R: Ik kan uitleggen wat service vóór, tijdens en na de verkoop is.
T1: Ik kan een klant op een vriendelijke manier begroeten en helpen.
T2: Ik kan een boze klant rustig helpen en een goede oplossing bieden.
I: Ik weet hoe goede service zorgt voor tevreden klanten en herhaalaankopen.