9.1 en 9.2 Nederlandse staatsinrichting
1 / 34
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Democratie betekent dat het volk regeert.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
De koning is onderdeel van het kabinet.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Een referendum is directe democratie.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Een dictator heeft steun van het leger nodig om te heersen.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Gemeente Hardenberg
provincie Overijssel (Zwolle)
Landsbestuur(DenHaag)
Europese Unie (Brussel)
Europese Unie (Straatsburg)
Slide 11 - Drag question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
De gemeenteraadsleden worden gekozen door:
A
de burgemeester
B
de kiezers
C
de wethouders
D
de regering
Slide 17 - Quiz
De wethouders worden gekozen door:
A
de burgemeester
B
de kiezers
C
de regering
D
de gemeenteraadsleden
Slide 18 - Quiz
De Burgemeester wordt gekozen door:
A
de regering
B
de kiezers
C
de wethouders
D
de gemeenteraadsleden
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
De Provinciale statenleden worden gekozen door:
A
de commissaris van de koning
B
de kiezers
C
de gedeputeerden
D
de regering
Slide 24 - Quiz
De gedeputeerden worden gekozen door:
A
de commissaris van de koning
B
de kiezers
C
de Provinciale statenleden
D
de regering
Slide 25 - Quiz
De commissaris van de koning wordt gekozen door:
A
de Provinciale statenleden
B
de kiezers
C
de gedeputeerden
D
de regering
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Wethouders
Gemeenteraad
Commissaris van de koning
Gedeputeerde Staten
Kroon of regering
(koning en ministers)
Staten Generaal
Eerste Kamer
Europees Parlement
Burgemeester
Provinciale Staten
Kiezers
Tweede Kamer
