This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
wat weet jij over Assepoester?
Slide 1 - Mind map
Het boek
In Gruwelijke rijmen zijn bekende sprookjes met een knipoog op rijm gezet door Roald Dahl
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
brouwen
(brouwde, heeft gebrouwen)
bereiden / maken
Wordt meestal gebruikt als er drank van wordt gemaakt.
Bier brouwen
Een toverdrankje brouwen
Slide 5 - Slide
onverdroten
ijverig en volhardend
ook een beetje zonder medelijden.
Slide 6 - Slide
petemoei
peetmoeder
peetmoeder; vrouw die als getuige aanwezig is bij de doop van een kind.
Slide 7 - Slide
aanminnig
allerliefst, beminnelijk
Slide 8 - Slide
vinnig
fel, kattig
Slide 9 - Slide
ragdun
flinterdun
Zo dun als spinrag, de draden waar een spin zijn web van maakt.
Slide 10 - Slide
zichoptutten
tutte zich op, heeft zich opgetut
zich opmaken en met zorg kleden
Slide 11 - Slide
groen van nijd
uitdrukking
heel erg jaloers
Slide 12 - Slide
de klos zijn
uitdrukking
aan het kortste eind trekken.
Als je de klos bent loop je kans dat jij de schuld krijgt, of dat je misschien straf krijgt, terwijl jij het niet hebt gedaan.
Slide 13 - Slide
paf staan
enorm verbaasd zijn
Slide 14 - Slide
totebel
slordige, ordinaire vrouw
Slide 15 - Slide
nukkig
chagrijnig
Slide 16 - Slide
TIJDLIJN
Assepoester wil ook graag naar het bal om de prins te ontmoeten. Op het eind wil ze juist niet trouwen met de prins. Wat is er allemaal gebeurd? Maak een overzicht van de verschillende momenten in het gedicht. Let op, schrijf alleen de belangrijkste gebeurtenissen op. Noteer géén details. Daarna vergelijk je jouw tijdlijn met die van een ander en ga ik gesprek met elkaar.
Slide 17 - Slide
Doel sessie 2
Ik vergelijk de tekst met het originele verhaal van Assepoester
Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten.
Slide 18 - Slide
We gaan beide verhalen lezen.
Let goed op overeenkomsten en verschillen.
Hoor of lees je iets zet er dan een streep onder.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Je gaat in groepjes werken.
Elke groep krijgt een schema waarin je gaat werken.
groep 1
groep 2
groep 3
groep 4
groep 5
Fatima
Luke
Ana Clara
Yosan
Maxim
Rebecca
Rumyana
Illya
Amy
Weleson
Omar
Alisa
Emma
Kirill
Jana
Slide 21 - Slide
Doel sessie 3
Ik snap de tekst nu goed en ik kan vragen over de tekst beantwoorden. En ik kan het gedicht mooi voordragen.
Slide 22 - Slide
Je gaat in groepjes werken.
Elke groep krijgt een schema waarin je gaat werken.