Natuniek T2 Les 4

• Techniek
• Basisschool
• Groep 8

Thema 2 Les 4

Gevoelige apparaten 

Dit ga je leren:

de actuator

de 

microprocessor

de 

sensor

Noem per zintuig een voorbeeld van een sensor in het dagenlijksleven.

Welke sensor is het? 

Kies uit: bewegingssesor, warmtesensor en druksensor.

bewegingssensor

warmtesensor

druksensor

druksensor

De band loopt.

De micro

processor weet welke fls het is.

De klant drukt op een groene knop.

De actuator zorgt ervoor dat het bonnetje komt.

De klant legt de fles op de band.

De sensor merkt dat er een fles op de band ligt.

1

2

3

4

5

6

"bewegingssensor"
Is het en sensor of een actuator?

1. Sensor
2. Actuator

"thermometer"
Is het en sensor of een actuator?

1. Sensor
2. Actuator

"motor"
Is het en sensor of een actuator?

1. Sensor
2. Actuator

"lampje"
Is het en sensor of een actuator?

1. Sensor
2. Actuator

"infraroodsensor"
Is het en sensor of een actuator?

1. Sensor
2. Actuator

"weegschaal"
Is het en sensor of een actuator?

1. Sensor
2. Actuator

De stroomkring is compleet en het schuifje gaat open.

Het water stroomt uit de kraan.

De infraroodstraal kaatst terug en raakt de infraroodsensor.

De infraroodstraal botst tegen de handen op.

1

2

3

4

Wat is een microprocessor?

1. Een kleine schroef
2. Een kleine knop
3. Een beeldschermpje
4. Een klein computertje die besluiten neemt

Zit er in een wasmachine, een microprocessor? Waarom denk je dat?

Einde van de les

1. Doe je chromebook in je la.

2. Leg je boek op de hoek van je tafel.

3. Ga stil en stevig klaarzitten.