4 Sport treiben und Baden Württemberg

Baden Württemberg
1. Ik kan typische sporten en vrijetijdsbestedingen uit het Bundesland Baden-Württemberg beschrijven en bespreken.
2. Ik weet welke Duitse woorden bij sporten en vrijetijdsbestedingen horen. 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Baden Württemberg
1. Ik kan typische sporten en vrijetijdsbestedingen uit het Bundesland Baden-Württemberg beschrijven en bespreken.
2. Ik weet welke Duitse woorden bij sporten en vrijetijdsbestedingen horen. 

Slide 1 - Slide

Welke Duitse woorden over sport of hobby weet je al?
Sport oder Hobby

Slide 2 - Mind map

Kijk naar de film
Let op welke plekken je in de film ziet. Bij de open vraag noteer je maximaal 6 plekken.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Gebruik deze link https://www.rondreis.nl/blog/bestemmingen/de-15-mooiste-plekken-van-baden-wurttemberg/ om de antwoorden te noteren.

Slide 5 - Open question

Hausaufgaben Trabitour
Wortschatz und lesen:
Aufgaben 2 - 4 - 5 - 6 im Arbeitsbuch, Seite von 116 bis 119

digitaal: K4 opdracht A

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Was kann man in der Natur tun?
A
wandern
B
klettern
C
Rad fahren
D
Wasserski fahren

Slide 8 - Quiz

Welche Kulturhobbys siehst du im Film?

Slide 9 - Open question

Waar ligt het Zwarte Woud?
Waar ligt Bodensee?
Wo liegt die Hauptstadt Stuttgart?
Burg Hohenzollern

Slide 10 - Drag question

Gebruik de woordenlijsten uit Trabitour, Seite 142 und 143. Noteer in het Duits wat jouw hobby is.
mein Hobby

Slide 11 - Mind map

Hausaufgaben Trabitour
Wortschatz und lesen:
Aufgaben 16 - 17 im Arbeitsbuch, Seite 124 und 125
Aufgaben 25 - 28 - 32 im Arbeitsbuch, Seite 130, 131 und 135

digitale pakket : K4 letters  D1 en D2 en  F

Slide 12 - Slide

Was ist das in der Abbildung?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Met welke sporten in Duitsland kun je geld verdienen? (noteer 5 sporten)

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Wintersport
1. In welchen Monaten schneit es?
2. Wo liegen die Berge um Ski zu fahren oder Snowboarden?
3. Lees het artikel via deze link:

4. Kies 4 tussenkoppen uit die jij interessant vindt. 
5. Noteer op de volgende sheet de vertalingen in het Nederlands van de gekozen tussenkoppen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Noteer op de volgende sheet de vertalingen in het Nederlands van de gekozen tussenkoppen.

Slide 19 - Open question

Tips bij het kijken
1. Instellingen: afspeelsnelheid op 0,75
2. Bij de vragen wordt een stoptijd aangegeven, zodat je het antwoord in voorgaande scene gezien en gehoord hebt.

Slide 20 - Slide

Kijk tot 00:39 Welke vogel zit in de klok
A
Arend
B
Kievit
C
Koekoek
D
Mus

Slide 21 - Quiz

Kijk tot 00:56 In welk jaar is het familiebedrijf begonnen met de koekoeksklok te maken?
A
1948
B
2001
C
1920
D
1894

Slide 22 - Quiz

Kijk tot 001:25 Wat betekent altmodisch und modern?
A
hip en modern
B
ouderwets en modern
C
traditioneel en hip
D
traditie en modern

Slide 23 - Quiz

Kijk tot 01:58 Waarom schrokken de Duitsers van de moderne look?
A
Duitsers houden van tradities.
B
Duitsers willen dat de klokken Duitsland blijven.
C
Duitsers vinden de moderne uitstraling lelijk.
D
Duitser zijn blij met de koekoek.

Slide 24 - Quiz

7

Slide 25 - Video

00:10
Welche Farbe hat die Uhr?
A
blau
B
rot
C
grün
D
grau

Slide 26 - Quiz

00:31
wat betekent:

etwas ganz besonderes

Slide 27 - Open question

00:52
Hoe heet het bedrijf en hoe lang bestaat het?
A
Anton Schneider und 100 Jahre
B
Familie Anton und 160 Jahre lang
C
Familie Anton und 100 Jahre lang
D
Anton Schneider und 160 Jahre lang

Slide 28 - Quiz

01:11
Uit hoeveel onderdelen bestaat een koekoeksklok?
A
sieben
B
vier
C
hundert
D
acht

Slide 29 - Quiz

02:02
Hoe maakt de koekoek geluid?
A
doordat de koekoek een mooie zangstem heeft
B
de koekoek wordt aan zijn staart getrokken
C
doordat de luchtpijpen gaan bewegen
D
doordat de luchtpijpen aan tandwielen verbonden zijn

Slide 30 - Quiz

03:50
Hoe maakt men de houtversiering?
A
met een sjabloon, machinale figuurzaag, beitel en laklaag
B
met een handzaag
C
met een sjabloon en een handzaag
D
met een beitel machinale zaag en laklaag

Slide 31 - Quiz

04:34
Wie spät ist es auf der grössten Kuckucksuhr der Welt?
A
es ist ein Uhr
B
Es ist Viertel nach fünf
C
es ist zwei Uhr
D
es ist halb eins

Slide 32 - Quiz

schrijven en spreken
1. Ik kan iets over mijn hobby schrijven en spreken.
2. Ik weet welke Duitse woorden over sport en hobby gaan.
3. Ik weet de betekenis van bezittelijke voornaamwoorden in het Duits. 

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Praktische opdracht
Ich kann ein Poster über mein Hobby schreiben als Werbung für meinen Verein oder meine Familie.
Ich kann etwas über mein Hobby erzählen.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video