1. No Place Like Home introduction/articles

Chapter 4 

No Place Like Home
1 / 44
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Chapter 4 

No Place Like Home

Slide 1 - Slide

No Place Like Home
Today you will start the new chapter in your book. You will need Workbook B for this!
This is an introduction to this topic and its vocabulary

Learning goals this lesson:
I can use words, grammar and sentences that I have already learned
Ken je het verschil tussen A/AN (een).
Heb je een paar woorden geleerd om een huis te beschrijven.
 




Slide 2 - Slide

What do you think ch. 4 is about?
The theme is "No place like home"

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Why does Dorothy say the words,"there is no place like home"

Slide 5 - Open question

There is no place like home.
Wat is de juiste vertaling?
A
Er is geen plaats thuis.
B
Er is geen huis in mijn plaats.
C
Geen betere plek als thuis.
D
Er is geen plaats zoals huis.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

House

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Op het vorige plaatje zag je bij nummer 1:
A
downstairs
B
stairs
C
upstairs
D
floor

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Bij nummer 2 zag je:
A
downstairs
B
stairs
C
upstairs
D
couch

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Bij nummer 3 zag je:
A
mirror
B
table
C
couch
D
stairs

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Bij nummer 4 zag je:
A
carpet
B
chair
C
couch
D
coffeetable

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Bij nummer 5 zag je:
A
table
B
chair
C
carpet
D
window

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Bij nummer 6 zag je:
A
table
B
chair
C
window
D
wardrobe

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Bij nummer 7 zag je:
A
window
B
wardrobe
C
couch
D
table

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Bij nummer 8 zag je
A
couch
B
carpet
C
window
D
wardrobe

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Bij nummer 9 zag je:
A
wardrobe
B
carpet
C
couch
D
downstairs

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Bij nummer 10 zag je:
A
bathroom
B
couch
C
mirror
D
wardrobe

Slide 28 - Quiz

Articles

Slide 29 - Slide

Ezelsbruggetje : AU &

Slide 30 - Slide

Oei

Slide 31 - Slide

Klinkers
medeklinkers

Slide 32 - Drag question

klinkers
medeklinkers

Slide 33 - Drag question

Ax
A
a
B
an

Slide 34 - Quiz

Hammer
A
a
B
an

Slide 35 - Quiz

Phone
A
a
B
an

Slide 36 - Quiz

Aunt
A
a
B
an

Slide 37 - Quiz

Egg
A
a
B
an

Slide 38 - Quiz

Fairy
A
a
B
an

Slide 39 - Quiz

Banana
A
a
B
an

Slide 40 - Quiz

Arm
A
a
B
an

Slide 41 - Quiz

Hour
A
a
B
an

Slide 42 - Quiz

Learning goal check!
* I can use words, grammar and sentences that I have 
  already learned
* Ken je het verschil tussen A/AN (een).
* Heb je een paar woorden geleerd om een huis te      
  beschrijven.

Homework
Finish up to and including F41

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide