• Learn vraagwoorden
• Finish exercises Unit 5, lesson 1 & 2
• Account in Lesson Up
• Account in Quizlet

LessonUp

• interactieve presentatietool
• niet alleen presenteren maar ook open vragen, meerkeuze     
•  vragen, woordweb, filmpjes etc.
• leerlingvolgsysteem (zelfstandig werken)
• opdrachten nakijken
• naslagwerk (grammatica)

How was your holiday?

Inloggen Lessonup

lessonup.app/login

Je klascode :

mrgcv

LessonUp

1. Log in met je LessonUp account

2. Word lid van de Engelse klas (code =  mrgcv)

3. Klik op de les 

4. Maak de andere accounts aan (zie volgende bladzijde)

Quizlet

1. Klik op de link: https://quizlet.com/join/3zZPS3jty

2. Klik op gratis aanmelden om toe te treden tot de klas

• woorden en zinnen leren 
• spelletjes doen met woorden en zinnen
• wedstrijdje in de klas
• ook voor andere vakken!

Unit 5: lesson 2 Teamwork

Deze lesson gaat onder andere over bedrijfsuitjes. Wat lijkt jou het leukst?

Kies uit:1.

1. een grappig uitje
2. een leerzaam uitje
3. een spannend uitje
4. een creatief uitje
5. een gezellig uitje
6. een relaxed uitje.

Kies uit: een grappig uitje, een leerzaam uitje, een spannend uitje, een creatief uitje, een gezellig uitje, een relaxed uitje.

Grammar page 74

Vraagwoorden:

Wanneer je iets wilt vragen, zet je vaak een vraagwoord aan het begin van de zin. 

Bijvoorbeeld: wie, waar, wanneer, waarom, wat en hoe.

Deze heb je ook in het Engels.

• Vraagwoorden komen vaak voor in het Engels

• Ze staan bijna altijd aan het begin van de zin
  

Vraagwoorden komen vaak voor in Engels, ze staan bijna altijd aan het begin van de zin.

In het Engels heb je de vraagwoorden: 

• Who?           Wie?
• What?          Wat?
• Where?        Waar?
• When?         Wanneer?
• Why?           Waarom?
• Which?        Welke?
• How?           Hoe?

Uitlegvideo

Klik op link in de volgende dia

en luister naar de uitleg over vraagwoorden.

Nu gaan we oefenen...

Vraagwoorden
..... is he now? He is at home.

1. where
2. what
3. when
4. who

Vraagwoorden
... is your name? Carol.

1. Who
2. What
3. How
4. Where

Vraagwoorden
... is Susan's party? It's on Friday.

1. Who
2. What
3. When
4. Where

Vraagwoorden
... are you going to order? Fish and chips.

1. What
2. How
3. Why
4. When

Vraagwoorden
... are you going? I am going to my friends.

1. What
2. When
3. Why
4. Where

Vraagwoorden
... did you do that? Because I like it.

1. What
2. When
3. How
4. Why

1. Wie

2. Wat

3. Wanneeer 

4. Waar 

5. Waarom

6. Welke

7. Hoe

Who

What 

where

Which

Why

When

How

      Zelfstandig werken:

• 5.1:

Opdracht: 6, 7, 9 & 10

• 5.2:

Opdracht 12, 13, 14, 15 & 19

• Klaar:

Woordtrainer

Grammaticatrainer