Les 2 H4 De psycho-analyse

De psycho-analyse
Hoofdstuk 4 Over wondere feiten
VWO 5
2024-2025
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

De psycho-analyse
Hoofdstuk 4 Over wondere feiten
VWO 5
2024-2025

Slide 1 - Slide

Terugblik: visies op de mens
Pascal: de mens is broos, maar als enige in staat om na te denken.

Plato: mens bestaat uit lichaam (sterfelijk) en ziel (onsterfelijk)

Aristoteles: mens bestaat uit lichaam, ziel en geest (denken)

Moderne tijd: hersenschors is de kern (logisch denken, redeneren, rekenen, taal), dus geen vrije wil

Slide 2 - Slide

Huiswerk
klassikaal bespreken opdracht 1 blz. 50

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Je kunt....
  • de 3 hoofdstromingen in de psychologie noemen
  • uitleggen wie Sigmund Freud is
  • in grote lijnen Freuds ideeen vertellen
  • Freuds ideeën toepassen op een (fictief) persoon

Slide 4 - Slide

Beschrijf een van je ouders

Slide 5 - Open question

Op basis waarvan zeg je nu iets over zijn/haar karakter/persoonlijkheid?

Slide 6 - Open question

3 stromingen in de psychologie
A. de psycho-analyse
B. behaviorisme
C. cognitieve psychologie

Slide 7 - Slide

Psycho-analyse
  • Weense psychiater Sigmund Freud (1856-1939)
  • De menselijke geest en zijn lichaam is een twee-eenheid. 
  • Menselijke drijfveer is levensdrift (Eros) die bestuurt het gedrag.
  • Mede door opvoeding ontwikkeling persoonlijkheid.

Slide 8 - Slide

Menselijke psyche
Het Es: het onbewuste, primitieve deel van de psyche
Het Ich: het bewuste ik, ontwikkelt zich door wisselwerking met omgeving
Het Uber-ich: Super-ego, het geweten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Huiswerk
  1. Ga naar Teams
  2. Start met de huiswerkopdracht bij Les 2

Slide 11 - Slide

Wat is de rol van de ID volgens Freud
A
het beteugelen van innerlijk conflict
B
om de verdrongen verlangens te onderdrukken
C
om je ego een boost te geven
D
om de driften vrij spel te geven

Slide 12 - Quiz

Het ‘ICH’ in de theorie van Freud staat voor
A
De driften
B
Het bewuste
C
Het geweten
D
Het onbewuste

Slide 13 - Quiz

Welke opvatting had Freud over dromen?
A
Dromen bevatten onbewuste drijfveren van het menselijk gedrag en handelen
B
dromen bevatten voorspellingen voor een persoon ivm diens toekomst
C
dromen maken duidelijk welke idealen door een man of een vrouw worden nagestreefd
D
Dromen zijn een uiting van herinneringen uit een vorig leven op aarde

Slide 14 - Quiz