cva

Cva= cerebro vasculair accident
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Cva= cerebro vasculair accident

Slide 1 - Slide

Afasie
een taalstoornis die ontstaat door hersenletsel, bijvoorbeeld na een CVA (beroerte). 
Bij afasie is het begrijpen en/of gebruiken van taal verstoord, terwijl het denken en het gehoor vaak nog intact zijn.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Apraxie
 een stoornis waarbij iemand moeite heeft om gerichte bewegingen uit te voeren of , terwijl er geen verlamming of spierzwakte is. De persoon weet wat hij wil doen, maar zijn lichaam voert het niet goed uit.
je kunt ook spraakapraxie hebben.
je hebtmoeite heeft met het coördineren van de spieren die nodig zijn voor het spreken, ondanks dat de spieren zelf niet verlamd zijn. Het probleem ligt in het vermogen om de juiste bewegingen voor spraak te plannen en uit te voeren. Mensen met spraakapraxie hebben vaak moeite om woorden correct uit te spreken, kunnen moeite hebben met het vormen van klanken en kunnen onduidelijke of verminkte spraak hebben.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Agnosie
het onvermogen om voorwerpen, geluiden, geuren of gezichten te herkennen, terwijl het zintuig zelf wél goed werkt.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Neglect
geen aandacht hebben voor één kant van het lichaam of de ruimte, meestal de linkerzijde.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Dysartrie
onduidelijke, slecht verstaanbare spraak door verstoorde spieraansturing.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Hemiplegie
een volledige verlamming van één lichaamshelft (links of rechts), meestal als gevolg van een CVA (beroerte) of ander hersenletsel.

Slide 13 - Slide

Hemiparese
een gedeeltelijke verlamming of spierzwakte aan één kant van het lichaam (links of rechts), vaak veroorzaakt door een CVA.

Slide 14 - Slide

Fast test

Slide 15 - Slide

Trombolyse
een medische behandeling waarbij bloedstolsels (trombosen) die een bloedvat blokkeren en bijvoorbeeld een beroerte veroorzaken, worden opgelost door het toedienen van een trombolyticum (zoals alteplase).

Het moet binnen een beperkt tijdsvenster worden toegediend (meestal binnen 4,5 uur na het ontstaan van symptomen) voor maximale effectiviteit.

Bijwerkingen kunnen onder meer bloedingen zijn, dus patiënten moeten nauwlettend gemonitord worden.

Slide 16 - Slide