h.8 Reclame les 4

h.8 Reclame
les 4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

h.8 Reclame
les 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen van deze les:


  • Je kunt feiten en meningen benoemen;

  • Je kunt de kenmerken van reclametaal herkennen;

  • Je kunt objectief en subjectief taalgebruik herkennen;

  • Je kunt figuurlijk taalgebruik herkennen.





Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat doen we deze les?

  • We bespreken so taalverzorging;
  • We bespreken h.8.2 opdracht 6 + 7;
  • We bespreken de theorie van slogans;
  • We bespreken de theorie van feiten en meningen;
  • We bespreken objectieve en subjectieve woorden;
  • Jullie maken h.8.3 opdracht 10, 11 en 12 en 
      werken aan woordenschat (online).



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden versie A                            versie B

opdracht 1                                               opdracht 4

opdracht 2                                               opdracht 5       

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden versie A                            versie B

opdracht 3                                               opdracht 6

opdracht 4                                               opdracht 7       

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden versie A                            versie B

opdracht 5                                               opdracht 1

opdracht 6                                               opdracht 2

opdracht 7                                                opdracht  3

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opsomming
Je noemt verschillende dingen achter elkaar.
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, en, niet alleen ... maar ook, zowel ... als, ten eerste, ten tweede, vervolgens, ten slotte

 
Hardlopen heeft veel voordelen. Ten eerste is het een goedkope sport.
tegenstelling
Na een uitspraak beweer je meteen het tegengestelde.
maar, daarentegen, echter, integendeel, aan de ene kant ... aan de andere kant, daar staat tegenover, terwijl, toch

Deze telefoon heeft een groter scherm, maar de foto’s zijn minder goed.
reden
Je geeft een reden. Een reden geeft aan waarom iemand iets wel of niet doet.
daarom, want, omdat, namelijk

Veel scholieren slaan het ontbijt over, omdat ze er geen tijd voor hebben.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

opdracht 6a
(blz. 41)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

opdr. 6b 
blz. 42
tussenkopje alinea 3
tekst
blz. 39/40

Slide 11 - Slide

Toelichting - Soorten reclame - Voorbeelden van reclame
opdr. 6c 
blz. 42
tekst
blz. 39/40

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

opdr. 6 blz. 42 + 43
tekst
blz. 39/40

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

opdr. 6d blz. 42 

Slide 14 - Slide

Merken laten je graag geloven dat zij beter zijn. Maar dat is echt niet altijd zo.
informeren
Het grootste deel van de tekst bevat informatie over reclame.
activeren
Daarnaast activeert de schrijver jongeren om op te passen met reclame: hij waarschuwt en geeft tips.

informeren:
Reclame is commerciële communicatie met als doel iets of iemand bij anderen aan te prijzen of te promoten. (regel 7-9).

activeren:
Als je weet hoe reclame werkt, laat je je er minder makkelijk door beïnvloeden. (regel 3-5)

Koop daarom alleen iets … kunt betalen. (regel 50-52)
Maar of je dat doet, blijft natuurlijk je eigen keus. (regel 59-60)

opdr. 6e

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Wat is neuromarketing? (opdr. 7)

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

opdr. 7b
blz. 43

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

opdr. 7b
blz. 43

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

opdr. 7 c + d + e 
met het boek
(blz. 43)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

opdr. 7f

(blz. 44)

Slide 20 - Slide

Hij vindt de kritiek onterecht: neuromarketing gaat niet te ver. 

Twee argumenten:
opdr. 7f

(blz. 44)
Joris vindt de kritiek onterecht: neuromarketing gaat niet te ver.

1. het is juist interessant om meer te weten over ons onderbewuste.
2. reclames worden misschien leuker en plezieriger, omdat het meer mensen aanspreekt en
   het relevanter voor ze is.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slogans

Bijna elke reclame is voorzien van een slogan
Dit is een korte boodschap die je gemakkelijk kunt onthouden. 


De kenmerken van reclametaal bij slogans. 

De slogan:
  • is kort en bondig.
  • roept een goed gevoel op.
  • klinkt mooi.
  • speelt met woordbetekenis(sen), bevat een woordgrapje of is dubbelzinnig.
  • bevat figuurlijk taalgebruik.
  • is grappig.






Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions


De dansers bewogen prachtig over het toneel. De voorstelling was dan ook buitengewoon goed.

Is dit een feit of een mening?
A
feit
B
mening

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


Doordat het hogedrukgebied vanuit Engeland naar Nederland trekt, is de kans op motregen later vandaag klein.

Is dit een feit of een mening?
A
feit
B
mening

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions



Welke kenmerken van reclametaal zie en hoor je in de volgende commercial?

  • figuurlijk taalgebruik
  • grappig
  • klinkt mooi
  • roept een goed gevoel op
  • speelt met woordbetekenis
opdr. 10 b 
blz.47


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

  • Maak van h.8.3:
    opdracht 10, 11 + 12
     in je werkboek.
    (blz.47 en verder

1 t/m 7 morgen check of dit in je boek staat en 10,11 en 12.

8 + 9 dus niet!

  • werk verder aan h.8 woordenschat (online).

Slide 29 - Slide

This item has no instructions