18.4 Europese samenwerking

Leerdoelen § 4: Europese samenwerking
  1. Je weet wanneer en waarom de EU is ontstaan en welke functies de EU vervult.
  2. Je kunt uitleggen wat de voor- en nadelen van de invoering van de euro zijn.
  3. Je bent bekend met de theorie van optimale valutagebieden.
1 / 6
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 6 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Leerdoelen § 4: Europese samenwerking
  1. Je weet wanneer en waarom de EU is ontstaan en welke functies de EU vervult.
  2. Je kunt uitleggen wat de voor- en nadelen van de invoering van de euro zijn.
  3. Je bent bekend met de theorie van optimale valutagebieden.

Slide 1 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

18.4       Europese samenwerking
Landen kunnen op verschillende vormen samenwerken op economisch gebied. De belangrijkste zijn:
  1. Vrijhandelszone. Een markt waar dezelfde regels gelden voor handelsverkeer.
  2. Douane-unie. Een vrijhandelszone plus een uniforme handelspolitiek.
  3. Economische unie. Een douane-unie vrijhandelszone plus gemeenschappelijk economisch beleid.
  4. Monetaire unie. Een economische unie plus een gemeenschappelijke geldeenheid.

https://nos.nl/artikel/2547289-europese-commissie-sluit-handelsverdrag-met-zuid-amerikaanse-landen

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.4       Europese samenwerking
In het Verdrag van Maastricht (1992) werd door een groot aantal 
Europese landen afspraken gemaakt voor een Europese 
Monetaire Unie (EMU). De munten van de afzonderlijke lidstaten 
werden vervangen door een gemeenschappelijke munt: de euro.

EMU:
Europese Monetaire Unie. Landen van deze unie hebben de euro als gemeenschappelijke munt

Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.4       Europese samenwerking
De voordelen van de euro voor de deelnemende landen zijn:
  • Geen onderlinge koersschommelingen meer tussen de oude valuta zodat er grotere    financiële stabiliteit van het eurogebied is.
  • Grotere, meer transparante markt wat concurrentievoordelen oplevert.
  • Lagere transactiekosten.

De nadelen van de euro voor de deelnemende landen zijn:
  • Geen mogelijkheid om je munt te devalueren (goedkoper te maken zodat je meer kan exporteren) in slechte economische tijden.
  • Verlies van monetaire autonomie. Rentebeleid wordt bepaald door de ECB.

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.4       Europese samenwerking
Hoe groot moet een muntunie zijn om goed te functioneren en 
aan welke voorwaarden moet die voldoen? Dit is de vraag die 
je beantwoord als je analyseert of er sprake is van een
optimaal valutagebied.

Randvoorwaarden voor een optimaal valutagebied:
  • Een hoge mate van arbeidsmobiliteit tussen landen en binnen sectoren is noodzakelijk.
  • Lonen en prijzen moeten flexibel zijn.
  • De economisch structuur van landen moet niet te eenzijdig zijn.
  • Tekorten op de begroting mogen niet teveel afwijken.
Optimaal valutagebied:
Optimale grootte van muntunie waarbij de aanpassing van de economie aan 
onevenwichtigheden optimaal is. 

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 22 en 23 op pagina 229.

Slide 6 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.