3V eindherhaling GL

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

 le grand

Qu'est-ce que vous avez appris cette année?

Quiz

On va faire: 

Chapitre 1 speelt zich af in Biarritz. 

In welk deel van Frankrijk ligt Biarritz? 

Biarritz ligt ..

1. in het zuiden aan de Middellandse Zee
2. In het zuid-westen aan de Atlantische Oceaan
3. In het westen aan de Noordzee
4. in het noordwesten bij Bretagne

De meeste Franstalige landen liggen in:

1. Europa
2. Afrika
3. Azië
4. Noord-en Zuid Amerika

Welk land hoort niet bij de landen van de francophonie?

1. Zwitserland
2. Marokko
3. Senegal
4. Zuid Afrika

Welk van deze producten wordt het meest door Frankrijk naar het buitenland geëxporteerd?

1. wijn
2. lucht- en ruimtevaarttechnologie
3. auto's
4. cosmetica

In Toulouse zit Airbus, die  ook een deel van de technologie vd Ariane raketten maakt

Wat kan je in Nantes niet doen?

1. stripfestival bezoeken
2. zwemmen
3. bergbeklimmen
4. met de VTT erop uit

Wat weet je nog van de grammatica? 

Sleep de ww vormen naar de goede tijd: 

Présent

imparfait

nous répondions

vous choisissez

je faisais

ils viennent

je m'ennuyais

nous réussissions

vous lisez

il lisait

Zet in de futur proche (kleine letters, met onderwerp) ils auront

Sleep de werkwoordsvormen naar hun bijbehorende infinitif

aller

faire

avoir

être

venir

vouloir

ils vont

ils font

ils ont

ils sont

ils auront

ils iront

ils seront

ils feront

ils viennent

ils veulent

ils viendront

ils voudront

Noteer (zonder hoofdletters en
onder elkaar) de uitgangen vd imparfait

Maak het bezittelijke vnw zelfstandig:
mes livres - les .........

het is 12 uur 's nachts
Il est ...........

Sleep de woorden die bij elkaar horen naar elkaar

se coucher

quelque chose

tout le monde

la veille

tôt

tard

se lever

rien

le lendemain

personne

Welke vraag hoort bij dit antwoord?
J'ai rencontré Jean à l'école il y a 2 ans.

1. Qui as-tu rencontré ?
2. Comment as-tu rencontré Jean?
3. Pourquoi as-tu rencontré Jean?
4. Quand as-tu rencontré Jean?

welk werkwoord hoort niet in dit rijtje?

1. sortir
2. réfléchir
3. choisir
4. grandir

Welke werkwoordsvorm klopt wel?

1. tu te leves
2. il connait
3. ils se sont douchés
4. nous choississons

Welk werkwoord gaat in de passé composé NIET met être?

1. arriver
2. commencer
3. descendre
4. s'habiller

Noteer (onder elkaar en zonder
hoofdletters) de uitgangen van de futur

Hoe zeg je in 

het Frans? 

Tot vanavond

Wat is je lievelingsland?

Fijne dag nog

Ik ben het helemaal met je eens

Hoe was het?

Au Revoir!