Quiz: Wat gebeurt er met voedsel in het spijsverteringskanaal?

Quiz     
Deze quiz gaat over je spijsvertering. Wat gebeurt er met eten nadat je het hebt doorgeslikt? Bekijk de video's en beantwoord de vragen.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare school

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Quiz     
Deze quiz gaat over je spijsvertering. Wat gebeurt er met eten nadat je het hebt doorgeslikt? Bekijk de video's en beantwoord de vragen.

Slide 1 - Slide

Neem je laptop of telefoon
Ga naar www.lessonup.com
Vul je eigen naam in
Vul de code in en speel mee

Slide 2 - Slide

Welk orgaan is een spijsverteringsorgaan?

A
Hart
B
Lever
C
Longen
D
Dikke darm

Slide 3 - Quiz

Welke weg legt je voedsel af door het spijsverteringskanaal?

A
Slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm
B
Dunne darm, maag, slokdarm, dikke darm
C
Maag, slokdarm, dunne darm, dikke darm
D
Slokdarm, dikke darm, maag, dunne darm

Slide 4 - Quiz

Vanuit welke darm gaat eten je lichaam uit?
A
Dikke darm
B
Endeldarm
C
Dunne darm
D
Kronkeldarm

Slide 5 - Quiz

Waarom zitten er plooien aan de binnenkant van je maag?

A
Ze helpen het voedsel te verteren.
B
Ze helpen om het voedsel te verplaatsen naar de darmen.
C
Hier wordt voedsel in opgeslagen.
D
C en B zijn beide goed

Slide 6 - Quiz

Wat zijn enzymen?
A
Stoffen in je voedsel die oplosbaar zijn.
B
Dit zijn voedingsstoffen
C
Stoffen in maagsap die vocht uit voedsel onttrekken.
D
Stoffen in maagsap die voedsel oplossen in water.

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar? Enzymen werken beter wanneer voedsel goed gekauwd is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Waarom blijft de dunne darm altijd in beweging?
A
Om de voedingsstoffen kleiner te maken
B
Om de voedingsstoffen verder op te nemen
C
Hierdoor wordt de ontlasting dikker
D
Dit voorkomt buikkrampen

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van de dikke darm?
A
Hij zorgt ervoor dat het lichaam enzymen aanmaakt
B
Hij zorgt ervoor dat het voedsel afgebroken wordt
C
Hij zorgt ervoor dat je darminhoud indikt en je geen diarree krijgt.
D
Hij voegt water toe aan je darminhoud, zodat je geen verstopping krijgt.

Slide 10 - Quiz

Waarom is het belangrijk om het voedsel goed te kauwen
A
Beter voor de maag
B
Beter voor de speeksel aanmaak
C
Beter voor de spijsvertering
D
B en C zijn beide goed

Slide 11 - Quiz