Werken in een sterrenrestaurant deel A
1 / 37
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat kunnen lokale producten zijn?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat is het voordeel van het gebruik van lokale producten? Noem minimaal 2 voordelen
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Jan is chefkok in een restaurant in Zeeland. Hij gebruikt graag producten als lamsoor en zeekraal. Welke smaak hebben deze producten?
A
Bitter
B
Kruidig
C
Zilt
D
Zout
Slide 8 - Quiz
Wat is een nadeel van regionale producten?
A
Producten zijn altijd ambachtelijk gemaakt
B
Producten zijn altijd biologisch geteeld
C
De opbrengsten zijn vaak lager
D
Er wordt geen rekening gehouden met dierenwelzijn
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wat kan je allemaal in het wild plukken
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Waarbij let je bij de inkoop van groenten op?
A
Niet vochtig en niet voorzien van een THT
B
Stevig, gaaf en mooi
C
Stevig, gaaf en netjes
D
Let op bewaar advies
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Waarbij let je op bij de inkoop van verse vis? Noem minimaal 2 dingen waar je op let
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Volgens welke methode sla je producten op?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Welke snij en schaafgereedschappen stonden op de vorige slide?
Slide 26 - Mind map
Slide 27 - Slide
Wat betekent mise-an-place letterlijk?
A
Zorgt voor rust en een vlotte service
B
Ingrediënten voorbewerken
C
Is een overzicht van alle voorbereidende werkzaamheden
D
Op zijn plaats gezet
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Noem 3 koude voorbewerkingen en 3 warme voorbewerkingen, die je in de MEP doet?
Slide 30 - Open question
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Wat zijn koude bereidingstechnieken?
Slide 34 - Mind map
Slide 35 - Slide
Noem minimaal 5 warme bereidingstechnieken
