3.5 Nederland: de zee klopt op de voordeur

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

1. Wat zie je?

2. Waar is het? 

3.  Waarom is dit hier?

4. Is dit overal zo? 

Bespreken HW - havo

1. Wat is een polder?
   
2. "Waarin de waterstand kunstmatig kan worden geregeld" Wat wordt bedoeld met kunstmatig?
   
3. Welke vier soorten polders zijn er?
   
4. Zoek op internet op wat het maaiveld is. Bekijk vervolgens bron 29, welke ontwikkeling zie je in de bron?
   
5. Noem twee gevolgen van klimaatverandering die invloed hebben op de Nederlandse kustlijn.
   
6. Noem twee maatregelen die worden genomen om de Nederlandse kustlijn te versterken.
   
7. Wat is klimaatadaptatie?

Lees paragraaf 3.5. Beantwoord de vragen in je schrift:

1. Wat is een polder?
   
2. Welke vier soorten polders zijn er?
   
3. Zoek op internet op wat het maaiveld is. Bekijk vervolgens bron 29, welke ontwikkeling zie je in de bron?
   
4. Noem twee gevolgen van klimaatverandering die invloed hebben op de Nederlandse kustlijn.
   
5. Noem twee maatregelen die worden genomen om de Nederlandse kustlijn te versterken.
   
6. Wat is het verschil tussen harde- en zachte kustverdediging?
   
7. Wat is klimaatadaptatie?
   
8. Een land als Nederland doet al volop aan klimaatadaptatie. In Bangladesh is dat veel minder vanzelfsprekend. Leg uit hoe dat komt.
   

Uitleg of... vwo

Maken opdrachten 1-2-3-6 van 3.5

Eerder klaar of meer oefenen? Kies uit:

- Herhaling of verdieping 3.5

- Begrippen leren door middel van flitskaarten, quizlet of iets naar keuze.

- Opdrachten nakijken (nakijkboekje in Magister)

- Maak een samenvatting / mindmap van de paragraaf. Gebruik hiervoor de leerdoelen.

Uitleg of... havo

Maken opdrachten 1-2-6-7 van 3.5

Eerder klaar of meer oefenen? Kies uit:

- Herhaling of verdieping 3.5

- Begrippen leren door middel van flitskaarten, quizlet of iets naar keuze.

- Opdrachten nakijken (nakijkboekje in Magister)

- Maak een samenvatting / mindmap van de paragraaf. Gebruik hiervoor de leerdoelen.

www.rijksmuseum.nl

0

NAP

• Nulpunt
• Zeespiegel
• Laag Nederland onder NAP 
• 6.78m onder NAP

Waar ligt het laagste punt van Nederland ongeveer?
In de buurt van:

1. Rotterdam
2. Amsterdam
3. Middelburg
4. Leeuwarden

Laagste punt van Nederland: -6.74  meter 

Dijken, dijkvakken en dijkringen

https://www.schooltv.nl/video/het-klokhuis-dijken/#q=dijken

Dijkring

Polders

https://www.youtube.com/watch?v=zIFRzzXKLhc

Soorten polders:

1. Zeepolders

2. Veenpolders

3. Droogmakerijen

4. IJsselmeerpolder

Zeepolder

• ontstaan door indijking van vroegere kwelders = aangeslibt stuk land
• zeeniveau
•  vooral aan de kust van Zeeland, Friesland en Groningen
  

Droogmakerij

Ontstaan Ijsselmeerpolder

This video is no longer available

explain

Veenpolder

• tussen 0 en 2m onder NAP
• West-NL
  
• ontwateren veenmoeras
  —> land droogt en zakt in —> dijken er omheen —> polder

Droogmakerij

• Deze polders zijn ontstaan doordat vroeger plassen zijn drooggemalen
• eerst dijken rond een meer en dan (jaren) leegpompen
• gebruikt voor landbouw en woningen
• Haarlemmermeer en Beemster

IJsselmeerpolder

• Droogmakerijen
• In de 20ste eeuw zijn grote stukken van de vroegere Zuiderzee drooggemalen en ontstonden deze omvangrijke polders

Aan de slag!

Maak opdracht 1-2-6 van paragraaf 3.5. 

Zeereep

Kustafslag

Maatregelen 

Drie manieren van kustbescherming

1) Suppletie

2) Dynamisch kustbeheer

3) Getijdenlandschap

Zandsuppletie en zandmotor

Doel: basiskustlijn behouden. 

Zandbalans

Uitgelegd: De zandmotor

https://www.youtube.com/watch?v=Q1spHyWQx5k&ab_channel=WOS

2. Dynamisch kustbeheer

3. Dreiging aan de kust 

Zandsuppletie 

Dynamisch kustbeheer 

Zandsuppletie: sediment voor of op het strand spuiten. Dynamisch kustbeheer: Brede duinenlijn waarbij de natuur zijn gang kan gaan. 

3. Getijdenlandschap

Landschap onder invloed van eb en vloed (waddengebied).

Dynamisch systeem

Wat kun je eraan doen? --> Klimaatadaptatie

Klimaatadaptatie =
maatregelen nemen tegen de gevolgen van klimaatverandering 

Hoe kun je de Zeereep versterken?

Lezen

Lees de tekst van 3.6 op blz. 76-77 en onderstreep alle moeilijke worden. 

Klaar met lezen?

Begin dan alvast aan de opdrachten van 3.6

Wat is lastig?

Welke woorden, begrippen of uitleg zijn/is niet duidelijk?

Aan de slag

- Maak een samenvatting van 3.6  (volgende les bespreken we de samenvatting)

- Haal alleen de belangrijkste informatie uit de leestekst. 

- Doe dit zoals de aantekeningen van de voorgaande paragrafen. 

- Klaar? Maak de opdrachten van 3.6 verder af.