Identificatie

Identificatie
Welkom, pak je boek en chromebook erbij!
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Identificatie
Welkom, pak je boek en chromebook erbij!

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les...

  • Weet je wat identificatie is.
  • Weet je het verschil tussen 2 soorten van 'spanning'.
  • Weet je hoe een schrijver spanning creëert in een verhaal.
  • Herken je de verschillende soorten spanning in een verhaal. 

Slide 2 - Slide

Wat denk je dat
identificatie is?

Slide 3 - Mind map

Identificatie
De lezer moet zich met de hoofdpersoon kunnen identificeren, hij moet zich betrokken voelen. De hoofdpersoon moet dus altijd sympathiek voorkomen. Dit is een belangrijke basis voor spanning in een verhaal, want we leven mee!

Hierdoor ontstaan twee soorten 'spanning', maar welke?

Slide 4 - Slide

1. Emotionele spanning

Herkenning zorgt ervoor dat we willen dat het goed gaat met de hoofdpersoon. De schrijver speelt met dit gevoel. Wanneer de lezer al meer weet dan het personage, ontstaat er een soort spanning. Dat noemen we 'emotionele spanning'. Als lezer wil je het personage waarschuwen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

2. Intellectuele spanning
Er is sprake van 'intellectuele spanning' wanneer je juist minder of net zoveel weet als de personages. Denk bijvoorbeeld aan politieseries waarin je meeleeft met de agent. Je puzzelt dan als het ware mee. Het kan ook zijn dat de auctoriale verteller laat merken dat hij iets weet, terwijl je dat als lezer of kijker nog niet weet. Hierdoor wil je door blijven lezen.

Slide 7 - Slide

Hij wist het nog niet, maar met die ene handdruk zou hij zijn laatste vrije dag afsluiten. Over precies zeven dagen, op hetzelfde tijdstip, zou hij in een kamer zitten waar zelfs zijn eigen naam niet meer belangrijk was.

Slide 8 - Slide


Wat betekent identificatie?
A
Het thema van het boek raden
B
Iemand uit het boek een naam geven
C
Meeleven met het personage
D
Het voorspellen van het einde van het boek

Slide 9 - Quiz

Personages waarschuwen
Emotionele spanning
Intellectuele spanning
Vooruitblik
Willen dat het goed gaat met het personage
Net zoveel of minder weten dan de personages
Jezelf identificeren/herkennen

Slide 10 - Drag question

In welk fragment voel je het meest mee met de hoofdpersoon?
A
'Hij keek op zijn horloge en liep verder.'
B
'Ze voelde hoe haar keel dichtkneep van spanning. Wat als hij het echt wist?'
C
'Het regende buiten. Hij deed zijn jas aan.'
D
'Ze woonde in een klein dorpje met haar ouders.'

Slide 11 - Quiz

Zelf aan de slag!
  • Pak bladzijde 164-165 voor je.
  • Maak opdracht 1-7
  • Je hebt tot het einde van de les.
  • Je werkt zelfstandig.
  • Vragen? Steek je vinger op.
  • Klaar? Lingo of een ander vak!

Slide 12 - Slide