Les 1 / 2.2 M+S

We groeten elkaar.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NT2

This lesson contains 32 slides, with text slides.

Items in this lesson

We groeten elkaar.

Slide 1 - Slide

We groeten elkaar.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De les begint om... ?
De les eindigt om... ?

Slide 4 - Slide

100%
0%

Slide 5 - Slide

   Niet sms'en.  Niet telefoneren.

Teks

Slide 6 - Slide

   Niet sms'en. Niet telefoneren.

      Geen sms sturen.             Geen telefoon gebruiken.

Slide 7 - Slide

Maak altijd je huiswerk.

Slide 8 - Slide

Gebruik voor alle schrijfopdrachten (klas + thuis)                               hetzelfde mapje.

Taalportfolio
Je taalportfolio is ook een instrument voor de evaluatie.

Slide 9 - Slide

    Kleine klasgroep...

Slide 10 - Slide

33 lessen
Laatste les: 28 juni 2018
Eerste evaluatie:     +/- 19 april
Eindevaluatie:   +/- 21 & 26 juni
OLC: oefenen, lezen, huiswerk...
Logopedie: verbetering uitspraak)
Trajectbegeleiding: info over werk, opleidingen, diploma 's, stages...
Ikzelf: Ik sta open voor vragen, suggesties, maatwerk...

Slide 11 - Slide

Wat leer je in deze module?
    - We bouwen verder op de voorbije modules.
    - Je leert praktische dingen die je in het dagelijks leven kan            gebruiken.

- een huurcontract begrijpen.
- een jobadvertentie lezen.
- een krantenartikel lezen.
- een sms schrijven om te zeggen dat je later komt.
- je mening geven over een andere persoon.
- vertellen over een gebeurtenis op je werk of in je familie.
- een brief schrijven naar je huisbaas.
- je gevoelens ventileren over een choquerende ervaring.
- enz...

Slide 12 - Slide

Welke media gebruiken we in de les?
     - Video (projector)
     - Audio
     - Smartphone
     - Computer (OLC & thuis)
     - Schoolbord
     - Boek
     - Kranten (Metro, Wablieft, Bruzz...)
     - Handboek
     - Pen en papier...

Slide 13 - Slide

En nu...    Kennismaken!

Slide 14 - Slide

Ik ben
Ik heb
Ik woon

Ik houd van
Ik kan 
Ik wil
Ik ga graag
Ik doe
Ik denk
Vorig jaar
Volgend jaar

Slide 15 - Slide

Wie ben jij?
1.  - Maak 2 groepjes. (liefst onbekenden voor elkaar)
2.  - Interview elkaar (zie vorige foto voor vragen).
3.  - Ik kom luisteren naar jullie. Jullie mogen notities maken          tijdens het interview. Corrigeer eventueel je collega                  cursist als die een fout maakt.
4.  - Daarna stel je de collega cursist voor aan de klas.

Slide 16 - Slide

We kennen elkaar nu. 
We beginnen met de eerste les!

Slide 17 - Slide

Handboek, pagina 9
Wat is de titel van deel 1?

Slide 18 - Slide

Handboek, pagina 9
'Allebei'
PERSONEN: (Jij & ik) (Jij & jij) (Jij & hij) (Hij & zij)  

Slide 19 - Slide

Handboek, pagina 10
Oefening 1.  Een nieuwe cursist.
Jullie kennen elkaar al een beetje.
Maar... François en Bénédicte kennen elkaar nog niet.
Ze zitten voor de eerste keer in een nieuwe klas.
Ze hebben een gesprek met elkaar.
--> We gaan straks luisteren naar hun gesprek. (track 2)
Luister goed en los de eerste 7 vragen van oefening 1 op.
(Vragen klassikaal overlopen. Cursisten moeten de vragen proberen te formuleren mbv juiste preposities, vraagwoorden, etc...)

Slide 20 - Slide

Handboek, pagina 10
--> Controle oefening 1. (ev. met bordboek)

Oefening 2: Wat is voor allebei gelijk (identiek) en wat is voor allebei verschillend (anders)?
--> ev. Transfer naar de klas: 
X en Y hebben allebei dezelfde...
Maar, X en Y hebben niet dezelfde (andere)...

Slide 21 - Slide

Handboek, pagina 11
Maak nu de oefening.
Duid aan wat gelijk is en wat verschillend is...
(--> Klassikale controle)

Oefening 3: Lees de zinnen over Bénédicte en François en omcirkel de juiste conclusie.
(--> ev. Extra duiding bij: dezelfde, niet dezelfde, evenveel, allebei, geen van beiden, even oud, ...)

Slide 22 - Slide

Handboek, pagina 11
Oefening 4: De lerares van Bénédicte en François spreekt met François en stelt enkele vragen over hen. Luister aandachtig en controleer de antwoorden op oefening 3.
(--> Daarna: Klassikale correctie (vingers))
(--> ev. Bijkomende vragen: Hoeveel kinderen heeft...?
ER + 'telwoord' (of 'geen') --> Noteer de zinnen op het bord.

Slide 23 - Slide

Handboek, pagina 11
Slotoefening: Cursisten werken per 2 (of 3). Ene cursist somt alle gelijkenissen op. Andere cursist somt alle verschillen op.

Slide 24 - Slide

Handboek, pagina 12
Oefening 5: (per 2) Interview een cursist uit je klas. 
--> Kijk naar de 8 foto 's en formuleer de juiste vragen (denk aan juiste vraagwoorden, juiste preposities, ...).
--> Jullie krijgen wat voorbereidingstijd. Je mag ook je portfolio schriftje gebruiken om de zinnen in te schrijven.

Slide 25 - Slide

Handboek, pagina 13
Oefening 6: Verdeel de ? & . kaartjes. (Kaartjes 25-48)
We luisteren terug naar het eerste fragment. (Track 2)
Wanneer hoor je een gewone informatieve zin (eindigt op .)?
Wanneer hoor je een vraag (eindigt op?)?
Steek het juiste kaartje in de lucht.
--> Leg uit welk verschil jullie horen tussen elk soort zin.
('ntnt') + (handgebaar voor visualisatie)

Slide 26 - Slide

Handboek, pagina 13
(--> Deel transcriptie van track 2 uit.)
Oefening 6, extra: Lees de tekst en duid met een intonatieboog aan waar de stem naar boven gaat (toonhoogteverloop).
--> Klassikaal corrigeren.

Slide 27 - Slide

Handboek, pagina 13
Oefening 7: Interview 3 medecursisten. Let op de vraagintonatie. Noteer het antwoord. Gebruik bij de 5e foto/vraag de 'er' constructie.
--> LK loopt rond en controleert gebruik van intonatie.

Slide 28 - Slide

Handboek, pagina 14
Oefening 8
Kijk naar de antwoorden op p. 13 in de 2 blauwe kolommen. Kijk dan naar de verschillende conclusies in oefening 8 en vink de juiste conclusies aan en vul eventueel de tekst verder aan. 
Wat zijn de verschillen en wat zijn de gelijkenissen tussen jullie (ik & jij)?

--> Maak de eerste oefening klassikaal als vb.
--> Controleer oefening klassikaal waar kan/individueel waar nodig.

Slide 29 - Slide

Handboek, pagina 15
Oefening 9
1. - Luister naar de eerste 3 zinnen. Onderstreep het zinsaccent. (track 4)
--> Eerste 3 zinnen klassikaal. (tik op tafel bij accent)
2. - Duid in a,b,c,d aan wat je hoort.
3. - Onderstreep in de andere zinnen het zinsaccent. Individueel.

Slide 30 - Slide

Handboek, pagina 15
Oefening 10: NIET
Oefening 11: Zoek de kampioen van jullie 5! 
Wie is de oudste, wie heeft de meeste broers, etc..
Zet jullie eerst samen, bespreek het en vertel het mij straks...
!! PS: Accentueer bij het lezen het belangrijkste woord.

Slide 31 - Slide

Handboek, pagina 158
Oefening 1: Het woordaccent.
--> Luister naar de woorden en onderstreep de plaats van het accent.
Oefening 2: Het zinsaccent.
--> Luister naar de zinnen en onderstreep de plaats(en) van de woordaccenten.

Slide 32 - Slide