Unit 3 - India - Herhaling

1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herhaling

Slide 2 - Slide

- Ik weet hoe ik de toekomst ‘will’ moet maken en ik kan deze toepassen in een zin
- Ik snap hoe ik naar ‘vroeger’ moet verwijzen en kan dit toepassen in een zin
- Ik weet hoe ik ‘een beetje’ moet opschrijven en hoe ik woordparen moet maken. Dit kan ik toepassen in een zin
- Ik snap hoe ik kan aangeven dat iets mag en/of kan en ik weet hoe ik dit moet toepassen in een zin 


Slide 3 - Slide

India

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruiken we het woordje *will*?
A
Als naam
B
Om iets over uit het verleden te vertellen
C
Om iets over de toekomst te vertellen

Slide 6 - Quiz

Vul in: *will* of *won't*
(+ ) We ...... go to Dublin next week.
A
will
B
Won't

Slide 7 - Quiz

Vul in: *will* of *won't*

(-) She ..... visit us next weekend.
A
will
B
Won't

Slide 8 - Quiz

Wanneer gebruik je *shall*?

Slide 9 - Open question

Voeg *will* of *shall* toe in de zin:

(+) You ..... like that film.

Slide 10 - Open question

Voeg *will* of *shall* toe in de zin:

(-) You ..... like that film.

Slide 11 - Open question

Voeg *will* of *shall* toe in de zin:

(+) I’m sure you ..... love it.

Slide 12 - Open question



Some

+ = wel zo
? = antwoord zeker weten ja


Any

- = niet zo (not / n't)
? = vraagzinnen

Slide 13 - Slide



Some

something = iets
somewhere = plaats
someone / somebody = persoon 




Any

anything = iets
anywhere = plaats
anyone / anybody = persoon

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

(+) My brother’s best friend .............
(to live) next door, but he moved away.

Slide 16 - Open question

(–) We ...........
(to hang out) together, but we do now.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

We ........... go for a drink after school tomorrow, if you like.
A
can't
B
could

Slide 19 - Quiz

Our parents are very strict. We will never .............. go to that party on Friday!
A
be able to
B
be allowed to

Slide 20 - Quiz

At summer camp, we ........ listen to music in our rooms until 9 p.m..
A
are allowed to
B
aren't allowed to

Slide 21 - Quiz

Of course he .......... swim. He’s a lifeguard!
A
can't
B
can

Slide 22 - Quiz

Werkboekje







Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat heb je vandaag gedaan?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 27 - Open question

Vragen?

Slide 28 - Open question

Reading
15 min
+ beantwoorden vragen hoofdstuk 3, 4, 5
timer
15:00

Slide 29 - Slide