b1 les 7

B1 les 7
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B1 les 7

Slide 1 - Slide

Lesplan
1.  Check in: Hoe gaat het met je? huiswerk bespreken
2. oefeningen
4. Spel: 
5. Spreken
6. Grammatica tenzij/mits
7. nieuwe woorden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Spreek samen
Je gaat praten over lichamelijke klachten op je werk. Die plek kan voor iedereen anders zijn, bijvoorbeeld de Nederlandse les, vrijwilligerswerk of een stageplek.

 1. Heb je op je werk wel eens lichamelijke klachten? Zo ja, welke?
 2. Wat kun jij zelf doen tegen die klachten?
 3. Welke maatregelen moet de school of je baas nemen?
 4. Is er voor je klachten een oplossing? Of moet je ermee leren leven?
 5. Het is belangrijk om goed “op je grenzen te letten.” Wat betekent dat? Kun jij dat goed?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

behandelen
genezen
de fysiotherapeut
de maatregel
de oorzaak
de therapie
voorkomen
voorlopig
ademen
benauwd
beschadigd
zich concentreren
de energie
de gehoorbescherming
de grens
de houding
de omgeving
de stof

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vul het goede voegwoord in
en – want – maar – omdat – om – als



 1. Eten in een snackbar is gemakkelijk __________ ook erg ongezond.
2.  __________ het 23.00 uur is, ga ik naar bed.
3. Ik ben moe, __________ ik val niet in slaap.
4. __________ ik niet in slaap val, sta ik op.
5. Ik pak een dik boek, __________ ik houd van lezen.
6. Uiteindelijk val ik in slaap __________ valt het boek op de grond.

Slide 12 - Slide

Spreekoefening: Kwaliteiten
Vriendelijk
Hardwerkend
Slim
Creatief
Geduldig
Sportief
Zorgzaam
Grappig

“Wat is jouw belangrijkste kwaliteit?”

 bijvoorbeeld:
“Mijn belangrijkste kwaliteit is geduldig.”

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Spreken
1. Kun je ziek worden door je werk? Geef een voorbeeld van zo'n ziekte.
2. Waar heb je dan last van?
3. Wat is de oorzaak van zo'n ziekte denk je?
4. Hoe zorg je ervoor dat je niet ziek wordt? Hoe kun je de ziekte voorkomen?
5. Hoe kun je de ziekte behandelen? Denk aan medicijnen, rust, operatie. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat heb je geleerd?
- Wat wil je volgende week leren?

Slide 20 - Slide