§7.4 dichtheid

7.4 
Start taak:
Teken het driehoekje met de formule van dichtheid.

Wat is dan de formule om massa te berekenen?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7.4 
Start taak:
Teken het driehoekje met de formule van dichtheid.

Wat is dan de formule om massa te berekenen?

Slide 1 - Slide

Herhaling 7.1 t/m 7.3
materialen
verspaanbaar
composiet
productieproces en recyclen
halffabricaten
legering
gft, kca sorteren

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Je kan:
- berekeningen uitvoeren met dichtheid
- aangeven wanneer iets zinkt, zweeft of drijft

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Laagjes cocktail
In de vorige slide zag je een natuurkunde laagsjes cocktail. Deze cocktail kun je met behulp van wat kennis van dichtheid maken. 
Waardoor kunnen de laagjes op elkaar blijven liggen?

Slide 6 - Slide

welke vloeistof blijft op een andere vloeistof drijven?
A
de vloeistof met een grotere dichtheid drijft op die met een kleinere dichtheid
B
de vloeistof met een kleinere dichtheid drijft op die met een grotere dichtheid

Slide 7 - Quiz

Dichtheid berekenen

Slide 8 - Slide

Massa
De massa bepaal je met een weegschaal.

Slide 9 - Slide

Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompel methode
of V = l x b x h

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje.

m = 324 g 
V = 4 x 3 x 10 = 120 cm3 
ρ =    m :  V 
ρ = 324 : 120 = 2,70 g/cm3 

Zoek in de BINAS welke stof dit zou kunnen zijn.

Slide 11 - Slide

Gegevens van enkele stoffen
Wat is zwaarder? een kilogram lood of een kilogram veren?

Slide 12 - Slide

Maak nu opdracht. 1 t/m 4
Klaar? Denk eens terug naar de eerste slide met Asterix en Obelix. Bespreek met elkaar hoe het kan zijn dat Obelix blijft drijven in de Dode Zee. 

Slide 13 - Slide

Opdracht 5a en b (GOFIRE)
Gegevens: 
Omrekenen:
Formule:
Invullen:
Rekenen:
Eindantwoord met eenheid:

Slide 14 - Slide

5c)
max. 500 kg = 500000g
V baksteen =  l . b . h = 5 . 10 . 20 = 1000cm3 = 1 dm3
p baksteen = 1,8 g/cm3   = 1,8 kg/dm3
p = m : V           ---> V = m : p
V = 
V =                 
V max : V baksteen = 

Slide 15 - Slide

maak opdracht 7 t/m 9
leer H7

De toets is volgende week
volgende les krijg je de oefentoets

Slide 16 - Slide

Oefenopdrachten
Hierna vind je een aantal oefenopdrachten voor dichtheid. 

Slide 17 - Slide

GOFIRE
Jantje koopt een gouden ketting en wilt weten of de ketting van echt goud is.
Hij weegt de ketting en deze heeft een massa van 116 gram.
Via de onderdompelingmethode heeft hij bepaald dat het volume 6 cm3 is.
Formule
m = V • ρ                         V = m / ρ                     ρ = m / V

Slide 18 - Slide

Bereken de ρ

1) 273 g  -  26 cm3 
2) 249 g  - 15 cm3 
3) 462 g  - 44 cm
4) 630 g   - 60 cm3 
5) 498 g   - 30 cm3

Slide 19 - Slide

Vragen
a) Beredeneer welke voorwerpen van dezelfde stof kunnen zijn.

b) Toon aan of een of meerdere voorwerpen van zilver zijn.

Slide 20 - Slide