Oefentoets
1 / 27
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wie waren eigenaar van de common fields?
A
De adel
B
Grootgrondbezitters
C
De regering
D
De dorpelingen
Slide 2 - Quiz
Wie bedacht de Enclosure acts?
A
De dorpelingen
B
Adel
C
Parlement
D
Arme boeren
Slide 3 - Quiz
Welk nieuw gewas gaan de Europeanen in de 18de eeuw gebruiken als voedsel?
A
Rijst
B
Aardappel
C
Kip
D
Banaan
Slide 4 - Quiz
Wat gaan de grootgrondbezitters kopen om hun land beter en sneller te bewerken?
A
Arme boeren
B
Kunstmest
C
Machines
D
Een dikke John Deere
Slide 5 - Quiz
Wat zien we op de afbeelding?
A
Open of common fields
B
Enclosure
Slide 6 - Quiz
Wat zie je op het plaatje?
A
de schietspoel
B
de spinning jenny
C
een weefgetouw
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 7 - Quiz
Zet in de juiste chronologische volgorde
1
2
3
4
Enclosure
Spinning Jenny wordt uitgevonden
Eerste fabrieken worden gebouwd bij het water
Boeren gaan nog meer aan huisnijverheid doen
Slide 8 - Drag question
Welk begrip hoort er bij?
Mensen verhuizen van het platteland naar de stad?
Mensen verhuizen van het platteland naar de stad?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Infrastructuur
D
Mechanisatie
Slide 9 - Quiz
Waarom woonden de arbeiders zo dicht bij hun fabriek?
A
Ze vonden hun werk geweldig
B
Ze moesten lopend naar hun werk
C
Alleen daar waren beschikbare woningen
D
Ze hadden ook nachtdienst
Slide 10 - Quiz
Wat richten de arbeiders op om sterker te staan tegenover hun werkgevers?
A
Sportclubs
B
Vakbond
C
Bridgeclub
D
Schietclub
Slide 11 - Quiz
Wat hoort niet bij de arbeidsomstandigheden in de fabriek tijdens de industriële revolutie?
A
Hoge lonen
B
Onveilige machines
C
Ongezonde lucht
D
Lange dagen
Slide 12 - Quiz
Welk antwoord past het beste bij het plaatje?
A
Industrialisatie
B
Mechanisatie
C
Enclosure
D
Luxeartikel
Slide 13 - Quiz
Wat moet Nederland volgens Willem I verbeteren, voordat het een modern land kan worden?
A
Landbouw
B
Defensie
C
Infrastructuur
D
Onderwijs
Slide 14 - Quiz
Waarom koos Willem I juist voor Twente als textielindustrie-gebied?
A
Daar was hoge werkloosheid
B
Ligt dichtbij Duitsland, makkelijker voor de handel
C
In Twente had men al wat verstand van textiel
D
Daar zaten rijke ondernemers
Slide 15 - Quiz
In welk jaar kregen alle mannen kiesrecht?
A
1917
B
1918
C
1919
D
1920
Slide 16 - Quiz
Hoe noemen we de problemen van de arbeiders eind 19de eeuw?
A
Liberale kwestie
B
Corona
C
Sociale kwestie
D
Asociale kwestie
Slide 17 - Quiz
Wie bedacht het kinderwetje van 1874?
A
Johan Rudolf Thorbecke
B
Mark Rutte
C
Koning Willem III
D
Samuel van Houten
Slide 18 - Quiz
Welke politieke partij hoort er bij de socialisten?
A
VVD
B
SDAP
C
ARP
D
D66
Slide 19 - Quiz
Hoe noemen we de periode na WOII in Nederland?
A
de Verlichting
B
Wederopbouw
C
Multiculturele samenleving
D
Industrialisatie
Slide 20 - Quiz
Zet in de juiste chronologische volgorde
1
2
3
4
Begin industrialisatie Nederland
Periode van wederopbouw
Sociale Kwestie
Tweede Wereldoorlog
Slide 21 - Drag question
Hoe noemen we de inzet van Nederlanders in Duitsland tijdens WOII?
A
Verraad
B
Verzet
C
Arbeidsangriff
D
Arbeidseinsatz
Slide 22 - Quiz
Wat past het beste bij het plaatje?
A
Fietsles
B
Oliecrisis
C
Wederopbouw
D
Industrialisatie
Slide 23 - Quiz
Vanaf wanneer gaat het echt veel beter met de Nederlandse economie na WOII?
A
Jaren '50
B
Jaren '60
C
Jaren '70
D
Jaren '80
Slide 24 - Quiz
Veel Turkse en Marokkanen kwamen in de jaren '60 binnen als?
A
Vluchteling
B
Seizoensmigrant
C
Gastarbeider
D
Migrant uit de kolonien
Slide 25 - Quiz
Welk begrip hoort bij het plaatje?
A
Wederopbouw
B
Economische crisis
C
Luxe-artikel
D
Oliecrisis
