10e les - V2A - 29 de septiembre de 2020

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

VWO 2 - español

Lunes, 28 de septiembre

Presentarse y una conversación

¿Cuándo es tu cumpleaños?
Escribe una frase completa

En la clase de hoy

Los deberes para hoy

Presentarse

Una conversación en español

La evaluación

Los deberes para la próxima clase

Fechas importantes

Semana 41, 7 de octubre --> Poster 'Yo'

Semana 44, 28 de octubre --> Exámen Unidad 1

¡Presentar y saludar! Zoek in je boek /reader hoe je kunt...

Begroeten...

• Hola
• Buenos días
• Buenas tardes
• Buenas noches

Afscheid nemen...

• Adiós
• Hasta luego
• Hasta mañana
• Hasta pronto

Naam vragen/vertellen...

• Je zegt:   ¿Cómo te llamas?
• Je antwoord: Me llamo...
  

Woonplaats vragen/zeggen...

• Je zegt:  ¿Dónde vives?
• Je antwoord: Vivo en...

Introducirse

¡Hola!

Me llamo Silvia / Yo soy Silvia

Vivo en Rotterdam

Soy española

Soy de Valencia pero vivo en Róterdam

Me llamo...

* ¡Hola! (Hallo)   / Buenos días (Goedendag)

* ¿Cómo te llamas? (Hoe heet je?)

    Me llamo ....... (Ik heet ...)                      ll = j

* ¿Dónde vives? (Waar woon je?)

    Vivo en ....... (Ik woon in ...)                   v = b

Introducirse

Vragen                                        Antwoorden

¿Cómo estás?/¿Qué tal?            Bien/regular/fatal

¿Cómo te llamas?                        Me llamo... /Soy....

¿Dónde vives?                            Vivo en....

¿De dónde eres?                          Soy de.... (+land/woonplaats)

                                                    Soy ... (+nacionalidad)

 

Presentarse

1. Mira (=kijk) y escucha (=luister) a este video y apunta (noteer) frases útiles para presentarte qué son nuevos/útiles/dificiles para ti.

Usa el cuaderno de ejercicios (=opdrachtenschrift)

A continuación

2. Compara (=vergelijk) tu cuaderno con el cuaderno de tu vecino/a (buurman/buurvrouw) y añade (=vul aan) información 

Diálogo

1. begroeten

2. vragen hoe het met de ander gaat

3. vragen naar naam

4. vragen naar woonplaats

5.Vraag naar verjaardag

6.Vraag naar telefoonnummer

7.Vraag naar nacionaliteit

8. Vraag naar broers of zussen

9. Vraag wat iemand leuk vindt en zoek ook op wat jij zelf leuk vind.

10. afscheid nemen

Maak vragen om achter deze info te komen in het Spaans. Escribe las frases en tu cuaderno de ejericios

Presentarse

• Stel de vragen aan je klasgenoot in het Spaans
• Je klasgenoot antwoordt in het Spaans
• Je schrijft zijn/haar antwoorden op (in de 3e persoon enk!)
• Dan gaat je klasgenoot de vragen stellen.
• Jouw klasgenoot schrijft jouw antwoorden op.

Jezelf voorstellen

Klik hier voor de opdrachten

Preséntate en español, en 3 frases

Los deberes:

Estudiar: herhalen - alles van de voorgaande lessen (uitspraak, spellen, klassenzinnen, persoonlijke voornaamwoorden, ww SER.

Woordenlijsten reader unidad 1: herhalen: información personal, los números. Nieuw: vocabulario básico blz 29