Tussenletters in de Nederlandse spelling

Tussenletters in de Nederlandse spelling
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Tussenletters in de Nederlandse spelling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de regels voor het gebruik van tussenletters toepassen in de Nederlandse spelling.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over tussenletters?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn tussenletters?
Tussenletters zijn letters die we gebruiken om woorden correct te spellen wanneer we ze samenstellen of verbuigen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van tussenletters
Enkele voorbeelden van tussenletters zijn: -n- in 'tussen', -s- in 'gouds', -e- in 'fietsen'

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Regel 1: Tussenletters bij samenstellingen
Bij samenstellingen gebruik je een tussenletter om de woorden aan elkaar te schrijven.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Regel 2: Tussenletters bij verbuigingen
Bij verbuigingen gebruik je een tussenletter om de woorden correct te spellen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Samenstellingen
Vorm samen met een klasgenoot een samenstelling met de woorden 'fiets' en 'tocht'. Schrijf het woord correct op.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Verbuigingen
Schrijf de juiste vorm van het woord 'huis' op in de zin: 'Ik ga naar het ____.'

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Filmpje: Tussenletters
Bekijk het volgende filmpje waarin de regels voor het gebruik van tussenletters worden uitgelegd.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Toepassen van de regels
Nu gaan we de regels voor het gebruik van tussenletters toepassen in oefeningen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Maak de oefeningen op het werkblad individueel af.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.