Oefentoets ped per 9

Met deze oefentoets kan je jezelf voorbereiden op de toets voor ped/did per 9.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Met deze oefentoets kan je jezelf voorbereiden op de toets voor ped/did per 9.

Slide 1 - Slide

Wat is gevoelsreflectie tijdens een gesprek?
A
Je spiegelt de emotie van de ander
B
Je ziet een emotie, neemt deze serieus, spreekt uit wat je ziet en checkt of dit klopt
C
Je reflecteert op je eigen gevoelens
D
Je benoemt de emotie van de ander

Slide 2 - Quiz

Wat volgt er als een school slecht scoort?
A
Zij krijgen vaker inspectie, maken plannen om hun onderwijs te verbeteren en komen op de lijst als laag scorende school te staan
B
Zij worden gelijk gesloten
C
Zij moeten hun schoolplan bijstellen
D
Zij krijgen de inspectie op bezoek

Slide 3 - Quiz

Wat doet een vreedzame school?
A
Streeft naar democratische omgang, positieve en moreel klimaat en burgerschapsvorming
B
Zorgt voor een veilige en vredige omgeving

Slide 4 - Quiz

Wat is GEEN fout tijdens het voeren van een gesprek met ouders?
A
Bagatelliseren
B
Een diagnose stellen
C
Open gesprek voeren
D
Je eigen waarde en normen laten gelden

Slide 5 - Quiz

Waarvoor gebruik je de Roos van Leary?
A
Helpt je om naar de gedragingen van jezelf en de ander te kijken en gedrag te beïnvloeden
B
Geeft inzicht in de mate van agressie van de ander
C
Zorgt dat het gedrag van de ander in een hokje past

Slide 6 - Quiz

Welke functie heeft een schoolplan?
A
Er staat in omschreven wat de missie en de visie van de organisatie is
B
Er staat in omschreven aan welke doelen de organisatie werkt
C
Er stat in omschreven wat de missie, visie, doelstellingen en financiën zijn
D
Er staat in omschreven waaraan een organisatie hun gelden aan uitgeeft

Slide 7 - Quiz

Wat doe je met decoderen?
A
Een code verpakken in de boodschap die je overbrengt
B
Betekenis kunnen geven aan woorden, lichaamstaal en/of beelden

Slide 8 - Quiz

Wat is een gouden cirkel?
A
Is het ontdekken wat jij waardevol vind in een organisatie
B
Je gaat op zoek naar waarom, (hoe en wat) jij gemotiveerd bent in de uitvoering van je werk

Slide 9 - Quiz

Kinderen en leerlingen leren op een democratische manier met elkaar om te gaan. Dit is een onderdeel van burgerschapsvorming.
A
Dit is niet juist
B
Dit is juist

Slide 10 - Quiz

Je loopt als (afgestuurd) OA aan tegen de invoering van een nieuw beleid, wat kan/mag je doen?
A
Als OA heb ik GEEN inspraak op beleidsniveau
B
Ik geef het probleem aan bij de leerkracht waar ik veel mee samenwerk en zij zal dit met de directie bespreken
C
Onderzoeken wie de juiste persoon is om je knelpunt voor te leggen en samen naar mogelijke oplossingen kijken
D
Iemand anders uit het team zal dit ook wel een probleem binden en zij zal het wel aangeven, ik doe niks

Slide 11 - Quiz

Waar staan de letters VIB voor?
A
Video interactie budget
B
Video interactie begeleiding
C
Veiligheid in het basisonderwijs

Slide 12 - Quiz

Wat is het doel van actief luisteren?
A
Er ontstaat een veilige omgeving/vertrouwen, zodat je veel zaken bespreekbaar kan maken
B
LSD (luisteren, samenvatten, doorvragen)
C
Hiermee zorg je dat je de boodschap begrijpt
D
Hummen en knikken

Slide 13 - Quiz

Waarvoor wordt het model van Korthagen gebruikt?
A
Geeft in stappen aan hoe je een les moet voorbereiden
B
Geeft de stappen van een korte instructie aan
C
Geeft stappen aan om te reflecteren
D
Geeft in stappen aan hoe je een les moet geven

Slide 14 - Quiz

Een school is:

A
een organisatie die gelden vanuit diverse fondsen ontvangt
B
een organisatie die kan bestaan door de bijdrage van ouders
C
een organisatie die altijd gelden van de overheid krijgt
D
een organisatie die meestal gelden van de overheid krijgt

Slide 15 - Quiz

Tijdens een gesprek kan je maar 1 doel hebben
A
Niet waar
B
Waar

Slide 16 - Quiz

Wat is GEEN ouder-participerend doel die de school kan stellen?
A
Organisatorische doelen
B
Democratische doelen
C
Marketingsdoelen
D
Pedagogische doelen

Slide 17 - Quiz

Welk(e) onderdeel/onderdelen komen aan bod tijdens de planningsfase van een gesprek
A
Hierin wordt het doel van het gesprek benoemd
B
Het gespreksdoel, hoe lang het gesprek duurt en wie er op de hoogte zijn van dit gesprek

Slide 18 - Quiz

Welke cyclus wordt er ingezet ter verbetering van kwaliteitszorg
A
SMARRT
B
Driehoeks-cirkel
C
PCDA-cirkel
D
Korthagen

Slide 19 - Quiz

In een organogram kan je zien:
A
wat de namen van alle medewerkers zijn
B
wie welke functie binnen een bedrijf vervult en hoe belangrijk deze rol is

Slide 20 - Quiz

Als je voor een groep gaat presenteren begin je
A
met de opbouw van je presentatie
B
gelijk met de kern van je presentatie

Slide 21 - Quiz

Een leercyclus is belangrijk voor ieder individu en team. Wat is de juiste volgorde van deze cyclus?
A
Beslissen, handelen, reflectie en verbanden leggen
B
Verbanden leggen, beslissen, handelen en reflectie
C
Reflectie, verbanden leggen, beslissen en handelen
D
Handelen, reflectie, verbanden leggen en beslissen

Slide 22 - Quiz