Thema 8 Een vrij land ( = thema 1 Kiezen (a) Kies 1)

Thema 8 Een vrij land 154
1 / 83
next
Slide 1: Slide
BurgerschapISK

This lesson contains 83 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Thema 8 Een vrij land 154

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Startles 156
In Nederland is iedereen vrij en gelijk. Wat wordt daarmee bedoeld ( = wat betekent dat).
In deze les denken we daar over na.

Slide 3 - Slide

Startles 156 opdracht 1
a. We kijken even naar een filmpje. 
b. Denk jij weleens na over hoeveel vrijheid je hebt?
O ja > > steek je hand om hoog

Slide 4 - Slide

Startles 156 opdracht 2
a. Je gaat je mening geven over een aantal zinnen.
Ja = groene kaart omhoog
Nee = rode kaart omhoog.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Startles 156 opdracht 2
b. Hoeveel vrijheid hebben mensen in Nederland volgens jou?


Slide 11 - Slide

Startles 156 opdracht 2
b. Hoeveel vrijheid hebben mensen in Nederland volgens jou?

O heel weinig
O weinig
O veel
O heel veel

Slide 12 - Slide

Hoeveel vrijheid hebben mensen in Nederland volgens jou?
heel weinig
weinig
veel
heel veel

Slide 13 - Poll

opdracht 3 Wat ga je leren? (157)
Welk onderwerp vind je leuk of interessant ? GT

- Vrijheid     O vind ik leuk      O vind ik niet leuk

- rechten     O vind ik leuk     O vind ik niet leuk

Slide 14 - Slide

opdracht 3 Wat ga je leren? (157)
Onderwerp
- discriminatie    O vind ik leuk          O vind ik niet leuk

- omgaan met discriminatie (GT)
O vind ik leuk             O vind ik niet leuk

Slide 15 - Slide

Les 1 Wat is vrijheid? 158
Weet je waaraan je kunt merken ( dat je het om je heen ziet) dat je in Nederland veel vrijheid hebt?
In deze les danken we hier over na.

Slide 16 - Slide

Tekst vrijheid 158
Vrijheid. Lezen tekst.
Veel mensen vinden vrijheid belangrijk.
Vrijheid betekent dat je je eigen keuzes kunt maken (GT), zonder dat iemand je vertelt wat je moet doen.
Het meisje op de foto mag bijvoorbeeld zelf kiezen welke kleding zij koopt.

Slide 17 - Slide

Tekst vrijheid 158
Vrijheid. Lezen tekst.
Als je in Nederland woont heb je veel vrijheid.
Je mag bijvoorbeeld zelf bepalen met wie je omgaat. (GT)
In sommige landen hebben mensen juist veel minder vrijheid.
Zo zijn er landen waar vrouwen niet mogen sporten. (GT)

Slide 18 - Slide

opdracht 1 Woordweb (159)
a. Je gaat een woordweb maken over vrijheid.

b. Schrijf drie (3) woorden op die jij het beste vindt passen bij vrijheid.
Je mag ze zelf bedenken

Slide 19 - Slide

Schrijf drie (2 of 3) woorden op die jij het beste vindt passen bij vrijheid.

Slide 20 - Open question

159 opdracht 1
bespreken

Slide 21 - Slide

opdracht 2 Vrijheden (159)
We gaan zo foto's bekijken en bespreken ze in de klas. 
Welke vrijheid zie je (GT). 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Opdracht 3 Niet vrij zijn (160)
a. We gaan kijken naar Yousef ( in de plaatjes).
b. Wat gebeurt er in de strip = tekeningen?
Plaatje 1. Wat gebeurt er?
Plaatje 2 Is Yousef blij of verdrietig?
Plaatje 3 Wat zegt zijn moeder?
c. 1. Hoe komt het dat Yousef minder vrijheid heeft? GT
Antwoord: GT  < < schrijf dit maar in je boek

Slide 28 - Slide

Opdracht 3 Niet vrij zijn (160)
c.2. Hoe zou jij het vinden als je in de situatie van Youssef zit = 
Als jij Yousef bent, hoe vind je dat?


Slide 29 - Slide

Opdracht 3 Niet vrij zijn (160)
c.3.  Denken jullie dat wat Yousef meemaakt ook in Nederland kan gebeuren? GT 



Slide 30 - Slide

Les 2 Welke rechten heb je? (161)
= Wat mag jij (in Nederland)? GT
Misschien heb je weleens gehoord dat je in Nederland rechten hebt.
In deze les leer je wat rechten zijn. GT



Slide 31 - Slide

Les 2 Welke rechten heb je? (161)
= Wat mag jij (in Nederland)? GT
Tekst Rechten.
Dat je in Nederland veel vrijheid hebt, komt doordat je veel rechten hebt. 
= In Nederland heb je veel vrijheid. GT
Waarom?
Omdat je rechten hebt. GT

Slide 32 - Slide

Les 2 Welke rechten heb je? (161)
= Wat mag jij (in Nederland)? GT
Een recht is iets dat je MAG doen of MAG hebben. GT

In Nederland mag je bijvoorbeeld zeggen wat je wilt. = Je mag bijna alles zeggen in Nederland. GT

Dit noem je " vrijheid van meningsuiting ". GT & 1.26

Slide 33 - Slide

Les 2 Welke rechten heb je? (161)
= Wat mag jij (in Nederland)? GT
Een ander voorbeeld van een recht in Nederland is het recht dat je zelf je geloof mag kiezen. = 
Jij mag zelf je geloof kiezen (Moslim/Islam - Christelijk - Jodendom - Hindoeïsme - boeddhisme enz.). GT
De man op de foto heeft een keppeltje en is Joods.


Slide 34 - Slide

Opdracht 1 Rechten in Nederland (162)
a. Je gaat meer leren over een aantal rechten ( wat mag) die je in Nederland hebt.

b. Bij welke rechten horen welke zinnen?
Trek een lijn ( <-------------> ) tussen elke zin en het recht dat erbij past.

Slide 35 - Slide

Opdracht 1 Rechten in Nederland
b. Wat hoort bij elkaar?
1. Bij de vrijheid van meningsuiting < hoort bij> GT
2. De vrijheid van geloof. < hoort bij > GT
3. Het kiesrecht < hoort bij > GT 
4. De vrijheid van demonstratie GT < hoort bij > GT

Slide 36 - Slide

Opdracht 1 Rechten in Nederland
c. Welke vind jij het belangrijkst?

1. De vrijheid van meningsuiting.
2. De vrijheid van geloof. 
3. Het kiesrecht.
4. De vrijheid van demonstratie. 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Opdracht 1 Rechten in Nederland (162)
1. De vrijheid van meningsuiting  <-----> 3. Je mag zeggen en                                                                                                 schrijven wat je wilt.


Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Opdracht 1 Rechten in Nederland (162)

2. De vrijheid van geloof. <------> 4. Je mag zelf kiezen welk                                                                                        geloof je hebt.  

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Opdracht 1 Rechten in Nederland (162)
c. Welk recht vind jij het belangrijkste?
- De vrijheid van meningsuiting.
- De vrijheid van geloof.
- Het kiesrecht.
- De vrijheid van demonstratie.

Slide 43 - Slide

Opdracht 1 Rechten in Nederland (162)
  
3. Het kiesrecht < ------ > 2. Je mag stemmen als er                                                                                      verkiezingen zijn.

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Opdracht 1 Rechten in Nederland (162)

4. De vrijheid van demonstratie <----> Je mag protesteren als je                                                                       het ergens niet mee eens bent.

Slide 46 - Slide

Opdracht 2 - Zoekplaat 162 - 163
Zet een kruisje bij het goede recht.

Slide 47 - Slide

les 3 Wat is discriminatie?
Discriminatie. 2.39

In Nederland moet iedereen gelijk behandeld worden.
Toch gebeurt dit niet altijd.
In deze les leer je hier meer over.

Slide 48 - Slide

Les 3. Wat is discriminatie?
Tekst
Discriminatie.
Een van de belangrijkste rechten in Nederland is het recht op gelijke behandeling. GT

Dit betekent dat iedereen hetzelfde moet worden behandeld.

Slide 49 - Slide

Les 3. Wat is discriminatie?
Tekst
Discriminatie.
Dat iedereen gelijk behandeld moet worden, betekent niet dat dit ook altijd gebeurt.
De vrouw in de strip ( tekeningen hieronder) mag bijvoorbeeld niet bij de garage komen werken, omdat ze een vrouw is.

Slide 50 - Slide

Les 3. Wat is discriminatie?
Tekst
Discriminatie.
Dit is een voorbeeld van discriminatie. Discriminatie betekent dat iemand anders wordt behandeld vanwege de kenmerken
(= hoe of wat iemand is ).
Discriminatie is verboden in Nederland.

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Opdracht 1 Gelijke behandeling.
a. Kijk naar de volgende plaatjes.

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Slide

Slide 57 - Slide

Opdracht 1. 164 - 165
b. Vind jij het belangrijk dat iedereen in Nederland gelijk behandeld wordt?
Kleur het hokje.
O ---- ja
O ---- nee
bespreken

Slide 58 - Slide

Opdracht 1.  165
c. Denk je dat de meeste mensen in Nederland gelijk worden behandeld ?
Kleur het hokje.
O ---- ja
O ---- nee
bespreken

Slide 59 - Slide

Slide 60 - Slide

Opdracht 2 Discriminatie of niet?
a. Je gaat bedenken of er in een aantal situaties sprake is van discriminatie.
b. Beantwoord de vragen onder de tekst.
1. Allysa gaat met haar vriendin naar een bar. De bareigenaar ( de baas van de bar) vertelt Allysa dat ze niet naar binnen mag, omdat ze een donkere huidskleur heeft. De bareigenaar wil alleen mensen met een witte huidskleur in zijn bar hebben.

Slide 61 - Slide

Opdracht 2 Discriminatie of niet? 165
Is dit discriminatie?

O --- ja
O --- nee

Waarom ja of nee.

Slide 62 - Slide

Opdracht 2 Discriminatie of niet? 166
2. Erik ziet op het schoolplein twee jongens hand in hand lopen.
Een meisje dat langs loopt roept: 'Doe niet zo klef, stelletje homo's " GT.

Slide 63 - Slide

Opdracht 2 Discriminatie of niet?
Is dit discriminatie?
kleur het hokje.
O --- ja
O --- nee

Waarom ja of nee.

Slide 64 - Slide

Opdracht 2 blz. 166 situatie 3
Sara rijdt op een scooter en wordt tegengehouden door een politieagente.
De politieagente geeft Sara een boete omdat ze geen rijbewijs heeft.


Slide 65 - Slide

Opdracht 2 Discriminatie of niet?
Is dit discriminatie?

O --- ja
O --- nee

Waarom ja of nee.

Slide 66 - Slide

opdracht 2 c blz. 166
c. Stel dat je gediscrimineerd wordt hoe voel je je dan?
kleur het hokje.
O --- bang
O --- verdrietig
O --- boos 
O anders namelijk . . .

Slide 67 - Slide

Les 4 Wat kun je doen tegen discriminatie? 167
Tekst. Omgaan met discriminatie.

Het is heel vervelend als je gediscrimineerd wordt. Weet jij wat je kunt doen als dit je overkomt? Je kunt er bijvoorbeeld met iemand over praten.

Slide 68 - Slide

Les 4 Wat kun je doen tegen discriminatie? 167
Tekst. Omgaan met discriminatie.

Je kunt discriminatie ook melden op het politiebureau. De poltie kan dan onderzoeken of de persoon die discrimineert gestraft moet worden.
Op de foto zie je de balie van een politiebureau. 

Slide 69 - Slide

Opdracht 1 Welk advies geef je? 168
a. 
b. Siem: 

Slide 70 - Slide

Opdracht 2 discriminatie tegengaan - 169
a. OneLove-band video
b. Beantwoord de vragen > > kleur het hokje.
1. Goede antwoord. GT
2. Goede antwoord. GT
3. Goede antwoord. GT
4. Zelf

Slide 71 - Slide

Slide 72 - Slide

Slide 73 - Slide

Slide 74 - Slide

Slide 75 - Slide

Slide 76 - Slide

Slide 77 - Slide

Slide 78 - Slide

Slide 79 - Slide

Slide 80 - Slide

Slide 81 - Slide

Slide 82 - Slide

Slide 83 - Slide