H1 Havo 3 2023 dictée B 11 september

Chapitre 1
Poste, like, partage!
1 / 40
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Chapitre 1
Poste, like, partage!

Slide 1 - Slide

Planning d'aujourd'hui
* Dictée B
* Aansluitend aan dictée: getallen
* Sujet et but(s)
* Huiswerk bespreken B
* C
* Begin D








Slide 2 - Slide

Prends ton stylo!
Dictée voc. B 

Slide 3 - Slide

Doel van de "dictées"
1. Regelmatig leren vergroot kennis van de woordenschat.
2. De kennis komt in het lange termijn geheugen.
3. De schrijfwijze wordt juist geoefend.
4. De uitspraak wordt geoefend.
5. Bewustwording van het verband tussen grammatica en zinsstructuren.
6. Feedback vergroot inzicht door fouten te bekijken.

Slide 4 - Slide

Dictée
* 5 Franse zinnen en woordjes: vertaal
* 5 Nederlandse zinnen en woordjes: vertaal

Slide 5 - Slide

Dictée chapitre 1: Vocabulaire B
1. Les gens. 
2. Né(e)
3. Maintenant.
4. Il a le sens de l'humour.
5. Ma soeur fait à attention à la tête.

Slide 6 - Slide

Dictée chapitre 1: Vocabulaire B 
6. Het ding.                      
7. Nieuw.
8. Oud.
9. Mijn vader vergeet bijna de tijd.
10. Mijn zus is de eerste.

Slide 7 - Slide

Dictée chapitre 1: Vocabulaire B
1. De mensen.
2. Geboren.
3. Nu.
4. Hij heeft gevoel voor humor.
5. Mijn zus let op haar hoofd.

Slide 8 - Slide

Dictée chapitre 1: Vocabulaire B 
6. Le truc.                      
7. Nouveau, nouvelle.
8. Vieux, vieille
9. Mon père oublie presque le temps.
10. Ma soeur est la première.

Slide 9 - Slide

Dictée chapitre 1: Les nombres
Vertaal:                      
 8
55
21
60
62

Slide 10 - Slide

Prends ton livre!
Hulp nodig met de getallen?!

Livre d'activités: A
page 165


 








Slide 11 - Slide

Dictée chapitre 1: Les chiffres
Vertaal:                      
8     = huit
55   = cinquante-cinq
21   = vingt et un
60   = soixante
62   = soixante-deux

Slide 12 - Slide

Sur la table....
* TES LIVRES: 
Cahier d'activités A
(Livre d'activités voortaan)

* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR

Slide 13 - Slide

Sujet
Quel est le sujet de chapitre 1? 

Quels sont les buts?


Slide 14 - Slide

Sujet
Le sujet de chapitre 1: 
Raconter de tes amis et les réseaux sociaux.

Les buts:
Het bijvoeglijk naamwoord
Herkennen: de toekomende tijd (futur)
Het regelmatige werkwoord eindigend op -re (en p.c.)

Slide 15 - Slide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 50: C

Prononciation

Leren voor volgende les
 








Slide 16 - Slide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 22: B bespreken

Exercices: 6 a b c

 








Slide 17 - Slide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 24: B  bespreken 

Exercices: 8 
                  9 a b c
                  10 a b c  en 11 a
 








Slide 18 - Slide

Parler français!

Slide 19 - Slide

Tu es sur une terrasse....

Slide 20 - Slide


* Quel est le code WiFi?

*Tu as Insta?

*Tu publies beaucoup de photos?

*Tu suis Théo Gordy?





* C'est...... et le mot de passe c'est...

* Bien sûr, mon compte c'est...

* Oui, et je publie aussi des vidéos.

*Non, je ne suis pas de stars




Slide 21 - Slide


* Quel est ton code WiFi?

*Ton frère a Snapchat?

*Il publie beaucoup de photos?

*Patrick suis aussi des chanteurs?
*Patrick suis aussi des acteurs?



* C'est...... et mon mot de passe c'est...

* Bien sûr,  son compte c'est...

* Oui, et Partrick publie aussi des vidéos.

*Non, il ne suis pas de chanteurs.
* Oui, il suis surtout des acteurs.



Slide 22 - Slide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 28: C 

Exercices: 12 a b c


 








Slide 23 - Slide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 30: D 

Exercices: 15 t/m 17 alles
 








Slide 24 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 25 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
* zegt iets van een zelfstandig naamwoord:
een groot groen huis (une grande maison verte)

* kan veranderen qua vorm (schrijfwijze):
een groot huis  / het grote huis      (une grande maison)
een kleine tuin / de kleine tuin        (un grand jardin)

Slide 26 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (vorm)
In het Frans kent het bijvoeglijk naamwoord 4 vormen:
 
grand       grande                             petit     petite
grands      grandes                         petits    petites
      groot/grote                                    klein/kleine

deux grandes maisons               trois petits jardins

Slide 27 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (onregelmatig vormen)
Soms verandert er meer dan 1  letter: 
beau           belle                             vieux     vieille
beaux         belles                          vieux      vieilles
      mooi/mooie                                   oud/oude

deux belles maisons               trois vieux jardins

Slide 28 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

une maison moderne                                  een modern huis
une route dangereuse                                een gevaarlijke weg
un garçon intelligent                                  een intelligente jongen
deux filles sportives                                     twee sportieve meisjes

Slide 29 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

MAAR NATUURLIJK ZIJN ER UITZONDERINGEN!!!!
Kijk mee!
Luister mee!


Slide 30 - Slide

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor?
bon, grand, petit
premier, dernier, joli
jeune, vieux, nouveau
mauvais, long, beau

Slide 31 - Slide

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan erachter?
intéressant, amusant, intelligent, content (blij/tevreden)          
dangereux, malheureux, heureux (gelukkig)
chaud (warm), froid (koud), sportif
rouge, noir,  vert etc. (alle kleuren)
allemand,  anglais,  espagnol etc. (alle nationaliteiten)

Voorbeeld: une fille anglaise intelligente

Slide 32 - Slide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 30: D 

Exercices: 15 t/m 18

Bijvoeglijk naamwoord
 








Slide 33 - Slide

Instruction
Wat     : Maken van "B" blz. 24: opdracht  8, 9 a en b, 10 a b c d en 11a
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt IN JE BOEK!
Wie     :  Alleen in stilte
Tijd     :  10 minuten
Resultaat: Klassikaal afronden
Klaar  :  Start leren van de phrases-clés Fr-Nl en Nl-Fr zie blz. 50

Slide 34 - Slide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 35 - Slide

Les devoirs

Leren vocabulaire C                   Fr-Nl en Nl-Fr
Maken B : 8 t/m 11




Slide 36 - Slide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 37 - Mind map

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 38 - Slide

L'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 39 - Mind map

Vertaal: Zij is een sportief Duits meisje.

Slide 40 - Open question